hoofdstuk 8 politiebureau

1.3K 81 34
                                    


Sarah en ik praatte wat over ditjes en datjes en ze vroeg nog om mijn nummer die ik haar maar gaf.
"Hey kleintje" zei Ayoub die kwam aanlopen.
Hij keek naar Sarah en begroette haar ook.
Zij keek hem blij aan.
"Kom ik ga je afzetten" zei hij.
"Wil je ook een lift" zei hij tegen sarah.
"Nee dankje" zei ze vrolijk en we liepen weg.

Thuis aangekomen liepen we samen naar de voordeur en hij liep weer naar zijn auto.
Ik bleef staan voor de deur.
Ik durfde niet meer naar binnen te gaan. Ik draaide me terug om. Ayoub die al bij zijn auto was aangekomen draaide zich nog een keer om voordat hij wou instappen. Hij zag mij daar zo staan en kwam meteen naar me toe.
"Wat is er" vroeg hij.
"Ik durf niet naar binnen te gaan" zei ik bang.
"Hoezo niet"?
Ik legde hem alles uit.
Van dat stemmetje in de kelder tot het geluid bij middernacht. Van de schaduw tot de onbekende nummer en de man die pas op zei.
Natuurlijk vertelde ik niet over het stukje van de mishandeling.
Hij was verbaasd. Toen ik hem vertelde over het stemmetje, de schaduw en geluid lachte hij nog maar toen ik begon over de man leek hij wat serieuzer.

"Safi kom we gaan naar de politie misschien kunnen ze het nummer natrekken en weten waar de persoon woont." Zei ayoub en nam me mee.
We stapten in zijn auto en reden naar het politiebureau.

Perspectief ayoub

Ik, safouane en Amir stonden in de haven van Antwerpen.
Safouane stond verderop te bellen.
Hij rondde het gesprek af en kwam naar ons toe.
Nummer 52-4.
Amir liep weg op zoek het nummer en ik en Safouane bleven hangen in de buurt van onze container. Zo onopvallend mogelijk. Met onze werkman pakje blendden we goed in.
Na een tijdje kwam Amir terug met een bordnummer.
We plakten de 52-4 op onze container.
"101, 101" riep Safouane plots.
Ik draaide me om. In de verte zagen we politieagenten. Een vijftal politiewagens reed de haven op.
" speurhonden en al" zei Amir toen we de politiehonden zagen.
" jallah verspreid" zei Safouane en we gingen elk een andere kant op.

Eenmaal uit de haven stapte ik in de auto. Na een tijdje stapten Amir en Safouane in en ik reed weg.

Perspectief chaimae

We kwamen aan en ik wou naar binnen lopen.
Ik draaide me om en zag dat Ayoub stil stond.
"Kom je niet?" Vroeg ik.
"Euh nee ga jij maar, ik moet euh iemand bellen".
Ik geloofde er niks van maar haalde mijn schouders op en liep naar binnen.

Daar zat ik dan in een verhoorkamer met twee agenten.
"Goedemiddag mevrouw chaimae*******" begon de ene agent.
" anonieme oproepen zijn wel vaker bekend bij ons, prankcalls zijn het vaak".
" is er nog iets dat u ons kan vertellen?" Ik besloot ook te vertellen over de schaduw en de voetstappen.

Het bleef even stil. Een agent kwam binnen en overhandigde mij mijn gsm.
"We gaan de oproep natrekken en zien of we van daaruit meer informatie kunnen halen, we hebben ondertussen een dossier opgesteld".
Ik knikte.
" voor nu hoeft u zich geen zorgen te maken, als we wat vinden dan bent u de eerste die ervan hoort".
Ik stond op, bedankte de agenten en liep naar buiten.

Aangekomen thuis liepen we weer naar mijn voordeur en bleven staan. "Ayoub ik durf echt niet meer alleen thuis te blijven" zei ik.
"Kfsch alleen en je tante enzo" vroeg hij.
"Die zijn naar nederland".
"Huh en waarom ben je niet meegegaan?"
Ik verzon snel het leugentje dat ik niet wou.
"Safi ik blijf bij je vandaag" zei hij.
"Maar.."
"Nikste maar, ik blijf, taghenant (koppigheid) geactiveerd " zei hij.

Ik stemde toe na lang twijfelen.
"Gaan we nu naar stad, ik heb geld gekregen van mijn oom en ik heb nieuwe kleren nodig en ik wil zo lang mogelijk van hier wegblijven" zei ik.
"Oke kom".

Ik dacht toen aan leila. Het was lang geleden dat we samen wat hadden gedaan door alles met mijn tante.
Ik mis het wel ze is tenslotte mijn beste vriendin. Als ik haar ooit kwijtraak. Ik kon er niet aan denken.

het leven van ChaimaeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu