9

21.7K 848 159
                                    

Ik sta met twee voeten aan de grond genageld en weet even niet wat ik moet zeggen. Dit had ik niet verwacht. Hij ging morgen al? "Wa-wat zeg je?" stamel ik nadat de eerste schrik verdwenen is. Waar die schrik vandaan kwam weet ik niet. Vond ik het soms erg als hij ging? Nee, natuurlijk niet..

"Ik vertrek morgen. Met dat busje, wat ik je laatst heb laten zien. Weet je nog?"

"Ja natuurlijk weet ik dat nog," snauw ik. Wanneer ik besef hoe kattig dat eruit kwam herstel ik me snel weer. Waarom ging ik zo raar doen? "Ik bedoel, morgen al? Je huis dan? En je baan?"

Harry begint zachtjes te lachen. "Je maakt je zorgen, Anna? Dat is allemaal allang geregeld. Ik heb met mijn baas geregeld dat ik kon stoppen wanneer ik wilde en mijn huis is alweer verhuurd aan iemand anders. Diegene trekt er morgen in."

Dat betekende dus dat Harry echt ging. Hij had zijn baan afgezegd en was zijn huis kwijt. Ik kon hem niet meer tegenhouden. 

Ik ben zo verbaasd over mijn eigen gedachtes dat ik mezelf waarschijnlijk voor mijn hoofd had geslagen als Harry hier niet tegenover me had gestaan. Natuurlijk kon ik hem niet meer tegenhouden. Dacht ik nou serieus dat hij naar mij ging luisteren? En nog belangrijker, ik wilde hem helemaal niet tegenhouden. Waarom zou ik? Hij was aardig voor me geweest de afgelopen dagen, maar ik vond hem nog steeds een arrogante player. 

"Wat ben je stil opeens, je gaat me missen, hé." Als ik opkijk zie ik dat Harry me met een scheve grijns aankijkt. Hij had mijn 'bedroefde' gedrag duidelijk door. "Snap ik hoor."

"Natuurlijk niet," zeg ik snel. "Ik vind het juist super vet. Geen planning, gewoon alleen een bucket list. Ik weet zeker dat je een super tijd tegemoet gaat."

Harry knikt. "Dat weet ik ook wel zeker."

"Ooit ga ik het ook doen," glimlach ik. "Je hebt me op ideeën gebracht." 

"Heb ik toch nog iets goed gedaan," lacht Harry terug. "Maar waarom ooit?"

Ik haal mijn schouders op. "Gewoon, ik wil eerst studeren. Verder gaan met zwemmen. Ik heb nog zoveel jaren de tijd om het te doen."

"Wie zegt dat," zegt Harry simpel. "Misschien kom je morgen wel onder een auto, Anna. 'Morgen' is nooit zeker. Voor niemand." 

Ik ben even stil. Hij heeft gelijk. Ik vraag me even af waarom ik nog nooit op deze manier naar dingen heb gekeken. Neem nou mijn ouders, ze waren altijd aan het werk. Ze vonden het zonde om van hun hardverdiende geld op vakantie waren. Ze spaarden het liever op voor als ze straks met pensioen waren. Maar waarom niet nu meteen? Nu het kan. "Je hebt gelijk," zeg ik zacht. 

"Waarom ga je niet met me mee?" De vraag die Harry stelt komt onverwachts. Toch kan ik niet ontkennen dat ik er zelf nooit aan heb gedacht.

Heel even, een fractie van een seconde, wil ik ja zeggen. Een klein, heel klein deel in me zegt dat ik dat moet doen, maar mijn verstand zegt heel hard nee. 

"Wacht." Het lijkt wel alsof Harry mijn gedachten kan lezen. "Vergeet het maar, waarom zou jij ook met een vreemde jongen mee gaan? Wie weet vermoord ik je." Hij zegt het grappend maar het doet me wel nadenken.

Natuurlijk was Harry geen moordenaar. Nee, ik kende hem niet goed, maar daar was ik wel zo'n 99% zeker van. Maar ik was nog niet vergeten wat hij vanavond had gedaan. Hij had Sam en John in elkaar geslagen, en hoezeer ik ook wilde dat John gestraft werd, iemand in elkaar slaan keurde ik niet goed. Buiten dat hadden we maar een paar keer met elkaar gepraat en ik ergerde me vooral aan hem. Ik had nog nooit iemand ontmoet die zo zeker van zichzelf was en met ieder meisje om zich heen een gesprek moest aanknopen. Er was iets in mijn gevoel wat me naar hem toe trok, maar mijn verstand keurde hem aan alle kanten af. 

De Bucket ListWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu