16

858 28 2
                                    

'Zenuwachtig, Tess?' Connor kijkt me lachend aan. Ik zet een half neppe glimlach op en neem een hap van mijn, door James gemaakte, verrukkelijke ontbijt.

'Aangezien jullie me niet willen vertellen waar we heen gaan, ja Connor, ben ik best zenuwachtig,' zeg ik nadat ik mijn eten heb doorgeslikt.

'Maak je maar niet druk, het word leuk,' zegt Tristan die me vrolijk aankijkt. Ze lijken zo blij. Ik snap niet wat dat met was met Bradley zo net, ik bedoel, het was niet alsof hij me echt ten huwelijk ging vragen ofzo. Hij doet gewoon normaal nu, voor zijn doen. Ik ben een beetje klaar met zijn stemming wisselingen, het maakt me gek.

Hij maakt me gek.

'Tess, voordat we gaan,' begint James terwijl we onze jassen aantrekken, 'moet je wel onthouden dat je een hele dag met vier jongens opgescheept zit.'

Ik trek mijn wenkbrauwen op, zo erg is dat toch niet?
Maar ik snap wat hij bedoelt als de voordeur opengaat en vlak voor de poort een matzwarte Lamborghini geparkeerd staat. Mijn mond valt open.

'Oh mijn god!' Ik rol er een beetje moeilijk, maar veel te snel, naar toe en laat de jongens een beetje verbijsterd achter. Ik heb in het ziekenhuis Connor wel verteld dat mijn vader autocoureur is geweest voor zijn dood, maar ik weet haast zeker dat hij het vergeten is.

'Dit is geweldig! Hoe wisten jullie dit? Oh mijn god ik hou van jullie!' Zeg ik terwijl ik enthousiast in mijn handen klap en begin te gillen. Ik weet natuurlijk zelf ook wel dat ze dit voor hun zelf hebben gedaan, maar dat ik er nog het meest blij mee ben is geweldig, de blik op hun gezichten is onbetaalbaar.

'Eigenlijk is dit Brad's auto,' zegt Tristan een beetje verbaasd. Ik kijk Bradley glimlachend aan terwijl ik met mijn wenkbrauwen wiebel.

'Goede smaak Bradders,' zeg ik terwijl ik hyperactief in mijn rolstoel rond begin te crossen. Ik ben een klein kind.

Oh mijn god.

Ik noemde Bradley net Bradders.

Bradders.

What the hell.

Net als ik hoop dat ze het niet gehoord hebben, beginnen ze allemaal heel hard te lachen en zie ik Bradley zijn wangen rood kleuren.

'Jezus James, wat heb je in haar koffie gestopt?' Lacht Tristan terwijl hij achter me aan rent en mijn rolstoel vastpakt, zodat ik niet verder kan rijden en gedwongen word om rustig te zijn. Hij helpt me in de auto, voor in, naast Bradley, en gooit mijn rolstoel achter in. Vlak daarna stapt hij ook achter in de auto, naast James en Connor en trapt Bradley het gaspedaal in, waardoor we met volle vaart het terrein afscheuren.

We praten en lachen. De autorit duurt lang, maar door hun gezelschap is het prima uit te houden. Nou ja, op sommige momenten is het juist hun gezelschap wat me uit de auto wil laten springen, want ja, ik bedoel het zijn toch vier jongens. En jongens blijven jongens.
Na een paar minuten hoor ik James achter in de auto naar adem happen. Ik kijk een beetje verbaasd, maar de andere drie vinden het allemaal heel duidelijk. Bradley schud lachend zijn hoofd als hij de knop van de radio harder draait. "22" van Taylor Swift dreunt door de boxen wat me spontane hoofdpijn geeft, niet het liedje, alleen het volume van het liedje. Het word nog erger als James er keihard boven op begint mee te schreeuwen, gevolgd door Connor en Tristan. Bradley lacht alleen maar terwijl hij zijn ogen op de weg houd. Aangezien ik de tekst niet ken skip ik het zingen, maar dan eindigt liedje en begint een nieuw deuntje de auto te vullen. Bradley draait het volume wat zachter, maar alsnog harder dan gemiddeld.
Bradley begint mee te zingen, en hij begint er schik in te krijgen. Het tweede couplet stopt hij en zing ik ook mee, wat eigenlijk best goed klinkt, ondanks ik niet kan zingen. Bradley en ik houden een sing-off op het liedje, mijn favoriete van hun. Felix, mijn broer vond dit het minst erge liedje van the vamps. Ik ben geen fan van hun muziek, maar dit lied heeft wel wat.
Na een paar extra minuten van het duet van Bradley en mij klinken de laatste tonen van Somebody To You door de boxen en haal ik uitgeput adem.

'Je kan zeggen wat je wil Tess, maar dat was echt gaaf.'

'Ga toch weg, Con.'

Na nog wat liedjes gezongen te hebben komen we aan bij een huisje. Als ik uit de auto getild word zie ik aan het zand onder mijn voeten dat we op het strand zijn. Omdat het april is, is het nog best oké weer. Het is een goede dag voor begin april, laten we het daar maar op houden. Ik snuif de frisse zeelucht in en neem het uitzicht in me op. Een klein, wit strandhuisje staat iets verder in de duinen, met een stenen pad die naar het stand zelf loopt. Het is niet druk op het strand, wat me laat denken dat het een privé gebied is? Deze jongens hebben meer geld dan ik dacht.

'Wat is dit?' Vraag ik terwijl ik richting de deur van het huisje rijd.

'Deel één van jongens-plus-Tessa-dag,' zegt Bradley op een "duh" toon. Ik rol lachend mijn ogen en word door Bradley naar binnen gerenden, vlak nadat Tristan de deur opendoet. Het is een mooi, wit huis met veel ramen en toch veel kleur. Een keuken en woonkamer in één, een wentel trap naar boven en een badkamer, dat is het.

'Jongens, we hebben een probleem,' zegt James terwijl hij de glazen schuifdeur naar naar het terras, dat bestaat uit een houten ondergrond op het stand en twee banken, salontafel, en een wat hogere tafel met zes hoge stoelen er aan, opent.

'We hebben maar twee slaapkamers, voor vijf personen,' zegt hij nadat hij iedereen drinken heeft gegeven en op de bak neer ploft.

'De slaapkamers zijn allemaal boven, toch?' Zegt Connor nadat hij zijn biertje met een slok achterover gooit. Bradley en ik drinken water.

'Klopt. Normaal was het altijd zo dat we gewoon met z'n tweeën op een kamer gingen, maar we durven je niet alleen te laten, snap je?' zegt James als hij me moeilijk aankijkt.

'Ik dacht dat we alleen een dagje naar Londen gingen?' Vraag ik verbaasd.

'Nee, nou ja, dat hebben we je laten denken maar eigenlijk zijn we een weekje op vakantie,' zegt Tristan nonchalant terwijl hij een grote sporttas op mijn schoot gooit. Ik kijk hem vragend aan en open de tas. Hij is gevuld met mijn toilettas, die Bradley vanochtend nog heeft gebruikt, mijn borstel, zes setjes kleren, twee pyjama's en een paar extra kledingstukken, een paar zwarte hakken, de jurk van vanochtend, een uitgaansjurkje, slippers en sneakers, mijn favoriete uitgaanstasje, een gewone tas en mijn oplader voor mijn telefoon en wat ondergoed. God, ik vraag me af wie dat heeft ingepakt, maar aan Bradley's blik te zien was hij het. Ik voel mezelf rood kleuren.

'Over morgen mag mijn rolstoel weg, dat weten jullie toch?' Zeg ik voordat ik mijn tas op de grond naast de bank neerzet.

'Ja, maar we laten je alsnog niet alleen,' zegt Tristan streng, die naast me komt zitten met een flesje bier in zijn handen geklemd.

'Ik ben geen baby meer,' mompel ik terwijl ik mijn gezicht verberg in mijn glas water.

'Je weet wat er vorige keer gebeurde toen we je alleen lieten slapen, toch?' Tristan kijkt vanuit zijn ooghoeken naar James, die beschaamt wegkijkt. Ik vind het naar dat hij zich nogsteeds schuldig voelt voor dat.

'En de vorige keer dat we je alleen lieten over het algemeen?' Mompelt Bradley zachtjes. Iedereen kijkt hem aan, ik weet waar hij het over heeft. Over de rode en blauwe plekken die nu mijn huid moeten voorstellen.

'Brad,' zegt Connor maar ik kap hem af.

'Nee, dat was allemaal mijn eigen schuld jongens. Ik kan best op de bank slapen,' stel ik voor.

'Geen sprake van,' zegt Connor gelijk. Ik rol met mijn ogen en drink mijn water op.

'Wat moeten we dan? We hebben niet veel keuze, aangezien ik niet trap kan lopen en jullie me ook niet de hele tijd op kunnen tillen?' Zeg ik met een zucht.
Iedereen staart voor een tijdje naar de zee te kijken, hoe de golven elkaar inhalen en langzaam het zand bevochtigen en zich dan weer terugtrekken. Iedereen is in zijn eigen gedachtes tot Bradley de stilte onderbreekt.

'Laten we samen slapen.'

Before I DieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu