Deel 17.

4 0 0
                                    

Een beekje en bosjes, het signaal komt daar ergens vandaan. Terwijl de politieagenten druk aan het zoeken zijn, komen mijn ouders aanrijden. 'Is er al iets gevonden?' vraagt mijn moeder hoopvol.
'Nog niet, maar we zijn in de buurt' antwoord Hugo.
We rijden over de weg als mijn telefoon afgaat. Ik pak hem uit mijn broekzak, maar ik kon niet opnemen. Sterker nog, Tristan pakte mijn telefoon af en stopte de auto direct. Hij stapte uit en ik probeerde de deur open te krijgen, maar het lukte niet. Hij zal op slot. Hij gooide de telefoon in een de bosjes langs een beekje en kwam weer terug de auto in om vervolgens de autorit voort te zetten.
'Ik heb hem!' roept een agent waarna Hugo en mijn ouders ernaartoe rennen. Mijn ouders kijken naar de telefoon waardoor tranen in haar ogen verschijnen. 'Nee! Nee, nee, néé!' ze stort neer op de grond. Mijn vader pakt haar vast en gaat naast haar zitten, 'Ze vinden haar wel.'
'Ja, maar hoe?'
'Suus geeft niet zomaar op,' het blijft even stil, 'kom, we gaan naar huis.' Mijn ouders staan op en langzaamaan lopen ze naar de auto waarna ze terug rijden naar huis.
Mijn ouders komen het huis binnen, ze hangen hun jassen op en mijn vader gaat op de bank zitten. Mijn moeders oog valt op een brief op de deurmat. Ze pakt hem voorzichtig op en opent hem. 'Dennis' zegt ze ligt in paniek en mijn vader slaat een arm om haar heen. Samen lezen ze de brief. "Jullie dochter is nog in leven, maar haar lot ligt in jullie handen. Geen politie. Alles heeft gevolgen. Verdere instructies volgen." Mijn ouders kijken elkaar aan. 'Ik bel Bosch' zegt mijn vader vastberaden, maar mijn moeder pakt hem vast.
'Geen politie staat er toch? Straks doet hij haar nog iets wat wij hadden kunnen voorkomen' zegt mijn moeder paniekerig.
'Hij doet haar niks, hij hoeft er niet achter te komen'
'Hij weet alles! Hoe wist hij anders dat ze alleen thuis was?! Ik wil haar niet kwijt! Dennis, ik wil niet nog een dochter kwijt!'
'Lieverd, de politie weet wat ze doen. Ik ga Bosch nu bellen en jij gaat even rustig zitten' zegt mijn vader waarna hij zijn telefoon pakt en mijn moeder aan tafel gaat zitten. Mijn vader staat in zijn werkkamer te bellen als de deurbel gaat. Mijn moeder loopt naar de voordeur, opent hem en ziet een blanke vrouw met donkerbruine krullen staan. 'Ik kom voor Dennis' zegt ze en mijn vader komt aanlopen.
'Birgit, wat doe jij hier?' vraagt mijn vader en mijn moeder gaat op de bank zitten, 'ik dank niet dat dit het moment is. Susanne is al een paar weken vermist en ik blijf nu liever bij Mirjam'
'Dus je kiest voor haar?'
'Birgit, ze is m'n vrouw en mijn dochter gaat voor momenteel'
'Weet je wat Dennis, ik hoef jou voorlopig niet meer te zien' ze draait zich om.
'Birgit, doe niet zo raar. Je begrijpt het toch wel?'
'Dag Dennis' ze stapt haar auto in en rijd weg. Mijn vader sluit de deur en staat met zijn handen in zijn haar. 'Dus dat is Birgit? Dat is de vrouw die je boven je gezin verkiest? En waarom? Omdat ze jonger is?' vraagt mijn moeder.
'Lieverd, nu even niet'
'Dat zeg je nu al weken. Dennis, ik wil weten hoe het zit! Waarom ben ik te min?!' mijn moeder staat op en loopt naar hem toe.
'We begonnen om elkaar heen te leven, als ik thuis was, zat jij op je werk en andersom. Lieverd, ik hou van je, maar van haar kreeg ik de aandacht die ik vroeger van jou kreeg'
'Dus je vindt me te min. Godverdomme! En hoelang al?'
'Nou, niet zo heel lang hoor'
'Hoe lang?!'
'Een paar maanden'
'Een paar maanden? En al die tijd heb je Suus en mij voorgelogen?!'
'Het spijt me lieverd'
'Ik wil dat je gaat. Je gaat m'n huis uit. Ik hoef je niet meer om me heen te hebben'
'Lieverd, je bent onredelijk'
'Ik ben niet onredelijk! Je vertrekt vandaag nog'
'En Suus dan? We moeten haar vinden!' hij pakt haar vast, maar ze maakt zich los uit zijn greep.
'Jij vindt het toch nog steeds onzin? Jij belt de politie, met weet ik veel wat voor gevolgen. Hij weet alles, Dennis, alles! Misschien is ze wel dood nu, en dat allemaal omdat jij de politie hebt gebeld!' het blijft stil, maar al snel wordt de stilte doorbroken door mijn moeders telefoon. Een onbekend nummer. Mijn moeder neemt op en zet hem op luidspreker. 'Jullie moeten iets voor me doen, geen politie, alles heeft gevolgen. Verdere instructies volgen' er wordt opgehangen en mijn ouders kijken elkaar aan.
'Je vertrekt vandaag nog' zegt mijn moeder en ze loopt de trap op.

In verkeerde handen.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu