het verraad

230 19 2
                                    

Sirius

Zodra ik het het nieuws gekregen had rende ik zo snel ik kon naar het huis van de Potters.

Door alle adrenaline die door mijn lijf gierde, werd ik niet moe.

Ik moest op tijd zijn. Het moest gewoon.

Toen ik twee straten van hun huis verwijderd was verscheen boven aan de lucht het Duistere Teken.

Voldemort was hier. Ik rende met mijn laatste beetje kracht zo hard ik kon.

Toen het huis eindelijk in zicht was kwam door de ramen een groen licht tevoorschijn.

Het licht was oogverblindend.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen en weer verscheen het licht.

het licht van de vloek van de dood.

Ik was te laat.

De tranen sprongen in mijn ogen en ik voelde mijn benen slap worden.

Ik strompelde het huis binnen met een laatste beetje hoop dat James de vloek misschien had afgevuurd.

Dat hij, Lily en Harry veilig waren. Dat de oorlog voorbij zou zijn.

Maar dat laatste beetje hoop werd me afgenomen, zodra ik door de open gebroken voordeur liep.

Daar lag hij.

Mijn beste vriend.

Dood op de grond.

Ik zakte door mijn zwakke benen en barsten in huilen uit.

Ik knielde naast James. Zijn ogen keken emotieloos naar het plafond. Zijn lichaam lag compleet stil.

'James...' mompelde ik snikkend. 'Wordt alsjeblieft wakker.'

Maar dat gebeurde niet. Hij werd niet wakker. Hij was weg.

Uit al mijn woede schreeuwde ik zo hard ik kon.

Het maakte me niet uit wie het hoorde. Het maakte allemaal niet meer uit.

Met mijn trillende hand reikte ik naar James gezicht om zijn ogen te kunnen sluiten.

'Marauders blijven samen, Prongs,' fluisterde ik. Alsof hij me nog kon horen.

Met een trillend lijf liet ik James achter en liep de trap op.

Ik moest met honderd procent zekerheid weten of er enige kans was dat Lily of Harry nog in leven was.

Toen ik boven kwam zag ik Lily op de grond liggen. Haar mooie rode haren voor haar gezicht.

Weer kwamen de tranen terug. Maar toen hoorde ik een geluid.

Alsof iemand een piepend geluid maakte. Ik keek om me heen en zag toen Harry.

Hij zat rechtop en keek me met grote ogen aan. Ik kon het niet geloven.

Hij leefde.

Voorzichtig liep ik naar hem toe. 'Hey Harry,' fluisterde ik ongelovig.

Ik zag op zijn hoofd een soort litteken zitten. In de vorm van een bliksemschicht.

'Alles komt goed, Harry. Dat beloof ik.'

Ik pakte hem voorzichtig op en wiegde hem heen en weer.

ik keek door het raam en dat is wanneer ik hem zag. Peter.

Alles viel op zijn plek. Peter had James verraden.

Voorzichtig zette ik Harry terug in zijn wieg en stampte naar buiten.

'Peter!' riep ik zo hard ik kon.

Peter stond buiten nerveus met zijn handen te spelen. 'Sirius...wat...' probeerde hij nog uit te brengen.

Met alle woede die ik in me had sloeg ik Peter in zijn gezicht.

'Je hebt ze verraden!' Schreeuwde en teon Peter op de grond viel.

'Ik wilde niet...' jammerde Peter nog.

Ik zakte naar hem toe en sloeg hem nog een keer zo hard ik kon waardoor hij een bloedneus kreeg.

'Je hebt James vermoord!'

Er was te veel woede en haat in mijn lijf. Ik kon niet meer stoppen met slaan.

Ik zag Peters gezicht steeds meer vol raken met bloed en na een tijdje stopte hij zelfs met tegenstribbelen.

'Sirius Black!' hoorde ik opeens een harde stem achter me.

Langzaam stond ik op en zag Hagrid. Hij had Harry vast.

'Hagrid...' mompelde ik.

'James...Lily...' stamelde ik. Het lukte me niet om goede zinnen te vormen.

'Ik weet het,' zei Hagrid met tranen in zijn ogen.

'Geef Harry aan mij, Hagrid...' vroeg ik hem.Hagrid keek me moeilijk aan.

'Dat kan ik niet,'zei hij.

'Wat? Waarom niet?'

Hagrid keek me vast aan. Oh nee. Hij dacht dat ik het gedaan had.

'Hagrid nee,' begon ik verdedigend.

'Ik was het niet! Het was Peter...' zei ik wijzend naar Peter.

Maar hij lag er niet meer. het enige wat er lag was een vinger. Peters vinger.

'Ik ben zijn peetvader, alsjeblieft,' smeekte ik.

Ik viel zelfs op mijn knieen neer.

'ik was het niet,' huilde ik.

Plots kwam er een groep mensen op me aflopen. De man voorop begon te praten.

'Sirius Black. Je staat onder arrest voor de moord op James en Lily Potter en Peter Pettigrew.'

'Nee,' mompelde ik. De man pakte me vast en deed handboeien om.

'Ik heb het niet gedaan!' riep ik weer.

'Hij was mijn beste vriend! Ik hield van hem!

Hagrid! Ik moet voor Harry zorgen! Ik heb het James beloofd!'

Het enige wat Hagrid deed was zich omdraaien en weglopen met Harry in zijn armen.

'Wat gaat er met mij gebeuren?' vroeg ik wanhopig aan een vrouw.

'U wordt naar Azkaban gestuurd.' Azkaban. O God.

'Maar ik ben onschuldig!' wierp ik tegen. 'Waarom zou ik James pijn willen doen?'

'U komt uit een lange familie van Zwadderaren, meneer Black.

U hele familie staat aan de kant van JeWeetWelWie,' zei de vrouw kalm.

'Zijn naam is Voldemort!' riep ik kwaad.

'U bent de enige verdachte die er is. En u heeft meneer Pettigrew duidelijk vermoord omdat hij de enige levenden was die wist dat u de moordenaar is.'

'Dit is absurd!' Toen viel me iets in. 'Vraag het Remus Lupin! Hij weet dat ik James nooit kwaad zou doen.'

'Meneer Black, ik vraag uw vriendelijk om te zwijgen.'

De vrouw liep weg. Ik bleef op mijn knieenachter. huilend en alleen.

Ik moest naar Azkaban. Ik was alles kwijt.

James en Lily waren dood.

Marlene was dood.

Peter had ons allemaal verraden.

Remus zou ik nooit meer zien.

En Harry...Harry werd bij me weggerukt.

Ik had niks meer.

The Marauders  (one-shots)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu