Veldonderzoek

7 2 2
                                    

Als een goede lieftallige assistente betaamt help ik Stef met het uithalen en dragen van zijn spullen. Zelf sjouwt hij nonchalant ermee in de rondte maar ik ben als de dood dat ik iets laat vallen. Het lijkt mij geen goedkope apparatuur. Dat hij het zomaar heeft mogen bestellen lijkt hij volstrekt normaal te vinden. Aan de andere kant, als je gelooft dat grote merken tandpasta onderzoekers hebben omgekocht en onderzoeken hebben laten uitvoeren met het doel de consumenten ervan te overtuigen dat je door suikers te eten cariës krijgt die alleen te voorkomen zijn door twee keer per dag met hùn producten goed te poetsen, terwijl dat in feite totaal onzin is, en als je bereid bent om zelf de hele dag op een lolly te zuigen zonder je tanden te poetsen om te bewijzen dat we voorgelogen worden, dan kun je best normaal vinden dat een totaal onbekende een fortuin aan computers, materiaal en lichten uitgeeft  waarmee je, zoals hij zelf zei, wat leuke effecten  kunt programmeren.
Nadat we aangeklopt hebben laat de butler ons binnen en begeleidt hij ons naar een ruimte waar Stef alle apparatuur zal kunnen aansluiten. Terwijl door het huis lopen, bespreken zij samen nog wat details, waar Stef de spots in de tuin kan klaarzetten, hoe de kabels moeten lopen en waar de stopcontacten precies zitten. Ik volg gedwee en kijk intussen om me heen.
Stef heeft niet gelogen, de hele hal om me heen is nog leeg, waardoor alles aan alle kanten echoot. Voor ons staat een monumentale trap en boven ons hangt een grote kristallen kroonluchter. Nergens zijn foto's te zien noch tekens dat iemand hier werkelijk leeft. Geen jas, geen rondsliengerende voorwerpen, geen vieze schoenen sporen, geen tas. Helemaal niets. We slaan links af en passeren een grote zaal. Daar zie ik wel dozen staan, en wat ik vermoed decoraties voor zaterdag zijn. Ik krijg het idee dat onze gastheren niet om een paar centjes hebben omgekeken. De grond in bezaaid met skeletten en paspoppen. Ik zie een stapel zwarte kleding, lange jassen, bebloede hemde, capes, hoge hoeden. Op een lange tafel met stenen blad en ijzeren poten staat een verzameling cartonendozen met "fragile" erop en de afbeeldingen van glazen. We krijgen onze drankjes straks tijdens het feestje niet in goedkope plastiek bekers maar in echte breekbare glazen,wat erg gedurfd is. Ook grote punchkommen en kandelaren staat klaar voor gebruik. Aan de grote ramen zijn zwarte velours gordijn gehangen en in de hoek staat een grote donkerpaarse lijkkist. Het lijkt erop dat het huis straks in Dracula's onderkomen wordt omgetoverd. Het is duidelijk dat de voorbereidingen van het feest vollop gaande zijn. Van de eigenaren van het huis is echter geen spoor te verkennen. Aan de muur in de gang hangen rijen spiegels, maar zij horen bij het aankleden voor het feest, met  eromheen van die kerstlichtjes wat zaterdagavond in het donker vast voor een leuk effect gaat zorgen. Tussen de spiegels wat oude zwart-wit foto's van bijzondere mensen die rechtstreeks uit miss peregrine's home for peculiar children lijken te zijn ontsnapt. Ik heb geen tijd om ze allemaal goed te bekijken want Stef en de butler lopen door. Misschien lukt het mij om straks terug te komen. Overal aan het plafond hangen speakers en rode lampen. Verderop staat nog een deur waardoor ik de tweede deel van de grote kamer kan zien. De twee gedeelten zijn gescheiden door stijlvolle en-suite deuren met glas-in-lood die nu open staan. Eerste deel was vermoedelijk de oude eetkamer en dit is de bibliotheek, voorzoen van een open haard met bewerkte schouw. Alle muren van dit vertrek zijn bekleed door boeken. Wat een paradijs voor een boekenworm als mezelf. Ik zou er alles voor over hebben om een paar middagen, nee wat zeg ik weken, maanden zelfs om hier te toeven en kijkt vol bewondering naar de vele werken die wachten om gepakt en gelezen te worden. Ik zie mezelf lekker in de oude leren fauteuil genesteld met een kleed om me heen, een kopje thee en een van die vele boeken in mijn hand. Ik krijg steeds meer zin in dit Halloween feest, maar ergens in mijn hoofd is nog een klein stemmetje dat zich afvraagt wie dit helemaal organiseert. Ik weet dat Stef ook naar clues speurt. Hij geeft de butler genoeg aandacht om geen achterdocht te wekken, maar ik zie wel dat hij zo onopvallend mogelijk zijn omgeving oberveert en tot zich opneemt. Ondertussen heb ik mijn telefoon al wel honderd keer voelen trillen en ik weet al dat Eva niet kan wachten tot zij van mij een verslag in real time ontvangt.
Aan het einde van de gang komen we aan bij een klein kamertje en daar moeten we zijn. De butler laat ons achter met de mededeling dat we hem ten allen tijden met de intercom kunnen bellen mochten we wat nodig hebben.
Als hij weg is, kijken Stef en ik elkaar aan. Hij zet zijn spullen op de tafel en doet de deur voorzichtig dicht.
"Zag je de foto's?" vraagt hij gelijk op fluisterende toon. Ik weet nirt wasrom hij zo zacht praat, maar instinctief doet ik hem na.
"Die in de gang bedoel je? Tussen de spiegels?"
"Ja, die. De derde was van een meisje met zombie jurk aan, zag je dat?"
"Nee, dat zag ik niet. Ik had geen tijd om goed te kijken"
"Het gezicht komt mij bekend voor, maar ik kan het even niet plaatsen"
"Zal ik straks terug gaan? Ik kan de foto even "lenen" en  naar jou brengen. Misschien weet je dan wel wie het is"
"Goed idee, maar wacht even een paar minuten. Ik vertrouw die butler voor geen meter, iets in zij  blik staat mij niet aan. Hij is mij ook te vriendelijk. Elke keer als ik hier ben vraagt hij of ik iets nodig heb, of ik wat wil drinken, of zegt hij dat ik hem mag roepen wanneer ik wil. Een echte creep"
Daar moet ik toch zachtjes om lachen. Met Stef kunnen zelfs vriendelijkheid en behuulpzaamheid aanwijzingen zijn dat iets niet pluis is. Ik vertel hem dat we waarschijnlijk niet bang hoeven te zijn voor die stokoude butler die al lang de pensioenleeftijd gepasseerd is, dat hij niets anders is dan een man die nog met ouderwetse manieren en een goed fatsoen met mensen omgaat, maar hij wil er niets over horen. Voor hem vertoont de butler een verdacht gedrag.
Ik beslis een tijdje te wachten en intussen kijk ik op mijn mobiel voor de binnengekomen berichten. Het zijn er geen honderd maar wel 47. Een aantal van vriendengroepen, een paar van mijn moeder, nog wat van oude vrienden en natuurlijk een heleboel van Eva. Ik lees ze snel door, zij variëren van "hoe verloopt je middag met Bill Gates?" tot  "Heb je al een date geregeld?" met tussenin  mededelingen en vragen als "zeg, Miss Marple, ben je erachter gekomen van wie die uitnodiging komt?", "zit er nog een lijk in de kast?", "het zou mij niet verbazen als er een spook in dit huis rondzwerft", "leef je nog?", "is de zombiejurk wel zo'n goed idee, misschien roep je iets op je af", "hallo, appolo 13? Do you read me", "Ninon, de spanning stijgt hier, waarom ben je zo stil?","Bach helpt niet meer, ik schakel op Adam Hurst", "als je binnen 5 minuten niets van je laat horen, stuur ik de hulptroepen", "omg, Nien, straks is Stef erbij betrokken en lig je al dood in een greppel","ik hoop dan wel dat je nog de tijd hebt gehad om iets te regelen voor zaterdag".
Ik stuur een kort gerustellend bericht:
"Eef, no worries, hier alles okee. Ik weet nog niets maar ga zo op onderzoek. Wat Kris betreft, nog geen tijd gehad maar het komt goed!". Ik doe mijn telefoon weer in mijn jas en draai me om naar Stef:
"Ik geloof dat de kust nu veilig is en anders zeg ik gewoon dat ik op zoek was naar het toilet"
Stef lijkt een paar seconden te twijfelen maar geeft uiteindelijk toe.
"Goed, ga maar. Wees voorzichtig. Er hangt iets naars in dit huis.... Alsof iemand ons bespiedt of alsof iets kwaadaardigs wil toeslaan"
"Stef, niet iedereen heeft kwade bedoelingen. Het is niet zo dat de hele wereld het op ons heeft gemunt. Ik vind dit huis juust heel leuk. Ik ga gewoon die foto pakken en kun jij rustig kijken of je weet wie het is. Ik ga niet verder dan de gang en er gaat niets gebeuren".
Hij kijkt me nog bezorgd aan, maar voegt verder niets toe en begint zijn computer klaar te zetten.
Ik ga de gang in en nog geen minuut later ben ik alweer terug. Met lege handen! En een waarschijnlijk verward gezicht want zodra ik binnen kom en Stef een blik op mij heeft geworpen, zie ik een aantal vragen zich in zijn heldere ogen aftekenen.
"Je had het toch over de derde foto?" vraag ik voor de zekerheid.
Hij knikt instemmend.
"Nou", zeg ik nog verbasd, "toen ik eraan kwam, was die foto dus weg"
"Hoe bedoel je, die foto was weg?"
"Precies zoals ik het zeg. Het was weg, foetsie, verdwenen. Er hing niets meer tussen die twee spiegels. Er was helemaal geen foto meer, geen zombiemeisje, niets. Tussen de andere spiegels nog wel maar op die plek niet"
Nu is het Stef's beurt om mij verward aan te kijken.
Na een poos, neemt hij een beslissing en zegt hij:
"Ik sluit dit zo snel mogelijk aan en daarna gaan we samen even rondkijken"

31 oktoberWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu