17

748 28 0
                                    

Connor stikt bijna in zijn bier en James probeert hem te kalmeren door op zijn rug te slaan. Ik spreid mijn ogen wijd open, wat?

'Wat zei je net?' Vraagt Tristan met zijn mond een beetje open.

'Ik zei, voor alle dove mensen hier, dat ik wel met Theresa kan slapen,' zegt Bradley op een nonchalante toon voordat hij nog een slok water neemt.

'Dat dacht ik dus niet,' zegt Connor die weer een beetje bijgekomen is en zijn armen gekruist over zijn buik slaat, 'geen sprake van.'

'Jongens...' zeg ik zachtjes, te zachtjes, wat er voor zorgt dat ze me niet kunnen horen en door gaan met hun discussie over míj, zonder míj ook echt in de discussie te betrekken.

'Ik bedoel, ik kan bij haar blijven slapen op de bank? Dan hoeft ze niet alleen te zijn en ook niet de trap op te lopen,' legt Bradley verder uit. Tristan kijkt bedenkelijk naar Bradley, terwijl Connor hevig zijn hoofd schud en James alleen maar naar mij kijkt.

'Hey jongens...' zeg ik nu wat harder, maar blijkbaar nog te onhoorbaar want ik word direct onderbroken door James.

'Eigenlijk vind ik het helemaal niet zo'n slecht idee Con, ik bedoel wat moeten we anders?' James trekt zijn wenkbrauwen op naar iedereen, vragend om toestemming.

'Nee, laat mij dan op de bank slapen ofzo, maar niet Brad,' mompelt Connor boos.

'Jongens kom op zeg!' Zeg ik nu harder, bijna schreeuwend. Boos zet ik mijn glas op de salontafel neer, wat een klap veroorzaakt. Iedereen valt gelijk stil.

'Mag ik hier ook mijn mening in geven? Jezus, ik ben geen twee meer!' Ik sta boos op, wat veroorzaakt dat Tristan mijn arm vastpakt. Ik mag niet staan.

'Laat me los, Tristan,' zeg ik kil, killer dan bedoelt, wat er voor zorgt dat Tristan me verbaasd aankijkt en langzaam zijn hand laat zakken.

'Ik kan prima op de bank slapen, ook alleen,' zeg ik nu wat rustiger, maar blijf wel staan. Het kan vast geen kwaad om een paar dagen eerder uit die rot rolstoel te gaan.

'Weet je het zeker, Tessa?' Connor kijkt me wantrouwend aan. 'Je bent als een zusje voor ons, we willen niet dat je... je weet wel..'

'Con, het gaat prima. Kijk, ik kan zelfs al weer gewoon een beetje lopen,' vertel ik heb om hem gerust te stellen, terwijl ik een paar rondjes draai en naar hem toe loop. 'Ik ben oké,' zeg ik nadat ik mijn hand op zijn arm leg.

'Als jij het zegt..' Een zwakke glimlach siert zijn lippen.

'Oké, opgelost. Brad en Tris op een kamer, Con en ik, en Tess beneden op de bank,' zegt James terwijl hij in zijn handen klapt. Hij noemt iedereen bij zijn of haar bijnaam, waarschijnlijk omdat hij er zelf niet echt een heeft. Hij klinkt opgelucht omdat de discussie, die dreigde uit de hand te lopen, is opgelost.

'Nou, wat gaan we nu doen?' Zeg ik terwijl ik het strand op ren, het zand in mijn zwarte vans voel komen. Ze kijken me bezorgd aan, vooral omdat ik niet mag lopen, ookal houden ze me niet tegen. Ze weten hoe erg ik die verdomde rolstoel haat.

'Tess, kijk uit!' Zegt Tristan als ik begin te springen en rondjes te draaien. Dit gevoel voelt goed. Tristan rent achter me aan en trapt zijn schoenen uit. De rest volgt ook en met z'n vijfen rennen we een beetje op het strand.
Na een paar minuten ben ik uitgeput en laat ik mezelf op de grond, niet veel boeiend dat mijn nieuwe broek vies word van het zand, vallen. Bradley laat zichzelf naast me neerzakken. Ik sla mijn armen om mijn knieën en kijk naar Tristan, Connor en James die elkaar hopeloos in het water proberen te gooien. Bradley zet zijn handen achter zich neer in het zand, zodat hij daar soort van op steunt.

'Ze zijn echt sukkels eerste klas,' zucht Bradley als Connor voor over met zijn hoofd in het zand valt, en vervolgens Tristan bij zijn enkels pakt, waardoor hij ook valt en als kers op de taart valt James over Connor heen.

'Vertel mij wat,' lach ik. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Bradley ook glimlachen.

En zo zitten we een tijdje, naar drie volwassen kleuters te kijken op het strand. Het is begin april, dus er is nog wel wat wind maar de zon schijnt vol op, wat het echt heerlijk maakt. Ik snuif de frisse zee lucht in en zucht een beetje.

'Ik zou echt voor altijd zo kunnen blijven zitten,' mompel ik en voel dan hoe Bradley zijn hoofd naar me omdraait.

'Ik niet,' mompelt hij wat mij naar hem doet kijken, maar als ik zijn blik vang draait hij zijn hoofd weer om naar de zee.

'Waarom niet?' Vraag ik een beetje beledigd, dit is toch perfect?

'Het zou niet echt zijn,' verteld hij, zijn blik nu op mij gericht.

'Niet echt?'

'Alsof we in een bubbel leven, het is niet alleen maar zon, zee en strand.' Zijn bruine ogen kijken me doordringend aan, alsof hij in mijn ziel wil kruipen. Het maakt me een beetje bang, maar ik kijk niet weg.

'Ik vind het prima zo, die bubbel,' zeg ik tegen hem, alsof ik in een trans zit.

'Ja, omdat het veilig is. Niemand komt in je bubbel en je word niet gekwetst. Je bent veilig, maar het is niet echt,' zegt hij, en ik weet dat hij gelijk heeft.

Als antwoord haal ik alleen mijn schouders op.

'Volgens mij,' begint hij te vertellen, 'ben je bang om uit je bubbel gehaald te worden, of niet Theresa?'

Brad's ogen branden in de mijne, tot ik besluit wat ik moet antwoorden en mijn blik op de spelende jongens en de zee focus. Er is geen vijandigheid in dit gesprek, hij confronteerde me met wie ik ben en dat maakt me bang. Tijd om hem met de feiten te confronteren.

'Volgens mij, heb jij nooit geweten hoe het is om in een veilige bubbel te leven, of niet Bradley?'

Before I DieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu