39

608 31 2
                                    

Tijd vliegt voorbij als je in een vliegtuig zit, letterlijk. Ik moet je vertellen dat sinds die avond, alles in de versnelling ging. Voordat ik het wist, waren weer in de villa en zaten we met de vier jongens, Dean en Joe in de woonkamer. Mijn tassen waren door Tristan naar mijn kamer gebracht, aangezien ik niet zo veel kan doen met mijn hand. Het irriteert me dat ik niets zelf kan doen, maar aan de andere kant is het fijn dat de jongens voor me kunnen zorgen, zo blijven ze dichter bij me.

'Tessa,' zegt Bradley, 'heb je tijd?'

Ik rol mijn ogen onopgemerkt. Natuurlijk heb ik tijd, ik heb een baan, geen vrienden en geen studie of zo. Als ik opsta volgt Connor's blik me, maar ik vermijd oogcontact.

Ik loop achter de brunette aan richting de patio, een plek waar ik tot nu toe nog niet vaak ben geweest in het huis. Het is echter een prachtige plek, zo met het uitzicht op de tuin en de kleine lichtjes langs de overkapping.

We laten ons neerzakken op de banken rond om de vuurkorf, die ons warm houd als de nacht ons dat niet kan bieden.

'Het spijt me, Tessa,' zegt hij.

'Brad, we hebben dit al gedaan, er is geen rede om de hele kast-situatie overnieuw te doen.'

Hij pakt mijn hand langzaam vast, mijn huid tintelt bij de aanraking. Zijn bruine ogen staren in de mijne en op dat moment staat alles stil. De stroomversnelling waarin ik me de laatste maanden in heb bevonden, alles staat simpelweg gewoon stil. Iedereen is weg, Jase, Connor, Tristan, James, iedereen.

Behalve Bradley.

Op dat moment zijn we gewoon twee verloren zielen die elkaar nodig hebben, die snakken naar de warmte van de ander, terwijl ze beide bevroren zijn.Althans, dat dacht ik.

Want eigenlijk, diep van binnen, is die welbekende maar toch zo vreemde vlam weer gaan gloeien. Nee, niet gloeien.

Branden.

Normaal heb ik niet alles in de hand, dan heb ik niet door wat er gebeurd, omdat alles zo snel gaat. Maar nu weet ik precies waar ik mee bezig ben als mijn lippen die van hem zoeken.

Alsof alles in slowmotion gaat, glijden zijn handen naar mijn heupen en spelen mijn vingers met zijn krullen, en mijn gegipste hand beschermt zijn wang. Wat eerst een semi-onschuldige kus was, gaat over in een vurige zoen. Zijn lippen smaken naar aardbei, de smaak van mijn lippenbalsem.

'Boven?' Hijgt hij in mijn oor.

'We hebben gasten, Bradley,' grinnik ik.

Hij glijd met zijn vingertoppen over mijn armen heen, wat me kippenvel geeft.

'Net alsof ik daar om geef,' antwoord hij terwijl hij een kusje in mijn nek drukt.

Ik rol mijn ogen. 'Brad.'

Zuchtend stopt hij met de streep van kusjes die hij over mijn lichaam heeft achtergelaten. Hij laat zichzelf achterover vallen op de bank en haalt zijn hand door zijn haar.

'Wat jij wil, maar denk maar niet dat ik het hier bij laat zitten.'

Bradley is niet bepaald een man van zijn woord, en als ik heel eerlijk ben, dacht ik dat onze zoensessie niet meer zou worden hervat. Ik liet het gaan en had een gezellige avond met iedereen.

Maar blijkbaar, als Brad iets heel graag wil, doet hij het ook.

Dus die avond hebben Brad en ik het gedaan.

-

'Mag het er af, denkt u?'

Dokter Jacobsen schud haar hoofd lichtjes. 'Ik weet het niet, Theresa. Het moet sowieso ververst worden, en ik denk dat het verstandig is om een röntgenfoto te maken van je pols, om de schade te bekijken.'

Ik knik. 'Ik ben echt helemaal klaar met dat gips,' zeg ik, wijzend naar mijn pols.

De frons op haar voorhoofd groeit en net als ik haar wil vragen wat er zo raar is aan mijn gezicht, voel ik een druppel op mijn hand vallen.

Bloed.

Ik kuch en verberg mijn neus ongemakkelijk. 'Mag ik misschien een doekje?'

Mijn dokter knikt en grijpt snel een tissue. 'Heb je vaker last van bloedneuzen?'

Ik twijfel even voordat ik antwoord geef. 'Ik heb wel heel veel last van hoofdpijn en flauwvallen de laatste tijd,' vertel ik haar.

Ze kijkt me bedenkelijk aan. 'Volg mij maar.'

Ze staat abrupt op en loopt de kamer uit, terwijl ik haar sloffend volg, de tissue nog tegen mijn neus aan gedrukt. De witte kleur word langzaam verdreven door het bloed.

Dokter J opent een deur en het eerste wat ik zie is een groot apparaat.

'Je mag je kleren uittrekken,' zegt ze met een glimlach, nadat ze me zo'n vreselijk ziekenhuis kleed heeft aangegeven.

'Klaar?' Vraagt ze na een tijdje.

'Mmh,' hum ik. Ze verteld me dat ik in een MRI scan moet gaat liggen. Ik wil niet eens weten wat dokter J denkt.

'Oké Theresa, het is van het grootste belang dat je doodstil blijft liggen, begrijp je dat?'

Ik knik, ondanks dat ze me niet kan zien. De scannner begint te bewegen en dan word ik verblind door het licht

-

Mijn vingers tappen op mijn schoot. Mijn ogen voelen uitgedroogd, terwijl mijn wangen nogsteeds nat zijn. Mijn ogen sluit ik, hopend dat het alles zal verdrijven, maar nee. Alles blijft hetzelfde, de pijn, de ogen die op mij gericht zijn, alles. Het voordeel van dit alles is dat mijn gips er af is, maar dat is ook wel het enige voordeel. Ik lik over mijn lippen, maar nogsteeds heb ik een brok in mijn keel die me verbied om te spreken.

'Tess?' Ik voel een warme hand op de mijne.

Als ik mijn ogen weer open is er niets veranderd. Alle vier de jongens die me aankijken, een voor ene op hun eigen manier, maar allemaal met dezelfde emotie. Conjor haalt zijn hand van de mijne.

'Heb je liever dat ik het vertel?' zegt dokter Jacobsen, die naast me zit aan de witte keukentafel in het appartement.

Ik schud mijn hoofd. 'Jongens, toen ik naar het ziekenhuis ging voor de controle van mijn pols, zijn we-'

Mijn stem sterft weg en ik begin weer te huilen. Ik begraaf mijn hoofd in mijn armen en begin te snikken. Het hele huis is doodstil, om mijn gejank na.

BRADLEY'S POINT OF VIEUW

Ik kan het niet langer aanzien en moet haar aanraken, haar troosten. Ik buig naar voor maar Theresa's dokter houd me tegen voordat ik lichamelijk contact met haar kan maken. Dokter Jacobsen schud haar hoofd om me duidelijk te maken dat ik mijn vriendinnetje moet laten. Ik haat het om Tessa zo te zien, zonder dat ik wat kan doen. Haar gehuil is hartverscheurend, werkelijk waar. Ik moet mezelf stoppen om niet mijn vingers in mijn oren te stoppen.

Tristan vangt mijn blik, zijn ogen staan gescheurd. Die van ons allemaal. Niemand durft wat te zeggen, niemand weet wat hij moet zeggen.

Jacobsen neemt een hap adem. 'We zijn in het ziekenhuis tot de conclusie gekomen dat Theresa-'

'Ik heb een hersentumor,' onderbreekt Theresa haar, het gehuild alleen maar harder wordend.

Op dat moment stortte mijn wereld in.

Before I DieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu