Hoofdstuk 17

2.4K 91 2
                                    

TW: geweld
---------------------

P.O.V. Nova Emilia

De zolder is heet, te heet om er eigenlijk te zijn, maar de deur van mijn kamer klemt. Ik kom er dus niet uit. Hoewel ik weet dat ie niet klemt maar dat ik hier gewoon opgesloten zit, probeer ik het toch te geloven. Ik probeer van mijn bed op te staan maar er schiet een stevige pijn in mijn sleutelbeen. ik laat me weer vallen op het bed, en geef de pogingen om op te staan op. Mijn ogen prikken van de tranen.

Na die ene nacht is Chase nog één keer langs gekomen. Met verband, ontsmettingsmiddel, tape en hechtpleisters. Met al die spullen heeft hij een kunstwerk gecreëerd, zodat de wond die hij heeft gemaakt verborgen blijft voor de wereld.

De klok in de kamer tikt langzaam. Uit alle macht probeer ik me te herinneren welke dag het is. Het te zwaar voor mijn grijze massa om maar het simpelste te bedenken. Ik sluit mijn ogen en laat mijn gedachten zinken.

Ik schrik op, en wordt weggesleurd van mij boot met gedachtes. Chase komt mijn kamer in. Hij kijkt me even begripvol aan. 'Maak je klaar voor het eten.' 'Zaterdag!' Ik besef me te laat dat ik dat hardop schreeuwde. 'Wat is er met zaterdag?' 'Ik was vergeten welke dag het was, maar ik herinnerde me dat net weer.' zeg ik terwijl ik beschaamd naar mijn schoot kijk.

Zaterdags eten wij allemaal samen. De Alfa, de Luna, en de rest die in dit packhuis woont. 'Waarom wil jij zo graag de dag weten, princess? Laat maar, ik hoef het niet te weten. Ik wou je nog even een cadeautje geven voordat we aan tafel gaan.' Hij komt naast me zitten. Ik probeer overeind te komen. Chase ziet dat ik problemen heb met het steunen op mijn armen. Hij pakt me bij mijn heupen en helpt me omhoog. Met zijn hand blijft hij mijn rug ondersteunen. Ik wens de arm weg. De prikkels die door zijn aanraking over mijn rug verspreiden doen pijn.

Chase pakt het kleine zilveren zakmes. Hij stroopt mijn mouw op, en kijkt even naar de wond, die veilig afgeplakt zit met verband en pleisters. Uit zijn zak haalt hij wat schoon verband en pleisters. Langzaam begint hij het oude verband weg te snijden. Telkens als het mes mijn huid raakt ben ik ben ik bang dat het zal branden, maar er gebeurt niets.

Voorzichtig gaat hij te werk, alsof hij mij geen extra pijn wou doen. 'Chase, kom eens hier.' de stem van zijn vader buldert door het gebouw. Chase staat op van het bed, zijn arm ondersteund maar rug niet langer en ik val naar achter. Hij verlaat de kamer zonder naar mij om te kijken, hij weet dat ik toch niet weg kan zonder zijn hulp. Hij heeft gelijk.

Ik lig twee minuten doodstil op het harde matras. het zakmes glimt mooi in de zon. mijn hand klemt zich om het handvat. Heel even twijfel ik bij het idee wat net in mijn hoofd op poppte, maar dan hoor ik de voetstappen van Chase de trap op komen, en besluit ik het mesje in mijn zak te stoppen. Ooit zal dit misschien nog van pas komen. Hij kan me er in elk geval geen pijn meer mee doen. 

Mijn ogen zijn nog steeds niet helemaal gewend aan de donkere kamer waar ik in lig. De klok geeft aan hoe laat het is. Twee uur 's nachts. Naast me op een stoel ligt Collin te slapen. Hij is schattig als ie slaapt. Ik druk de gedachte snel weer weg. Ik voel dekens op mijn blote armen, en geniet van de warmte. Ik wil weer gaan slapen maar het lukt niet, een stekende pijn in mijn rechterarm is de hoofdoorzaak.

Langzaam haal ik mijn arm onder de dekens vandaan om te zien wat er aan de hand is. Mijn arm zit in een zwart gips. van mijn elleboog tot aan mijn pols. Met mijn andere hand pak ik het gips beet. Plots staat alles stil in mijn hoofd. De littekens op mijn andere arm hebben mij iets doen laten realiseren. Ze hebben ze gezien, ze hebben ze gezien. Ze weten het. Hij weet het. Alles staat stil. Behalve mijn hoofd, die draai in het rond, en stop ook niet meer.

Mijn ademhaling stokt en verandert snel in korte hapjes lucht. Ik begin te hyperventileren. Tranen rollen over mijn wang. En hoewel ik zachtjes probeer te stikken in mijn tranen maak ik Collin toch wakker. Zijn ogen verschieten van kleur, even ben ik bang dat hij me aan gaat vallen.

'Het komt goed, volg mijn stem, adem in, adem uit.' Zijn stem klinkt vaag op de achtergrond. Maar genoeg voor mijn om te horen. De tranen worden de minder, mijn ademhaling wordt rustiger, en heel even voel ik me goed, echt goed. Beter dan het masker wat ik de afgelopen dagen voor me houd.

'Adem in, adem uit.' Mijn ademhaling volgt het ritme van zijn stem. Ik vergeet even waar ik me druk om maak. 'Waar ging dat over?' Even is het stil, ik kijk naar de medicijnen die op mijn nachtkastje liggen. Mijn hand reikt naar de medicijnen die me al zo vaak uit dit soort moment hebben gered. Dit keer niet, dit keer vertel ik hem de waarheid. Mijn vingers hebben het pilletje uit zijn verpakking gehaald. Een slok water en hij is verdwenen.

'Ik moet je wat vertellen.' Hij kijkt me aan, hij verwacht een verklaring een antwoord op al mijn verwondingen, alle problemen die ik heb. Ik weet alleen niet hoe ze komen. Het is allemaal je eigen fout. Het is het kleine stemmetje in mijn hoofd. Je was een makkelijk doelwit.

'Het begon vroeger al, het is allemaal mijn fout.' Ik wil verder praten maar de medicatie bereikt mijn hersenen. De slaap neemt het van mijn over. De pijn wordt even licht. En even vergeet ik dat ik hem bij de morgen een verklaring schuldig ben. Ik val in een droomloze slaap.

Ik besta niet | VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu