P.O.V. Chase
De wonden genezen langzaam. Elke keer dat ik probeer op te staan voel ik een steek in mijn zij. Het is de eerste keer dat ik echt een besef van pijn heb. Natuurlijk heb ik gevochten, ik heb botten gebroken, heb getraind tot ik er bij neer viel, maar dat was tijdelijke pijn. Binnen maximaal twee dagen en het was weer weg. Nu is het twee weken verder en de wonden zijn niet eens een beetje genezen. Conner is vaak afwezig. Ik weet niet of het komt door de wonden of omdat we onze mate hebben weg gejaagd.
Dat is een van de twee dingen die behoren tot mijn stomste beslissingen. Mijn mate weg jagen, en Nova pijn doen. Nee, pijn doen is niet hoe ik het zou moeten benoemen. Martelen komt meer in de buurt. Wat ik ook zal doen in mijn leven, hoeveel berouw ik nog zou tonen. Het zou nooit de woorden martelaar van mijn voorhoofd afhalen. Het zou nooit goed praten wat ik een mede weerwolf aan gedaan heb.
Natuurlijk kan ik mijn vader ervan de schuld geven. Als hij niet zo afstandelijk was geweest was zou ik nooit zo geprobeerd te hebben zijn aandacht te krijgen. Ik zou hem de schuld kunnen geven door te zeggen dat hij mij nooit heeft laten zijn ik ik ben. Dat hij altijd zei dat ik macht moest grijpen als ik dat kon. Het zou geen zak veranderen. Hij is niet de gene die een meisje jaren lang gemarteld heeft. Die haar geïsoleerd heeft van haar vrienden. Haar vriend indirect vermoord. Ik heb haar gedwongen om op de zelfde verdieping te wonen. Ik ben de schuldige. Ik ben het.
Haar gezicht blijft me aanstaren waar ik ook ben. De paarse ogen, waar niets anders achter zat dan leegte gevuld met haat. De uitdrukking op haar gezicht toen ze voor het eerst het bloed van een ander zag vloeien. Haar mond lichtjes open van de inspanning. En dat het keer moment. Ik weet niet hou ik het anders moet noemen. Het moment waar op haar ogen terug gingen naar het normale blauw. De angst, nooit had ik die angst zo erg gezien. Een plotseling besef wat ze me had aan gedaan. Toen kwam de vast beradenheid. Even, voor een fractie van een seconde dacht ik dat ze me recht door het hart zou steken. Ze deed het precies andersom.
Het is half vier 's ochtends. Buiten is het nog donker en grauw. De wintermaanden zijn nu officieel begonnen. Ik zit op de rand van mijn bed en kleed me langzaam aan. Het gaat moeizaam en traag. Elke beweging levert pijn op een andere plek op. Na een traag half uurtje zuchten en kreunen ben ik aangekleed. Ik strompel langzaam door het nu nog verlaten packhuis. De vloer is koud. Het vooroverbuigen deed te veel pijn, dus heb ik mijn schoenen maar niet aan gedaan.
Voor ik het weet sta ik in de koele buitenlucht. Na vijf keer diep ademhalen loop ik het bos in. De takjes kraken onder mijn voeten, en steken in mijn tenen. Het bos ritselt en wind laat de blaadjes fluiten. Samen met de vogels zingen ze een gezamenlijk lied. Het gras voelt nat van de net gevallen dauw. Het is nog donker, ondanks dat ik in de verte dan zon zie op komen.
Na een paar een lange tijd doelloos ronddwalen, laat ik mijn voeten brengen naar een open stukje in het bos. Het boeit me niet dat ik een duur pak aan heb, het boeit me niet dat het gras nat is, waarschijnlijk vochtige, groene vlekken achter zou laten. Boeit me niet dat ik zo meteen waarschijnlijk niet meer omhoog komt. Het enige wat me boeit is dat de zon weer op komt.
Zo zit ik vijf minuten lang te kijken naar ze zon die opkomt en de wereld weer kleur geeft. Ik blijf kijken naar de zon, zelfs als ik iemand hoor aankomen. Zijn geur verraad hem toch al. Ik voel hoe de lucht naast me beweegt als hij naast me komt zitten. Elektriciteit vliegt tussen ons, en ondanks dat ik hem niet aan raak voel ik de tintelingen op mijn huid.
'Ik had je niet verwacht je nog te zien.' Mijn stem klinkt schoor en minder krachtig dan ik hoop gehad. 'Aaron bleef maar doorzeuren, ik kreeg er hoofdpijn van.' Een klein lachje ontsnapt van Erros lippen wanneer hij de zinnen zegt. Ik heb zijn stem zo gemist. Het voelt als een tweede huis. De glimlach die op zijn lippen rust geeft me een soort warmte anders dan ik ook ooit eerder heb gevoeld.
'Ga je me ooit vergeven?' De vraag speelde al een tijdje door mijn hoofd. Een opluchting ontsnapt me nadat ik de woorden uitspreek, maar al heel snel wordt dat gevold door stress als het stil blijft van Erros kant. 'Je zou me niet moeten vergeven. Wat ik gedaan heb' Het blijft stil. 'Je zou me niet moeten vergeven. In elk geval het nooit vergeten.' Ik begin door te ratelen. Erros onderbreekt me.
'Het vergeten deel kan ik je beloven. Het nooit vergeven.' Het is weer even stil, maar dit is een ander soort stilte alsof hij opzoek is naar de juiste woorden. 'Hoe hard ik het ook probeer je blijft mijn mate, ik heb ook de goeie kanten van je gezien.' Hij kijkt me aan, en zijn ogen verschieten even van kleur. 'Waarom ben je hier?'. Erros gezicht verschiet plotseling naar een verschikte uitdrukking. 'Ik moest van je moeder je gaan halen, de Alfa wil wat je bespreken'
Ik glimlach. 'Nou, ik vrees dat we hem dan maar eens moeten we bezoeken' Erros staat op en bied zijn hand uit om me helpen op te staan. Ik wil net zijn hand aan nemen als hij hem weer terug trekt. 'Wacht, wacht, wacht, zei je we.' Een aanstekelijke lach verschijnt op zijn gezicht en ik kan niets anders dan mee lachen. 'Ja, ik ga mijn mate aan mijn vader voorstellen. Wil je me wel nog even helpen met opstaan?'
'Kan je dan zelf niet opstaan?' Ik geef en schuine glimlach. 'Ik ben in mijn buik gestoken met een zilver mesje. Het helen gaat wat traag.' Hij strek zijn hand uit en helpt me met opstaan. De tintelingen voelen heerlijk. 'Dank je, laten we gaan.'
Binnen enkele minuten ben zijn we bij de deur van het packhuis. 'Weet je zeker dat je dit wilt doen, ben je niet bang om je Alfa titel kwijt te raken?' Erros draait zich naar me toe en kijkt me bezorgd aan. 'Het is een wonder dat ik nog Alfa ben. Vind je het zo erg dat je mate geen Alfa meer is?'Even ben ik bang dat hij daar werkelijk zorgen om maakt. 'Nope, ik vind het prima om niet constant in de aandacht te staan.'
Sneller dan ik hoop staan we voor het kantoor van mijn vader. Ik klop op de deur, en bereid me voor op wat zo komen gaat. 'Kom binnen!' De krachtige stem van mijn vader klinkt door de deur. Ik pak Erros hand vast als ik deur open doe. Mijn vader zit aan zijn bureau en mijn moeder zit er naast. Ik zie de glimlach op haar gezicht verschijnen.
'Vader, ik wil dat je mijn mate ontmoet. Dit is Erros, Erros dit is mijn vader'
-------------------------
Bedankt voor het lange wachten!
Ik hoop dat de volgende wat sneller klaar is.Btw: dit boek is bijna klaar :(.
Maar wees niet getreurd. Ik ga een nieuw boek beginnen
(wel pas nadat dit boek klaar is) en ik wil dat jullie helpen met het kiezen van de genre.Dus hierbij de poll in de externe link voor als je op de computer leest, en anders staat de link in de comments, als je een ander idee hebt laat dat dan achter in de comments.
www.strawpoll.me/18276150
PS. Mijn eigen mening telt ook wel mee.
xx Nootje
JE LEEST
Ik besta niet | VOLTOOID
WerewolfNova, door andere meestal Emilia genoemd, is gebroken. Niets meer over van het meisje dat in haar omhulsel zat. Ze is van af haar 8ste gepest door de toekomstige Alfa. Ze is getraumatiseerd en verwond. De gevolgen zijn nog steeds duidelijk zichtba...