30

682 27 2
                                    

Het spijt me zo erg dat ik zo lang niet meer ge-update heb, maar ik heb nu officieel vakantie! Wat voor mij dus veel schrijven betekent, en voor jullie veel hoofdstukken.

----------

'Dus,' zegt Jase als we weer door de grote straten slenteren van mijn voormalige droomstad, 'doet het pijn?'

Ik rol mijn ogen en stoot hem met mijn schouder aan. Mijn linker pols is in het gips gezet en word nu ondersteund door een donkerblauwe mitella.

'Nee, een gebroken pols doet geen pijn,' lach ik, waardoor hij ook lacht.

'Ik vroeg het alleen maar,' mompelt hij met een speelse glimlach op zijn lippen, terwijl zijn ogen de weg voor ons scannen.

Ik kijk omhoog naar zijn blauwe ogen en glimlach naar hem, zijn ogen nogsteeds gefocust op de stad voor ons. 'Weet ik, Jase.'

Het blijft een tijdje stil. Nou ja, natuurlijk niet echt stil. De vogels fluiten, kinderen schreeuwen en mensen praten. Taxi's stoppen en auto's toeteren. Er is zo veel geluid in Londen, en toch is het zo stil.

'Waar moeten we precies heen?' vraagt hij.

'Hier links,' zeg ik als het onbekende straatbordje verschijnt, alsof het perfect getimed is.

Met mijn goede hand wijs ik naar het kleine hotelletje aan het einde van de straat. Jase fronst zijn wenkbrauwen.

'Je woont in een hotel? Niet bij Bradley?' Vraagt hij, en ik zoek naar een spoortje van afkeur in zijn stem maar ik vind het niet. Hij beoordeeld me niet op de plek waar ik leef, ondanks dat het maar tijdelijk is.

'Lang verhaal,' mompel ik, en dan is het enige wat ik nog kan zien het perfecte hoofd van Brad.

Het is niet alsof we een vaste relatie hebben, maar elke keer als ik aan hem denk voel ik vlinders in mijn buik en elke keer als we zoenen vol in vuurwerk in mijn hoofd. Het is gewoon het gevoel dat we samen horen te zijn, maar het niet kunnen. Het ligt niet aan zijn baan, ik bedoel, hij moet doen wat hij wil en dat wil ik ook, maar het is iets wat bij ons beide ligt. Bradley en ik hebben beide gewoontes aangemaakt waar we niet vanaf komen, die bij ons als persoon horen.

Het verschil tussen Brad en mij daarin is dat ík mijn muren kan afbreken als ik dat wil, voor de veiligheid van de personen waar ik van hou en ten koste van mezelf, maar ik kán het wel. Bradley daarin tegen, is zo gehecht geraakt aan zijn bescherming dat hij het niet meer af kan doen. De bruinharige jongen is zo vaak gekwetst dat hij het niet meer aankan, en ik haat het.

Zelfs als hij tien dagen niets van zich laat horen, wat weinig klinkt maar veel is, breekt het me stukje bij stukje. Soms lig ik in bed en vervloek ik mezelf om zo dom te zijn, om mijn bescherming op te geven voor de jongen waar ik geen toekomst mee kan hebben.

Je kan Brad het best vergelijken met een ijsplaat. Je weet wel, zo'n eentje die je vind op de noordpool. Hij leeft prima met zijn ijskoude laag, niemand heeft er last van, maar zodra er te veel warmte in zijn buurt komt gaat hij smelten en is hij bang dat zijn ijslaag voorgoed weg is. Er kunnen dan twee dingen gebeuren; de ijsplaat, die nu water is, bevriest weer en word weer zijn koude, harde zelf, óf het water vind zijn weg naar de zonnige kust en brengt zijn tijd daar door, terwijl hij zorgt voor het blijdschap van vele andere.

Je kan wel raden welke optie ik ben, en welke hij is.

'Heb je gehoord wat ik zei?'

Ik kijk vragend om me heen. 'Wat?'

Jase lacht en opent de deur van het hotel, waar we blijkbaar aan zijn gekomen. Hij glimlacht en ik loop naar binnen, de witte lobby in. Het ziet er zo duur uit, terwijl het dat helemaal niet is.

Before I DieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu