Hoofdstuk 19

2.4K 87 4
                                    

TW: geweld
-------------------------

P.O.V. Nova Emilia
Als ik wakker word ligt er een grote zwarte wolf naast me, hij heeft alleen wat grijs op zijn poten. Hij is schattig. Ik voel me uitgeslapen voor het eerst sinds tijden, en ik weet waardoor het komt. Ik sta voorzichtig uit het bed, en probeer Collin niet te storen, maar zodra ik het bed uitstap, begint hij te draaien. Even blijf ik naar hem kijken, en besluit te douchen. Ik voel me vies van de tranen van gisteren. 

 Ik loop naar mijn kledingkast. Ik ben op zoek naar een grijze trui, eentje die groot genoeg is om over mijn gips te vallen. Ik vind snel wat ik zoek, aangezien mijn halve kastinhoud bestaat uit truien, de andere helft bestaat uit zwarte broeken. Ik pak mijn outfit bij elkaar, een loop naar de badkamer, ik wil onder de douche gaan staan maar bedank me dat het gips niet nat mag worden. Mijn blik gaat naar haat het bad, en hoewel ik badderen haat, omdat je constant in het zelfde vieze water bent, is het het nu mijn enige optie. 

Het nemen van een bad heeft voor mij een voordeel, omdat ik het niet prettig vind ben ik er snel mee klaar. Ik droog mijn haar nog een keer goed, voordat ik de handdoek in de wasmand gooi. Volledig aangekleed loop ik weer de kamer binnen, de badkamer deur achter mij sluitend. Ik ben verbaast als ik Collin in mijn kamer op mijn bed zie zitten in mensen vorm. Zijn haar is nat, en hij ziet er uit alsof hij ook net even snel gedoucht heeft. Zijn ogen zijn zo zwart als de nacht, alleen zijn in zijn ogen geen sterren.

 Hij loopt naar me toe en zet zijn armen naast me, tegen de deur aangedrukt, zodat ik gevangen zit tussen zijn armen. 'Je bent geen maagd meer.' Het was geen vraag. Het was een mededeling. Ik vervloek mezelf voor wat ik gisteren gezegd heb. Ik wist dat hij er ooit achter zou komen. Ik hoopte alleen niet nu. Dat ik weg kijk verraad alles. Met zijn vuist slaat Collin tegen de muur. 'Godver, was het je keuze.'

 Ik kijk hem nog steeds niet aan. Mijn hart klopt in mijn keel. Misschien van mer dan alleen angst. 'Kijk me aan, Emilia.' Ik kijk hem aan, zijn ogen lijken alleen maar zwarter te worden. Zijn stem klinkt anders, zwaarder, schorder, en toch nog even sexy. Zijn wolf heeft het van hem over genomen. 'Wat is je naam.' Iets wat zelfverzekerd uit mijn mond had moeten komen, klinkt klein en gebroken. 'Jason. Wie was het. Ik vermoord hem.' 

Jason komt steeds dichterbij me staan. Ik verberg mijn hand in mijn mouw, langzaam breng ik mijn hand naar zijn gezicht. Mijn handen kunnen het beste tegen aanraking. Dat is de rede dat ik met handschoenen wel mensen kan aan raken. Maar ik hou er niet van om constant handschoenen te dragen. Ik voel me dan net als een seriemoordenaar. Een seriemoordenaar die niet tegen aanraking kan. Het zou zo een boek kunnen zijn. 

Mijn vingers raken zijn wang aan, en ondanks de dikke trui tussen ons voel ik nog steeds de tintelingen. Ze voelen anders deze keer. Prettig, warm en zacht. Ik zie zijn ogen terug kleuren van het bruin zwarte naar het lichte groen. Jason lijkt verbaast door de aanraking. Het is genoeg afleiding voor Collin om de controle weer terug te nemen. Het is stil tussen ons. Collin laat zijn handen vallen. 'Ga je me ooit nog vertellen wie het was. Ik beloof dat ik hem niet zal vermoorden. Alleen heel veel pijn zal doen.' Hij glimlacht, ik glimlach terug. Even worden de ogen van Collin wazig. 'Sorry, ik ben nodig in het Packhuis, red jij het hier?' Ik knik. 'Vraag anders Scar of ze wat ontbijt voor je wil maken.' 'Het komt goed.' zeg ik zag. Nu is het zijn beurt om te knikken. Hij loopt de deur uit en ik kijk hem na. 

Toen hij over ontbijt begon, voelde ik voor het eerst de honger vandaag. Ik loop naar de keuken, en kijk naar wat ze hier hebben aan eten. Ik durf niet aan Scarlett te vragen of zij wat voor me wil maken, dus loop ik zelf maar naar de brood kast. Ik pak een snee brood en ga opzoek naar het beleg. Ik vind al snel wat hagelslag, en ik strooi het op mijn brood. Ik loop met  mijn bord naar de woonkamer, en eet in alle rust mijn ontbijt op. Net na dat ik mijn laatste hap heb genomen wordt er aangebeld. Misschien is Collin zijn sleutels vergeten. Ik open de deur, en nog geen seconde daarna sta ik aan de grond genageld.

 'Wij moeten eens praten.' Chase stem haalt duizend herinneringen in een keer naar boven. Hij loopt naar voren waardoor ik gedwongen naar achter moeten lopen. 'Door jouw ben ik bijna mijn Alpha titel kwijt.' Hij pakt mijn pols beet. Even hoop ik dat een aanval krijg. Ik de pijn voel ga stuiptrekken, en dan verdwijn in de duisternis. Hij heeft het mij verboden. Ik kan zijn bevelen niet negeren. Hij sleurt me mee naar buiten. 'We lopen zo naar het Packhuis, ik laat je los en jij loopt achter mij aan. Begrepen?' ik knik, tranen stromen over mijn wangen. 'Ik vroeg begrepen?' Zijn stem buldert door de stilte. 'Ja, ik heb het begrepen.' 'En hou op met janken.' 

Ik voel zijn hand mijn gezicht raken. Mijn tranen stoppen onmiddellijk. Hij laat me pols los en we lopen het packhuis binnen. Niemand spreek Chase aan of houd hem tegen. We komen aan bij zijn kamer. Ik weet het zeker, een bekende geur dringt mijn neus binnen. De geur van Chase. Hij duwt me de kamer in. Hij volgt snel, en draait de kamer deur op slot. Hij wijst naar het bed, als een teken dat ik daar moet gaan zitten. Zodra ik zit komt hij naast me zitten. 'Mijn ouders hebben me hierheen gestuurd als straf. Zodat ik kon zien hoe een echte Alpha dingen afhandelt.' Wanneer hij zijn echte Alpha zegt vormen zijn vingers aanhalingstekens. 'Wisten zij veel dat jij hier ook zou zijn.' Zijn vingers strelen mijn kaaklijn, langzaam gaan ze naar beneden, tot ze aan komen bij mijn litteken, mijn sweetspot. 'Mijn meesterwerk.' gromt hij. 'Wat zeg je er van als we er nog een bij maken?'

Ik besta niet | VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu