De toekomst

331 19 7
                                    

James

'Moony...waar zijn we?' vroeg ik toen ik mijn ogen opende.

'Waarom moet ik dat weten?' vroeg Remus kreunend.

Daar zat wat in. Zuchtend en kreunend van de pijn stond ik op.

Ik keek naast me.
Daar lag Sirius. Hij had te Tijdverdrijver nog steeds stevig vast.
Ondertussen stonden Lily, Peter en Remus ook op.

'Volgens mij zijn we nog gewoon op Zweinstein,' zei Peter.

Ik hoorde gezucht.
Sirius opende zijn ogen.
'Is het gelukt?' Was het eerste wat hij vroeg.
Ik haalde mijn schouder op en trok hem omhoog.

'We zijn op Zweinsveld,' zei Lily.

'Kom!' zei ik. Ik en Sirius liepen meteen weg.

'Wacht eens even!' riep Remus toen.

'We weten helemaal niet waar we zijn!' zei hij.

'Ehh, jawel Moony. We zijn op Zweinsvel,' zei Sirius sarcastisch.

'Ik bedoel in welke tijd we zijn!' riep hij toen.

'Kijk om je heen! Dit is niet het Zweinsveld uit onze tijd,' zei hij.

Hij had weer een punt.

'Misschien moeten we naar binnen gaan,' opperde Lily .

'Neehee! Niemand mag ons zien!' zei Remus geërgerd.

'Te laat.'

Ik keek om en zag Peter al met iemand praten.

'Wormtail!' riep Remus.

Ik rende naar Peter en pakte hem vast.
Hij stond met een meisje te praten met een Huffelpuf gewaad aan.

Ik trok hem weg van het meisje.
'Wormtail, niemand mag ons zien...' begon ik boos.

'We zijn in de toekomst...' mompelde hij.

'Wat zegt ie?' vroeg Lily van een afstandje.

'We zijn in de toekomst...' herhaalde ik ongelovig.

'Merlijns baard!! Dit is zoooo vet!' riep Sirius enthousiast.

'Vet?! Dit is helemaal niet vet!
Hoe komen we terug?' vroeg Remus boos.

'Met de Tijdverdrijver,' zei Peter.

'Maar wij weten niet hoe die werkt!' zei ik zuchtend.

'Anderling wel!' Zei Lily.
'We kunnen het haar vragen.'

Iedereen stemde in.
Het was gevaarlijk om ons te laten zien, maar we hadden weinig keus.

We liepen Zweinstein binnen.
Op zich was het niet heel anders. Er heerste een drukte in de gangen. Er was vast een leswisseling bezig.

We liepen richting het lokaal van Anderling, hopend dat deze nogsteeds op dezelfde plek zou zijn. Sirius gooide de deur open. En inderdaad. Anderling was daar. Het kantoor nog precies hetzelfde. Anderling, nog steeds hetzelfde. Met groene gewaad, groene hoed en een verbaasde blik op haar gerimpelde gezicht. Ze leek elk moment flauw te kunnen vallen. Maar ze herpakte zich.

'Eh....gaan jullie maar...' zei ze tegen drie andere kinderen in haar kantoor. Gehoorzaam liepen de twee jongens en een meisje weg.

'Hoe is dit mogelijk?!' zei ze toen.

'Tja, professor. Dat weten wij ook niet,' zei ik grinnikend.

'Kijk professor. U moet ons helpen met de Tijdverdrijver,' zei Remus en overhandigde de tijdverdrijver.

The Marauders  (one-shots)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu