Belle's kamer

8 2 0
                                    

We leggen de spullen netjes neer en gaan voorzichtig op onderzoek in het huis. Ik probeer Stef's voorbeeld te volgen en meer op de details te letten. Het eerste wat mij opvalt is de geur. Het is gelijk duidelijk dat men hier onlangs heeft staan verven. Voor de rest merk ik weinig. Ik ben helemaal niet ontspannen en mijn hart zit in mijn keel. Dit is echt waanzin! Ik probeer mezelf te gerustellen door te denken dat dit gewoon een huis is en niets ons kan overkomen. Inmiddels zijn we hier al een tijdje bezig geweest en de zon staat laag aan de hemel. Het licht is minder fel en door de ramen zie ik dat donkere wolken hebben opgestapeld. Het huis is gelijk donkerder. Ik voel een rilling door mijn hele lijf gaan. Waar ben ik mee bezig? Daareentegen lijkt Stef er naar zijn zin te hebben. Hij loopt gedecideerd door de gang tot de grote trap. Hij heeft een typisch loopje en zijn shirt met de bekende woorden van meester Yoda hangt losjes om zijn lange bovenlijf. Ik denk dat ik hem echt erg leuk begin te vinden en het idee dat ik dan met hem op avontuur gaat geeft mij gelijk een beter gevoel. Toevallig kiest hij net dat moment om zich naar mij om te draaien en het zal hem niet ontgaan zijn dat ik naar hem aan het kijken was. Ook mijn blik heeft hij vast gezien. Hij zegt er niets over maar schenkt mij een mooie glimlach en pakt mijn hand. We zijn inmiddels onderaan de trap.
"Als je het echt niet wil, dan gaan we niet. We kunnen nu ook vertrekken en naar huis gaan"
Ik slaak een zucht en probeer dapper te zeggen:
"Nee, kom, laten we gaan kijken. Het is maar een huis en we zijn maar twee nieuwsgierige kinderen toch? Niemand kan ons kwalijk nemen dat we de verleiding niet kunnen weerstaan om een kijkje te nemen"
Ik wijs naar zijn shirt en zeg met een glimlach:
"May the force be with us"
Daar moet hij om lachen en terwijl hij mij de trap op trekt, vraagt hij op een luchtige toon, waarschijnlijk met de bedoeling mij af te leiden en helpen ontspannen:
"O, heb ik daar soms met een mede-fan te maken? Vind je dan de oudere episodes beter of de nieuwste?"
Ik kijk hem aan alsof ik geschokt ben door zijn vraag.
"Je denkt toch niet dat ik hier in ga trappen. Voor een echte fan tellen alleen maar de eerste episodes. Wat later is gemaakt kan er niet aan tippen!"
Nu licht zijn gezicht helemaal op.
"Dat had ik niet helemaal
bij jou achtergezocht! Ik ben zwaar onder de indruk!"
Ik kan het niet laten om met een knipoog de beladen en veelbetekende woorden van Han Solo te herhalen:
"I know"
Dit levert mij een nog groter blije glimlach op en ik voel me nu weer helemaal goed.
We komen bovenaan te trap. Nog steeds geen sporen van de bewoners. Ik vraag fluisterend aan Stef of hij wat heeft gemerkt, iets dat ik boven het hoofd gezien zou hebben maar hij schudt ontkenend zijn hoofd. Ook hij kan nu niets bedenken.
De kamer die we zoeken moet aan het einde van de gang zijn. Ook op deze verdiepung is net geverfd. Dat wil zeggen dat men echt van plan is hier in te trekken. Verder zijn de muren kaal. Alleen op de grond ligt een loper maar voor de rest geen clues! Wie is komt te wonen en ons voor het feest heeft uitgenodigd, weten we nog steeds niet.
We komen aan bij de deur van wat we denken de kamer met de blauwe gordijnen is. Stef laat mijn hand los en klopt zacht op de deur. We krijgen geen antwoord en kijken elkaar vragend aan. Zullen we het erop wagen? Stef's ogen stellen me stijwijzend die vraag en ik schud ja, terwijl mijn hart door de adrenaline opnieuw in mij  borstkast tekeergaat. Ik ben hyper waakzaam, hoor elk geluidje, voel elke luchtverplaatsing. Mijn spieren zijn strakgespannen, klaar om te vluchten. Ik adem een paar keer in en uit.
"Zeker weten?", vraagt Stef zo zacht dat ik hem amper kan horen.
"Nee, ik weet het niet zeker. Maar om nou terug te gaan..."
"Okee"
Heel zacht draait hij aan de deurknop. Het is duidelijk dat wij allebei onze adem inhouden. Ik ben bang dat ik zo gek word van de spanning naar de aanwezigheid van Stef stelt mij gerust. Hij is niet meer zo ontspannen maar hij lijkt zijn eigen zenuwen goed onder controle te hebben.
De deur gaat met een piepend geluid open. We houden ons adem in. Ineens is de deur wijd open en hebben we geen twijfels erover dat wij op de drempel staan van Belle's oude kamer. Terwijl de rest van het huis nieuw en verlaten eruit ziet, lijkt net of het meisje dat in deze kamer sliep, droomde, huiswerk maakte, las en muziek luisterde net beneden een kopje thee is gaan halen elk moment kan terug keren. De hele kamer ruikt naar lavendel, het raam staat op een kier open waardoor een frisse lucht naar binnen waait en we zien de blauwe gordijnen aan weerzijden hangen en licht bewegen. Door het raam zijn de bomen van de voortuin te zien. Iemand die bij het raam zou staan zou goed uitzicht hebben op de plek waar we kort ervoor de projector stonden klaar te leggen.
We komen binnen en doen de deur achter ons dicht. Dit voelt als het betreden van een sanctuarium, een heilig plek waar alles een bepaalde plek heeft en daar ook moet blijven.
"Het lijkt net alsof we terecht zijn gekomen in een museum over de jaren tachtig", hoor ik Stef achter mij fluisteren. Hij doet zijn best om zacht te praten maar ik hoor de opwinding in zijn stem. Dat vindt hij helemaal geweldig.
"Kijk nou, cassettebandjes van The Police, Duran Duran, Madonna. Dit is antiek gewoon. En ook nog zo'n walkman erbij"
"Maar iemand onderhoudt deze kamer erg goed. Zie je ergens stof? Alles is brandendschoon. Het bed is netjes opgemaakt en ruikt niet muf. Je zou zeggen dat het net verschoond is. En die kleren op de stoel... Zij lijken vandaag nog klaar te zijn gezet".
Stef is bij de bureau gaan staan. Schoolboeken en schriften liggen er, een aantal zelfs open. Pennen, een gum, een schoolagenda, een tas op de grond.
Tegen de muur een spiegel en ernaast foto's met polaroids genomen.
"Mocht je nog twijfels hebben, dit is dus echt de kamer van Belle. Haar naam staat op haar agenda en op een schoolpas. Kom eens naar de foto's kijken"
Ik kom naar hem en zie dat een van de meisjes op de polaroids duidelijk hetzelfde is als in de krantenberichten over Belle Redman's dood.
"Ja, dat is Belle. Afgezien van de kleren en de kapsel die duidelijk uit een andere eeuw stammen, zou zij zo bij ons op school kunnen rondlopen. O, Stef, dit had een vriendin van ons kunnen zijn".
"Ja, dit is een raar idee. Kijk, een kranteknipsel over de film Back to the future. Releasedatum 30 oktober 1985 staat erbij. Blijkbaar wilde zij naar die film. Ja, zij had zeker een vriendin van ons kunnen zijn. We waren samen naar die film gegaan".
Hij kijkt nog naar de foto's.
"Herken je iemand anders?"
De foto's zijn niet zo scherp en al lijkt het alsof wíj net als Marty MacFly dertig jaar terug zijn beland is het niet zo. De foto's zelf zijn wel dertig jaar oud en de kwaliteit van de polaroids is achteruit gegaan. Ik knijp mijn ogen een beetje dicht en probeer een gezicht te onderscheiden en deze te koppelen aan iemand die ik bijvoirbeeld onlangs ergens op straat zou gezien hebben. Maar ik zie weinig. Ook Stef doet zijn best en wijst naar een polaroid waar Belle samen met een jongere meisje staat. Het is heel moeilijk om gelijkstrekken te zien.
"Wie zou het zijn?" vraag ik aan Stef. "Valt deze foto je bijzonder op?"
"Ik weet het niet. Het is net of iets heel diep in mijn geheugen mij een waarschuwing probeer te sturen die ik wel kan ontvangen maar niet ontcijferen. Ik zou zweren dat iets in dat gezicht mij bekend voor komt, maar wie en waar, ik heb geen idee".
"En vergeet niet dat dit een meisje van een jaar of 10 is. Misschien een oppaskind van Belle. Of een nichtje. Of iemand die toevallig op die dag op bezoek was. Maar nu is het een vrouw van veertig".
"Ja, dat is ook zo. Heb jij verder wat gevonden?"
"Nee, ik kan niets ontdekken. Ik heb vluchtig in de agenda gekeken, maar het gaf mij het gevoel dat ik Toet-Ankh-Amon's graf aan het schenden was. En je weet wat voor vloek die archeologen op zich hebben afgeroepen. Voelt niet lekker. Maar ik zag niet veel. Huiswerknotities, tekeningen die je tijdens de les maakt als je verveelt, stukjes van tijdschriften, wijze woorden, iets wat op een codetaal lijkt. Waarschijnlijk een bericht over een jongen die zij leuk vond".
"En kun je het ontcijferen?".
"Nee, denk je dat het van belang kan zijn? Meisjes van 16 overal ter wereld en uit welke tijd ook hebben altijd wel een jongen die zijn leuk vinden en over wie zij schrijven in codetaal".
"Echt? Doe jij dat ook? Zal ik die code van jou eens proberen te kraken?"
Ik word even stil en heb het idee dat ik te veel heb gezegd. Ik probeer Stef af te leiden.
"En jij, wat heb jij ontdekt?"
"Behalve dat jij iets leuks over iemand in je agenda in codetaal schrijft? Niet veel", zegt hij met nieuwsgierige ogen.
Mijn afleidingsmanoeuvre helpt niet. Ik probeer het anders.
"Misschien valt hier niets te ontdekken. Zullen we verder kijken?".
Stef kijkt mij geamuseerd aan. Hij beslist me niet verder te plagen en leidt ons naar de deur.
We verlaten deze kamer. Als we op de drempel staat zien we recht tegenover ons de deur van een andere kamer. We hebben blijkbaar allebei hetzelfde idee.
"Wat zou daar volgens jou achterstaan?", vraagt Stef wijzend naar de deur.
"Er is maar een manier om het te ontdekken".
En zo steken we de gang over naar de andere kamer.

31 oktoberWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu