Hoofdstuk 8

3.1K 104 6
                                    

P.O.V. Nova 

De kleverige stroop van de pannenkoeken kleeft aan mijn gehemelde. Ik slik het nog warme stuk door. 'Morgen komt de neef van Xander op bezoek. Het is gewoon even dat je het weet.' Ik kauw mijn stukje pannenkoek nog door voor dat ik begin te praten. 'Bedankt, heb jij trouwens broers of zussen?' 'Ja, ik heb nog een jonger zusje. Heb jij nog familie?' 'Niet meer. Ik bedoel, ik was al enig kind.' Het is even ongemakkelijk stil tussen ons. 

'Heb je zin om vanmiddag een boswandeling te maken?' dankbaar voor de verandering van onderwerp knik mijn hoofd. Na een tijdje stilte gaat Collin verder. 'Mijn ouders en zusje komen ook morgen. Ze wouden je heel graag ontmoeten.' Ik knik weer mijn hoofd. 'Hoe heet je zusje eigenlijk?' Ik wacht even tot hij uitgegeten is.  'Mabel, ze is best apart, maar je mag haar vast wel.' Dan is het weer ven stil tussen ons. Zwijgend eten beide ons bord verder leeg. 

P.O.V. Collin 

De geur van het bos, in combinatie met de geur van Nova maakt Jason gek. Ergens ben ik blij dat we geen intensief gesprek hebben, anders zou het echt onmogelijk zijn om Jason binnen te houden. 'Laat me gewoon gaan.' gromt hij in mijn hoofd. 'En dan de kans lopen dat jij haar aanraakt?' 'Als ik nou beloof dat ik dat niet doe?' 'Ehg, ik vraag het wel aan haar.' zegt ik geïrriteerd, hoewel ik moet toegeven dat ik ook graag wil rennen. 'Is het erg als ik transformeer?' Ze schud haar hoofd. Direct voel ik Jason het van mij overnemen. 

P.O.V. Nova 

Ik moet glimlachen als ik zie hoe blij Collin's wolf is als hij vrij is. Hij rent een stukje voor me uit en komt dan terug, en rent dan een rondje om me heen. Hij rent weer een stukje voor me uit, en hij kijkt achterom als teken dat ik hem moet volgen, ik ren hem achter na door een vrij dicht bos. Na een paar minuten komen we aan bij een  open plek, waar een klein beekje achter stroomt. Hoe cliché, is één van mijn eerste gedachtes, maar er verschijnt een glimlach op mijn gezicht als Collin het water in rent. Ik ga in het grasveld zitten. 

Het gras is het groen dat je alleen op schilderijen ziet. Na dat Collin uit is geravot komt hij naast me zitten. Even twijfel ik maar dan maak ik een besluit. Langzaam leg ik mijn hand op zijn vacht, even draait hij zijn kop verbaast naar me toe. Ik blijf steevast naar voren kijken terwijl ik hem begin te aaien. Hij legt zijn kop op mijn schoot, en hij sluit zijn ogen. Zo zitten we een tijdje samen stil. 

Mijn stem verbreekt de stilte die tussen ons in was gekomen. 'Mijn ouders vochten voor ons pack in een oorlog ergens. Daar zijn ze beide overleden. Het was verschrikkelijk koud buiten, het regende. Dat is het enige dat ik zeker weet van die avond. Dat en de reclame die ik keek toen er werd aangebeld. Mijn ouders kwamen eens in de maand een weekend je naar huis. Het was een speciale regeling  getroffen, omdat ze een dochter thuis was. Zo ging het vanaf mijn tiende. Vroeger waren het kleine missies. Maar nooit lang. Die wel. Ik was twaalf jaar. Toen heb ik nog een tijdje in ons Packhuis gewoond. Toen ik zeventien was ben ik weer op mezelf gaan wonen.' Dan weet ik niet meer te vertellen. 

P.O.V. Collin 

Het doet me pijn om haar zo over haar jeugd te horen vertellen. Het is duidelijk dat haar veel dwars zit. Ik voel dat Jason haar kopjes begint te geven. 'Ach, hou toch op je bent toch geen kat.' grom ik tegen hem. 'Wat moet ik anders doen? Ik kan haar te minste aanraken.' is zijn antwoord. Dan blokkeert hij mij. 

P.O.V. Nova 

Het is stil tussen ons. Mijn gedachten brengt me terug naar een moment aan mijn jeugd. 

Mijn acht jarige ik zit aan een tafeltje op school. Mijn staartjes gaan vrolijk op en neer op de maat van het liedje dat de juf heeft opgezet. Ik ben bezig met een kindertekening van een wolf. Mijn kleurtjes liggen naast me uitgespreid. Ik ben druk aan het praten met de jongen naast me. 

'Mason, zullen we morgen een hut gaan bouwen?' 'Ja, een met een keuken, en een badkamer.' 'Ja, gaaf!!' Roep ik terug. terwijl ik weet  dat het slechts een vage woonkamer gaat worden. 'Ik wil jou kleurtjes.' Chase staat voor me met Nate aan zijn zijde. 'Nee, ik heb ze van mijn moeder gekregen.' 'Mijn vader is de Alfa.' 'Ja, en? Mijn moeder is bijna nooit thuis.' 

'Jouw moeder werkt voor mijn vader. Wil je dat ze ontslagen wordt? Nee toch? Dus geef me jouw kleurtjes.' Ik begin te huilen. De juf komt naar ons toe gelopen. 'Wat is hier aan de hand?' 'Juf, ze heeft mijn kleurtjes gestolen.' 'Nee, echt niet.' Chase kijkt even zielig nar de juf. De juf pakt de kleurtjes van mijn tafel en geeft ze aan Chase. ik begin nog harder te huilen. 'Stel je niet zo aan, Meisje.' Ik stop met huilen en kijk Chase aan. 'Het is nog niet over,' zeg ik als de juf weg is. 'Klopt, het is nog niet over prinses.' Hij draait zich om en loopt naar zijn tafel. 

Hoe kon ik weten dat het zo zou lopen. Dat mijn beste vriend de gamma van Chase zou worden. Dat hij vermoord zou worden. Dat mijn wolf me zou verlaten. Dat mijn ouders dood zouden gaan. Dat ik onder de littekens zou zitten. Dat ik nooit meer tegen aanraking zou kunnen. 

'Kom je?' Ik wordt uit mijn gedachte gehaald. Collin staat weer in mensenvorm voor me. Aan gekleed en wel. Ik knik en sta snel op. 'Zijn je ouders aardig?' Mijn vraag blijft even tussen ons in hangen. 'Mijn vader is nogal direct, mijn moeder is daarin tegen heel lief' Ergens vind ik het wel schattig dat hij zijn moeder lief noemt. 

We komen bij zijn huis aan. 'Slapen we hier ook slapen morgen of moet dat in het packhuis?' 'Nee, wij slapen hier samen met mijn ouders. De neef van Xander slaapt bij hem.' We komen aan, Collin opent de de deur en we lopen samen naar de keuken. Mijn dienstmeisje staat met een ander meisje al klaar, met ons eten. 'Ik neem aan dat je Scarlett al ontmoet hebt? En dat is Jonna. Ik glimlach naar beide. Van Jonna krijg ik een lieve glimlach terug. Van Scarlett alleen een sarcastisch lachje terug geeft. Ik negeer haar en ga aan tafel. We eten beide in ons eigen wereldje. Zodra we klaar zijn met eten lopen we beide naar boven. Als we bij het stuk komen waar we beide de andere kant op moeten nemen we afschijnt.

  'Slaap lekker.' Zegt hij. Het is even stil. 'Mag ik bij je slapen, in je kamer. Dan hoef je te minste niet voor mijn deur te gaan liggen.' Hij kijkt beschaamd naar de grond. 'Dat hoorde je dus.' Ik knik. We lopen naar zijn kamer waar Jonna al bezig met het neer leggen van een matras. Soms vergeet ik dat anderen ook kunnen Mindlinken. 'Ik slaap wel  op het losse matras.' Collin geeft me nog een bemoedigend lachje. 'Bedankt.' antwoord ik hem. 

 Zodra we beide liggen, en alles hebben gedaan, pak ik snel nog een van mijn kalmeringspillen. Ik slik hem in een keer door. Dan draai ik me om en voel me in, in de de dekens die doordrenkt zijn met zijn geur. Ik val voor het eerst sinds tijden vredig in slaap.  


Ik besta niet | VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu