Jarius, de verdwaalde hond

281 19 2
                                    

  James

'Oké jongens. Ik ga niet mee want ik moet snel weer op mn werk zijn,' zei mijn vader. Hij liep naar me toe.
'Veel plezier dit jaar!'zei hij en omhelsde me. We stonden op het punt om naar perron 9 3/4 te gaan om ons zesde jaar op Zweinstein te beginnen. 'Hou je haaks, Sirius,' zei mijn vader en omhelsde okk Sirius. 'U ook meneer Potter.'

'Ik ga je zo missen!' Riep mijn moeder toen. Ze moest bijna huilen. Sirius lachtte. 'Mam!' zei ik een beetje beschaamd. Toen we eindelijk afscheid hadden genomen en mn ouders vertrokken waren, gingen we klaar staan om naar het perron te gaan.
'Hé kijk daar!' zei Sirius toen. Ik keek om de muur heen en zag een hondje.
Hij had een zwarte vacht. Hij leek in paniek. Met zijn staart omlaag en piepend liep hij op ons af.

'Oh! Kijk nou!' Zei Sirius verdrietig.
'Misschien is hij zijn baasje kwijt,' zei ik kijkend of ik iemand zag die z'n hond kwijt zou zijn.
'Of hij is in de steek gelaten!' riep Sirius in paniek.
'Hij red zich wel. Kom, we moeten gaan,' zei ik.

'Nee! We kunnen niet gaan!' zei Sirius en liep naar het hondje toe.
'Sirius kom!' riep ik.
'Stel je voor dat ik dat hondje was! Klein, kwetsbaar, helemaal alleen en verdwaald...zou je mij ook achterlaten,' zei hij. Hij bukte naast het hondje en maakte een pruillip.

'Mmm best!' Zei ik met tegenzin.

'Hallo hondje...het is al goed,' zei Sirius zorgzaam. Voorzichtig pakte hij het kleine beestje op.
'Wil jij naar Zweinstein toe? Ja? Ja? Nou, dan heb jij geluk!' lachtte Sirius met een babystemmetje.

'Je weet dat je geen hond mee mag nemen?' zei ik.
'Niemand hoeft het te weten!' zei Sirius stiekem. Hij ritste zijn jas open en het kleine hondje paste erin.

'Als mensen ernaar vragen zeg ik gewoon dat ik zwanger ben,' grinnikte hij.
'Waarom ook niet?!' Zei ik sarcastisch.

Dus even later zaten ik, Sirius, Remus, Peter én de hond in een coupe in de trein. Voorzichtig boog Sirius naar me toe.

'We moeten hem een naam geven,' fluisterde hij.
'Wie moeten jullie een naam geven?' Vroeg Peter.

'Mijn goudvis.'
'Mijn opa.'

Boos keek ik Sirius aan.

'Mijn opa?!' herhaalde ik.
'Oké, wat is hier aan de hand?' vroeg Remus.

'Ehh...ik heb een nieuwe goudvis en Sirius heeft een nieuwe opa!' verzon in ter plekke.

'Gefeliciteerd met je nieuwe op, Padfoot,' zei Peter blij. Alle 3 keken we hem spottend aan.
'Peter, als je een nieuwe opa hebt hoef jij hem geen naam te geven,' legde Remus uit.

'Er is een hond in mn jas!' riep Sirius toen.

'Een hond?! Sirius dat mag niet zomaar!' Zei Remus meteen.

'Maar hij is zoo schattig!'

'Hey is heb een naam bedacht!' riep ik opeens.

'Jarius!' riep ik enthousiast.
'Jarius?!' herhaalde Peter en Remus tegelijk.

'Ja! James en Sirius! Jarius!' riep Sirius nu ook opgewonden.

'Waarom ben ik vrienden met jullie,' zuchtte Remus.  

The Marauders  (one-shots)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu