Deel 23.

3 0 0
                                    

Ik ben op mijn kamer bezig met het opruimen van mijn spullen terwijl Mirthe beneden in de box ligt. De deurbel gaat, maar ik hoor hem niet door mijn muziek. Mijn moeder doet open en een vrouw van rond de 30 staat voor de deur. 'Jolijn Zijlemans, psychiater' zegt ze en mijn moeder laat haar binnen.
'Koffie?' vraagt mijn moeder.
'Nee, dank u,' wijst ze af en ze gaat samen met mijn ouders aan de keukentafel zitten, 'het gaat om uw dochter heb ik begrepen'
'Klopt' antwoord mijn vader.
'En ze heeft een traumatische ervaring ondergaan?'
'Ja'
'Mag ik vragen wat er met jullie dochter gebeurd is?'
'Ze is ontvoerd geweest door haar ex vriendje en we proberen erachter te komen wat hij met haar gedaan heeft, maar ze lijkt het te ontwijken' antwoord mijn moeder.
'En dat is waar ik voor kom denk ik'
'Klopt'
'Ik ga mijn best doen, uw dochter is boven?'
'Ja, als u de trap op loopt zal u er recht tegenaan kijken' antwoord mijn vader en Jolijn loopt de trap op. Ik hoor hoe er op mijn deur wordt geklopt en met mijn muziek nog altijd aan open ik de deur lachend. 'Jij moet Susanne zijn,' zegt de vrouw, 'Jolijn Zijlemans, je ouders hebben me gevraagd om met je te praten'.
'Als u daar nou naar beneden gaat kan u tegen ze zeggen dat ze op kunnen rotten met die goedbedoelde hulp die ik niet nodig heb' zeg ik geïrriteerd en enigszins boos.
'Mag ik misschien even binnen komen? Ik wil het even met je hebben over je kindje. Ik zag haar beneden in de box liggen, wat een schatje is het zeg'
'Wat wil jij van mij? Kom je voor mij of voor mijn kindje?'
'Ik ben hier voor jou, kom, dan gaan we even op je bed zitten' zegt Jolijn terwijl ze een arm om me heen slaat.
'Blijf van me af!'
'Hoe ben je zwanger geraakt van je dochtertje?' vraagt ze als ze op mijn bed zit terwijl ik koppig blijf staan en de muziek wat zachter heb gezet.
'Je kent het wel, seks, drugs, drankje doen'
'Was het vrijwillig?'
'Nou, niet bepaald. Zeg, is dit een politieverhoor ofzo? Mijn ouders weten dit al lang hoor'
'En waar heeft hij je mee naartoe genomen?'
'Weet ik veel, het was donker'
'Wat heeft hij met je gedaan?'
'Dat gaat jou niks aan, ik wil dat je gaat'
'Susanne, wat heeft hij met je gedaan?'
'Ik weet het niet, ik wil het niet weten en als ik het zou weten zou ik het jou zeker niet vertellen'
'Je hebt er nog niet over gepraat, maar het is inmiddels wel al een tijdje geleden'
'En m'n ouders maken zich zorgen, je verteld me geen nieuwe dingen'
'Ik wil dat je me meeneemt naar jouw tijd in de kelder. Ik wil weten hoe het er daar uitzag, wat hij met je gedaan heeft, hoe het rook'
'En ik wil dat je gaat' zeg ik en ik open mijn kamerdeur.
'Susanne, kom even rustig zitten en geef het een kans' zegt Jolijn kalm en ik loop mijn kamer uit waarna ik de trap af storm. Jolijn komt rustig achter me aan gelopen en ik open de voordeur. 'Wegwezen' zeg ik en ze kijkt mijn ouders aan.
'Ze zegt er niks over, het lijkt erop dat ze niet geholpen wil worden' zegt ze en ze loopt de deur uit. Ik sluit de deur en loop richting de trap. 'Susanne, was dat nou echt nodig?' zegt mijn vader pissig.
'Ik dacht dat ik duidelijk was geweest, ik wil geen hulp' antwoord ik en ik loop de trap op.
'Susanne Wieringa!' roept mijn vader als ik halverwege de trap ben.
'Wat?!' vraag ik als ik weer terug naar beneden loop.
'Waarom wil je niet geholpen worden?' vraagt mijn moeder.
'Omdat ik niet wil dat iedereen weet wat er gebeurt is'
'Maar wij zijn je ouders'
'Als ik jullie vertel wat er gebeurd is, beloven jullie me dan dat jullie nooit meer dit soort rare en achterlijke dingen achter mijn rug om doen?'
'Dat beloof ik lieverd' zegt mijn moeder en ik ga met mijn ouders aan de keukentafel zitten.
'Vanaf het begin graag' zegt mijn vader.
'Het begin, dat was het moment dat jij me alleen liet omdat je zo nodig weg moest. Toen heb ik mama gebeld, maar voor ze thuis was, had hij al toegeslagen. Hij nam me mee in zijn auto. Onderweg zijn we nog gestopt om mijn telefoon weg te werken. Het eerste wat ik me weer kan herinneren is het zwarte, donkere, natte en benauwde kamertje, hoogstwaarschijnlijk een kelder. In eerste instantie was hij gewoon Tristan, lief, zorgzaam en degene die nooit ook maar iemand pijn zou doen zonder een goede rede. Maar al snel sloeg het om, hij wilde niet dat ik pijn zo krijgen, dus verdoofde hij me zodat ik niet te ver kon gaan. Maar na een tijdje begon hij zijn woede te uiten, hij wurgde me bijna, sloeg me in elkaar en zei dat ik dat aan jullie te danken had'
'Dat was omdat we de politie erbij hadden gehaald. We dachten dat hij alleen dreigde' zegt mijn moeder verontschuldigend.
'Helaas niet'
'Het spijt me lieverd'
'Niet doen, alsjeblieft geen excuses. Als jullie de politie er niet bijgehaald hadden, had dit heel anders kunnen aflopen. Ik denk dat het een van de beste keuzes is geweest die jullie konden maken,' zeg ik en ik pak een brief uit mijn jaszak die ik naar mijn ouders toeschuif, 'ik ga tegen hem getuigen in de rechtszaal'.
'Zou je dat wel doen? Dan moet je hem onder ogen komen' zegt mijn vader bezorgd.
'Ja, ik wil hem laten zien dat het goed met me gaat'
'Als dat is wat jij wil, dan doen we dat,' zegt mijn vader en hij pakt mijn handen vast, 'ik ben zo trots op je'.
'Ik hou van je lieverd' zegt mijn moeder en ze staat op. Mijn ouders omhelzen me. Het geeft me een goed gevoel dat ik het niet meer als een geheim met me meedraag en volgens mij is dat voor mijn ouders niet anders.

In verkeerde handen.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu