P.O.V. Collin
De wereld is een waas. Hoe vaak ik ook met mijn ogen knipper alles blijft wazig. Het enige wat nog duidelijk klinkt, is het constante gepiep dat door de kamer gaat. Het enige bewijs dat ze nog leeft. Jason had me het een ander uitlegt, maar ik begreep slechts de helft. Sky of eigenlijk Skyler was Nova Emilia's wolf. Die was dus blijkbaar niet dood maar in een soort coma. Skyler kon alleen de controle van haar over nemen, maar niet met haar praten. Het had iets te maken met blokkades. Ik kon niet verder luisteren. Ik kon het niet. Alles in mij voelt alsof het aan het rotten is. Ik ben weg aan het rotten.
Nova ligt op haar rug in het ziekenhuisbed. Tientalen slangetjes lopen haar lichaam in en uit. Ze ziet wit. Wat haar een engelachtige uitstraling geeft. Ze is zo klein in dit gigantische bed. Mijn hand lijkt vast te zitten aan die van haar. Ik kan haar aanraken. Eens in de zoveel tijd denk ik dat het komt omdat ze dood is, maar dan hoor ik het ritmische gepiep van de machine weer en wordt ik herinnerd dat ze nog leeft. Nog net.
Chase, al bij het horen van de naam begint mijn bloed al te koken. De puzzelstukjes vielen op zijn plaats toen ik haar daar zo zag. Haar ogen vel paars, en gevuld met haat. Ik krijg maar niet uit mijn hoofd hoe ze hem prinsesje noemde. Zo moet hij haar genoemd hebben. Schuld steekt telkens weer mijn borst als ik daar aan denk. Het liefst zou ik hem vermoorden. Dat wou Nova ook doen. Maar ik heb geen fut meer.
Telkens voel ik de zachte tintelingen nog zachter worden. Telkens ben ik bang dat het gepiep stopt en ze er niet meer is. Telkens ben ik bang dat dit de laatste keer is dat ik deze heerlijke lavendel ruik. Telkens ben ik bang dat dit de laatste keer ik haar zal zien ademen.
Xander is nog even kommen kijken hoe het ging. Mabel is nog langs geweest met wat eten. Mijn ouder volgens mij ook. Ik weet het allemaal niet zeker. Het is wonderlijk dat ik in zo een korte tijd zo veel van haar ben gaan houden. En ik haar in zo een korte tijd weer kan verliezen.
P.O.V. Nova Emilia
Vanavond wordt ik zestien. Het einde van deze marteling probeer ik mezelf de hele tijd wijs. Ik weet dat ik lieg. Met het geld dat mijn ouders heb een huisje gekocht aan de rand van het pack. Zodat ik zo snel mogelijk hier weg wezen kan.
Veel heb ik niet in te pakken, binnen een kwartier ben ik klaar. Wat oude foto's, wat kleren, en wat boeken. Honderden keren heb ik die pagina's gelezen op zoek naar iets beter dan hier. Nooit heb ik het gevonden. Ik weet nog steeds niet hoe ik het overleefd heb, waarom ik het overleefd heb. Misschien wou de maangodin dat ik nog even zou weten hoe het is om een mate te hebben. Dan zou ik daarna mogen sterven.
Chase heeft me niet meer bezocht en daar ben ik alle goden dankbaar voor. Ik til het matras op, dat op het oude bed ligt, waar de meest verschrikkelijke dingen op zijn gebeurt, maar pas nadat dat ik me er van verzekerd heb dat er niemand aan komt. Ik kijk naar het zilveren mesje wat eronder ligt. Ik heb hem van Chase gesloten toen hij niet keek. Hij heeft er nooit naar gezocht. Naar het mesje dat alleen mijn bloed kent.
Ik verwacht dat het zilver zou branden, als ik lemmet van het mes aan raak. Er gebeurt niets. Het voelt als een extra steek in mijn hart. Al had ik verwacht dat het niet zou branden, is de bevestiging nog pijnlijk.
Binnen een half uur heb ik het packhuis verlaten, en ben ik onderweg naar mijn nieuwe onder komen voor zolang als mogelijk. Het is een flink tijdje lopen als je de weerwolven snelheid niet meer bezit. Maar als ik er ben weet ik dat het het waard is. De sleutel past in het slot en een golf van opwinding door mijn lichaam.
Het huis is klein, en heeft twee verdiepingen. Het klein maar knus, zo zou mijn moeder hem omschrijven. Mijn moeder, soms ben ik bang dat ik vergeet hoe haar gezicht er uit zag. Of hoe mijn vaders stem klonk. Hoe ze mijn naam riepen als ze boos waren.
Soms ben ik bang dat ik mijn naam vergeten ben. Dat ik een naam verzonnen heb die ik mooi vond maar dat het nooit de naam zal zijn die mijn ouders mij gegeven hebben. Dat hij het voor elkaar gekregen heeft om zelf dat nog van mij af te pakken. Prinsesje. Ik wil geen prinsesje heten. Ik vind Prinsesje lelijk. Mijn moeder heette Emilia. Ik vind Emilia een mooie naam. Ik wou dat ik Emilia heette. Misschien heet ik wel Emilia. Alleen weet ik het niet.
Ik ben bang dat ik gek wordt van mezelf. Ondanks beter weten in blijf ik hopen dat ik vanavond haar stem zal horen. De stem van mijn wolf. Mijn wolf. Ook haar naam weet ik niet. Haar naam zal ik ook nooit weten. Net zoals mijn eigen naam, denk ik schamper achteraan. Ik sta op van de bank om richting het onbeslapen bed te gaan. Nova, mijn wolf zal Nova heetten. Nova en Emilia, Nova en Emilia. Nova en Emilia. Ik ben Nova en Emilia. Ik ben Nova Emilia. Van af nu geen prinsesje meer voor mij. Dat heb ik mezelf wijs gemaakt. Nu staat het zo in mijn herinneringen gegrift.
Daar bij mijn bed staat mijn moeder. Ik weet dat dit niet echt is. Ik ben toch dood. Ik het zou niet lang duren voor dat ik mijn ouder weer zal zien, en daar is mijn moeder. Ik stap in bed, en mijn moeder trek de dekens over mijn heen. 'Slaap lekker mijn kleine wolfje.' Ik grom. 'Ik heet geen wolfje. Ik heet Nova Emilia.' Mijn moeder kijkt verbaast. 'Maar Emilia is mijn naam.' Ik kijk haar aan. Een sprankeltje trots hoop ik in haar ogen waar te nemen. 'Ik vind het een mooie naam.' Mijn moeder geeft een een klein glimlachje. 'Vind je Madeline dan geen mooie naam meer. Madeline Lena Mea.' Ik voel de slaap langzaam me naar beneden trekken. 'Misschien. Alles is beter dan prinsesje.'
JE LEEST
Ik besta niet | VOLTOOID
WerewolfNova, door andere meestal Emilia genoemd, is gebroken. Niets meer over van het meisje dat in haar omhulsel zat. Ze is van af haar 8ste gepest door de toekomstige Alfa. Ze is getraumatiseerd en verwond. De gevolgen zijn nog steeds duidelijk zichtba...