Hoofdstuk 21

22 5 1
                                    

Pov Zen

Mijn meisje. Ik glimlachte en streelde haar haren, terwijl ze naast me in bed lag. Haar ogen had ze gesloten en drukte voorzichtig een kus op haar lippen.

Voor altijd. Dat beloofde ik mezelf. Wat er ook gebeuren zal, ik zou nooit bij haar weggaan.

Ik zuchtte. Morgen moest ik weg, nog wat dingetjes afhandelen. Het was misschien wel een goed idee om me als een Anderen te gedragen. De enige die weet dat ik niet meer bij de anderen hoor is Joey, * en hij is nu twee maanden in het buitenland.

Voorzichtig stapte ik uit bed, zodat ik haat niet wakker maakte. Het was blijkbaar vroeg in de ochtend, want de zon was weer op. Vermoeid liep ik naar de badkamer en ik gaapte.

Geen idee voor hoe lang ik weg zou gaan. Een tijdje denk ik. Maar dat deed ik voor Megan.

Terwijl ik de douche aanzette wreef ik in mijn ogen. Ik zocht naar shampoo en zuchtte toen ik besefte dat Megan geen mannen shampoo had. Ik rolde mijn ogen. Natuurlijk... maar binnen kort zou die hier wel staan.

Na een tijdje droogde ik me af, zonder mijn haren te wassen en deed mijn outfit aan. Ik ging tegen niemand zeggen wat ik zou gaan doen, want dan zouden ze me tegen houden. Snel zorgde ik dat mijn haar goed zat, gaf Megan nog een kus en liep de trap af, na nog wat brood gepakt te hebben voor onderweg.

"Justin?" Riep ik en liep snel naar zijn huis. Hij moest weten dat ik weg was, hij was mijn broer, al waren we het niet over altijd mee eens.

"Ha, Zen, volgens Megan was ik beter dan jou", zei hij en hij klapte in zijn handen. Ik beet hard op mijn lip.

"Hou op, waarom begin je daar nu gelijk over?" Ik rolde mijn ogen. "Ik hoop dat Elysah je vergeven heeft", mompelde ik, al wist ik het antwoord al.
De enige reden waarom ik wilde dat ze bleef, was omdat Megan andere naar Justin ging.

"Ik hoop dat je Megan niet vergeeft."

"Al gedaan", glimlachte ik breed.

"Waar was je vannacht?"

"Boeit jou dat wat?"

"Ja. Maar ik denk dat ik het al weet", grijnsde hij. Ik lachte.

"Waarom vraag je dat dan?"

"Voor bevestig."

"Ah shut up of zo, ik vraag toch ook niet wat jij en Elysah elke nacht doen", weer rolde ik met mijn ogen.

"Nah Zen, ik gun het je echt hoor."

"Laat me niet lachen", zei ik kwaad terug. "Stop gewoon met altijd de beste willen zijn."

"Nou, gun ik je eens een keer iets, word het niet gewaardeerd", zei hij. Hij kon goed toneel spelen.

"Ga naar de toneelschool en leer daar toneelspelen. Ik ga. Doei."

"Waarheen? Heb je Megan toch niet vergeven?" Ik zuchtte, liep weg, richting het bos.

Geen idee hoelang het lopen was, maat ik kwam er vast wel. En ik duimde dat ik heelhuids thuis zou komen.

Vermoeid slenterde ik een tijdje door het bos. Geen idee voor hoelang. Ik zuchtte en haalde een hand door mijn haar.

Het was warm. De zon scheen vel in mijn rug en mijn voorhoofd zweette. Ik was zo dom - ik had warer mee moeten nemen maar in mijn haast was ik dat vergeten. Kwaad mompelde ik wat in mezelf.

Ik pakte wat brood en at die langzaam op. Verbaasd was ik toen ik Sam tegen kwam. Nu pas besefte ik dat ik hem al heel lang niet meer gezien had.

"Hey", zei ik en geschrokken keek ik op.

"Oh, hoi", zei hij kortaf en hij zag er slecht uit.

"Wat doe je?"

"Ik ben op weg naar mijn beste vriend", mompelde hij. "Maar ik had er nu al lang moeten zijn. Volgens mij ben ik een beetje de weg kwijt", zei hij en ik lachte zacht.

"Waar moet je heen?" Hij noemde het adres. Ik knikte. "Ik moet daar ook ergens zijn. We kunnen samen reizen." Hij glimlachte.

"Ja, is goed." Ik glimlachte en samen liepen we verder.

Tegen het begin van de avond zette we onze tent op. Die had ik nog snel meegenomen nadat ik tegen Justin had gezegd dat ik wegging.

"Waar ga jij eigenlijk naar toe, Zen?" Glimlachte hij toen hij bezig was om het vuur te stoken. Ik glimlachte.

"Lang verhaal." Ik haalde mijn schouders op.

"Ik heb alle tijd." Ik beet hard op mijn lip en zweeg een tijdje.

"Ik moet gewoon iets regelen", fluisterde ik. "Ik moet iets goed maken van wat ik in het verleden fout heb gedaan."

"Ah, nou, succes dan", glimlachte hij.

"Dankje." Sinds wanneer was Sam zo ongemakkelijk? Gefrustreerd tikte ik met mijn voet op de grond terwijl we voor de tent zaten. Ik mompelde wat.

"Ben je bij ons weg?" Zei ik met een frons. Sam zuchtte.
"Lang verhaal", mompelde hij.

"Ik heb alle tijd", grinnikte ik en Sam beet op zijn lip.

"Het licht gevoelig. Ik vertel het wel als ik er klaar voor ben" zuchtte hij. Ik had al een vermoeden wat het was, maar ik hield me maar in en besloot er niet veder naar te vragen.

"Oké. Je kan me alles vertellen" glimlachte ik en hij knikte.

"Weet ik", grijnsde hij kort.

"Heb je trouwens eten mee genomen? Ik heb niet aan eten gedacht", mompelde hij. "Ja, ik heb alleen een zak brood mee genomen. Heb jij water?" Hij knikte. "Heb ik. Niet veel."

"Mooi"

"We vullen elkaar aan", ik lachte zacht. Ik gaf hem een sneetje brood en daarvoor gaf hij me water terug, ik dronk niet veel, maar gelijk merkte ik weer hoeveel dorst ik had.

"Ik weet niet hoe lang ik dit nog vol ga houden. Maar ik heb het er voor over", mompelde ik en hij knikte. "Ik ook. En niet dat ik ook een keus heb of zo. Maar ik moest en zal hier weg gaan." Wat had hij verkeerd gedaan? Ik zuchtte.

"Weet je, soms denk ik dat dit echt het einde is", zei Sam terwijl we in onze tenten gingen zitten. Geen kussens, geen slaapzak, geen matras. Ik zuchtte.

"Hoezo?" Vroeg ik.

"We zitten altijd op dezelfde plek. We zijn vrijwel de enige overlevenden, in ieder geval, van wat we weten. Het voelt voor mij als het einde van de wereld. Het is zo kaal. Zo vreemd. Zo anders. Zo... alsof zo het einde hoort te zijn", mompelde hij. Na zijn woorden viel ik in slaap.

The End Of The WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu