De volgende dag komt Stef mij om drie uur 's middags met de auto halen. Hij heeft net zijn rijbewijs gehaald en moet van zijn vader zo vaak mogelijk oefenen met rijden. Zijn vader is een echte auto freak. Eva vertelde mij dat hij momenteel aan wel zes auto's tegelijkertijd werkt. Hij maakt er een sport van om oude onderdelen overal vandaan gratis te plukken. Zijn dream is dat er ooit in de omgeving iemand in een verlaten garage een heel oude exemplaar bewaart, dat die schuur op een dag opengaat en een zestig jaar oude schat eruit komt waaraan hij kan sleutelen. Of dat er uit een tuin een zeldzaam model wordt gegraven zoals dat soms in Ierland gebeurt. Voorlopig heeft hij een groene eend klaar en daar mag Stef gebruik van maken. Zodoende wordt even vóór drie mijn koets voorgereden en stap ik opgewekt in het schattigste vervoermiddel ooit. Deze oldtimer zit vol high-tech materiaal en moderne computers, wat natuurlijk een grappig contrast geeft. Stef ziet er ook opgetogen en gelukkig uit en groet hij mij enthousiast. Uit zijn mond hangt een lollystok en ik versta amper zijn woorden, maar zij klinken wel als:
"Goedenmiddag speurneus, ben je klaar om op onderzoek te gaan?"
"Ja zeker, ik kan niet wachten. Is het ver eigenlijk? Ik ben er nog nooit geweest"
Hij start de motor weer en wij vertrekken rustig.
"Nee hoor, zo'n kwartiertje. We nemen b-weggetjes, dan kun je gelijk kennis maken met de omgeving"
Ik ben blij dat hij daar aan heeft gedacht, maar zeg er niets over om hem niet in verlehenheid te brengen. Intussen zet hij muziek aan en ik herken gelijk muziek dat mijn vader nog draait, een liedje uit de jaren tachtig.
"Even in de stemming komen voordat we dertig jaar terug in de tijd gaan", legt hij uit.
We zijn even stil. Ik kijk door het raam naar het herfstlandschap. Het is een mooi najaarsdag, met een warme licht. De lucht is niet meer zo diep blauw als in de zomer maar wat lichter en vandaag zonder wolken. De struiken zitten vol bessen en de herfstbladen zorgen voor een schakeling van geel, oranje, rood en bruin. Sommige bomen lijken zelfs paars. Zo samen met Stef in deze vrolijke auto onderweg naar een bijzonder huis voel ik me helemaal gelukkig. Ik voel me voor het eerst sinds onze verhuizing hiernaar toe echt thuis. Ik heb er moeite mee gehad mijn oude huis achter te laten, waar ik opgegroeid was en afscheid te nemen van mijn vertrouwde leven, van mijn school, mijn vrienden, mijn gewoontes. Mijn vader was zijn baan kwijtgeraakt en na anderhalf jaar in de omgeving helaas vergeefs te hebben gezocht zodat we geen last zouden hebben van de situatie, was hij gedwongen geweest ook op vacatures te reageren op andere plekken in het land. Na twee maanden had hij een nieuwe baan en deze zomer zijn we verhuisd. Ik weet dat hij zijn best had gedaan om te voorkomen dat we ergens anders zouden gaan wonen. Daarom heb ik geprobeerd me groot te houden en het beste van te maken. Maar het gemis is groot geweest en ik heb veel tranen gelaten om alles wat ik kwijt ben. Aan het begin had ik dagelijks contact met mijn vriendinnen daar, maar je merkt op een gegeven moment dat je steeds meer gaat missen, dat zij je steeds meer moeten uitleggen, dat je zelf je nieuwe leven niet goed kan beschrijven. Ik bleef maar oppervlakkig vertellen over wat ik nu meemaak, maar probeerde niet eens een beeld van Eva of Stef te schetsen. Voor mijn nieuwe vrienden hier ben ik haast net geboren. Voor hen had ik ervoor geen leven en mijn bestaan is pas begonnen toen ik in hun leven kwam. Zij vragen wel eens wat maar echt boeiend vinden zij het antwoord niet. Logisch ook, want zij hebben er geen beeld bij. Daardoor voel je je altijd geamputeerd van een deel van jezelf. Stukken van jezelf bestaan in verschillende dimensies en herkennen elkaar soms niet. Maar nu voel ik me voor het eerst in maanden weer compleet en vol levenslust. Met deze gedachtegang vind ik gelijk een goede opnening om het gesprek aan te knoppen:
"Het lijkt mij wel bijzonder als je je hele leven lang op dezelfde plek woont. Zeker in zo'n klein stadje. Dan weet iedereen altijd alles van elkaar, en van de generaties ervoor, en die daarvoor".
"Wel een beetje verstikkend soms, maar inderdaad, het is moeilijk iets geheims te houden. Mensen die "stiekem" drinken, gokken, vreemdgaan. Er lopen aardig wat onwettige kinderen rond en meestal is het wel bij iedereen bekend. Soms zie je bij twee mensen die niets met elkaar te maken hebben zo'n gelijkenis dat je gelijk weet hoe het zit. Tegen genetica kun je niets doen"
Ik moet erom lachen want dat klopt helemaal.
"Ja, als je foto's van mijn oma zou zien toen zijn jong was. Het zijn wel zwat-wit foto's, dus zie je het rode van haar haar niet, maar anders lijken we net een tweeling"
"Dan was je oma vast een verschijning", flopt zo maar uit zijn moet.
Maar voordat ik wat dan ook kan beantwoorden gaat hij al verder.
"Bij sommige mensen zijn bepaalde genen heel sterk. Kijk bijvoorbeeld de familie van Kris. Zij opa is dood, maar je kunt aan zijn broer zien hoe hij als oude man nu eruit zou zien. Als je Kris, zijn vader en zijn opa op een rij zou zetten, zou je Johnny Depp op verschillende leeftijden zien. Zo erg zelfs dat je je gewoon afvraagt of Johnny Depp zelf geen familie van hen is. Die donkere ogen vooral, en dat bruine haar, die kaak, alles. Eng gewoon"
"Het ligt eraan wat je eng noemt natuurlijk. Op Johnny Depp lijken is niet het allerergst wat jou kan overkomen" zegt ik op luchtige toon.
Stef vraagt bezorgd.
"Vind je hem zo knap dan? Is dat je type?"
Ik draait me naar hem toe en zie dat hij die vraag serieus stelt en in spanning op het antwoord wacht. Dit maakt mij wel blij en ik stel hem gelijk gerust:
"Nee, eigenlijk niet. Het is zeker een knappe man, maar daar zou ik niet op vallen. Te donker. En trouwens, ik weet verder niet hoe hij is en bij mij gaat het vooral om de persoonlijkheid"
En ik voeg in een ademteug toe:
"Ik val vooral op breins"
Ik zie hem rood kleuren en probeer ik nog wat luchtigs van te maken:
" Als Einstein of Stephen Hawking hier rondzwerfden, zou ik hen gewoon stalken en voor hun deur gaan liggen tot ze met mij uit willen"
Stef moet erom lachen en ontspant.
"Weet je dat ik naar hem genoemd ben?"
Ik denk even na:
"Wie? Stephen Hawking?"
"Ja, hij is mijn vader's held"
"Dat schept wel verwachtingen", zeg ik met een glimlach."Maar volgens mij gaat het tot nu toe wel goed"
"Ik doe mijn best, maar ik probeer de rolstoel gedeelte wel over te slaan"
Intussen zijn we bij het huis aangekomen. Ik zie het uit de bocht opdoemen, statig, opgeknapt, opnieuw vol leven. Het ziet er zo veel meer indrukwekkend dan op de foto's en ik ben gelijk verliefd. Wat een prachtig huis! En de hele omgeving is schilderachtig. In de voortuin zijn de bomen vol met hefstbladen en geven het perfect beeld weer van een Indian Summer. Het huis lijkt meer een kleine adelijke kasteel dan een gewone huis en in mijn fantasy zie ik zich een Agatha Christie verhaal hier afspelen. Het perfecte decor om een moord te plegen of eentje te onderzoeken. Het hek is open en Stef rijdt ons naar de majestueuze voordeur. Het hele plaatje beneem me de adem. Ik voel me net in een film.
"Mooi he" hoor ik Stef naast mij zeggen.
"Prachtig! Ik ben zo blij dat ik mee mag"
"Ik ben blij dat je mee bent. Kom" zegt hij wijzend met zijn lollystok naar het huis, "zullen we gaan kijken wat dit schatje ons te vertellen heeft?"
JE LEEST
31 oktober
Mystery / Thriller31 oktober 1985. Een meisje verdwijnt tijdens haar eigen Halloween feest. Niemand kan vertellen wat met haar is gebeurd. Alleen haar zombiejurk wordt intact teruggevonden. Jarenlang wordt een vreselijk geheim bewaard. Dertig jaar later, een mysterie...