Hoofdstuk 51: Banana

42 6 29
                                    

De volgende ochtend besloot Anna al vroeg om verder te gaan met haar reis. Tijdens het inpakken van haar spullen wende ze nog een paar blikken op het prachtige meer en daarna gingen zij en haar Pokémon met frisse energie verder. Het weer was minder warm dan de vorige dag en dat deed hen echt goed. Togepi was voor het eerst in een hele tijd echt energiek en draaide de hele tijd in Anna's armen heen en weer, terwijl Plusle uitgeput op Anna's schouder zat. Het zag er redelijk vreemd uit dat de energieniveaus van beide Pokémon ineens zo omgewisseld waren. Anna vond het echter niet zo apart en schonk er weinig aandacht aan. Haar aandacht ging namelijk ergens anders naar toe. Omdat de meid vanochtend zo snel weg wilde, was ze vergeten om te ontbijten, dus haar maag knorde alle Pokémon op de route zo'n beetje bij elkaar. Zoekend keek ze om zich heen, in de hoop dat haar ogen iets eetbaars op zouden vangen. Ja hoor, daar was het. Aan een boom bungelde een trosje bananen, die er rijp genoeg uitzagen om op te eten.

Dichterbij de bananenbomen aangekomen, schrok ze zich echter een hoedje. De bananenbomen waren geen normale bananenbomen, ze leefden. Plusle kwam van Anna's schouder af een klom de 'bananenboom' in, probeerde een banaantje te pakken. Zonder succes. Ze werd van het wezen afgeschud en kwam met een klap op de grond terecht. 'Hmm...' mompelde Anna. 'Dit moet wel een Pokémon zijn.' Ze pakte haar Pokédex erbij en scande de Pokémon. 'Tropius, de fruit Pokémon. Het fruit dat op zijn net groeit, is zoet een populair bij kinderen. Het vliegt door met de grote bladeren op zijn rust te flapperen.' Het grote wezen, dat dus blijkbaar een Tropius hete, kwam met zijn kop tevoorschijn en keek woest naar Anna en Plusle. In zijn ogen was te zien dat hij geïrriteerd was en dat hij op het punt stond om zijn irritatie bij hen kwijt te raken en dat was dan hij wat hij deed. Wild sloeg hij zijn krachtige kop het arme tien jarige meisje omver en maakte zich klaar om zijn heuse lichaam boven op haar te gooien. Anna klauterde snel overeind en maakte dat ze weg kwam. Ze hoefde niet zo nodig verpletterd te worden door een Tropius, nu nog niet in ieder geval, en vechten tegen het wezen leek haar geen optie, ze wilde het namelijk geen pijn doen.

Zo hard als ze konden renden zij en Plusle weg voor het reusachtige monster. Ze hoorde hoe het opgestegen was in de lucht en nu met veel kabaal achter hen aanvloog. Waarom het wezen zo ontzettend boos was, begreep ze echter niet. Zo veel hadden ze niet bij hem gedaan, dacht ze. Rennen leek de enige optie te zijn die er op dat moment was en langzaam begonnen Anna en Plusle uitgeput te raken. Ze wist niet hoe lang ze dit nog vol ging houden en verbaasde zich erover hoe lang het uithoudingsvermogen van die Tropius was, langer dan dat van haar in ieder geval.

Op het moment dat ze bijna in stortte, hoorde ze achter haar een stem. 'Stop Tropius!' Verbaasd draaide ze zich om en ze zag dat een meisje tussen haar en Tropius was gesprongen. Ze leek ouder dan Anna. De Tropius kwam voor haar tot stilstand en keek haar onbegrijpelijk aan. Voorzichtig liep het meisje naar hem toe en legde haar hand op zijn kop. 'Rustig maar,' prevelde ze geruststellend. 'Er is niets aan de hand. Het komt wel goed.' De Tropius legde zich erbij neer en liep terug naar de plek waar hij en de andere Tropius stonden. Het meisje wendde zich tot Anna. 'Wat heb je gedaan om Tropius zo boos te maken?' Anna herpakte zich en antwoorde: 'Uhm... ik dacht dat ik zijn bananen kon plukken en toen klom mijn Pokémon,' ze wees naar Plusle, 'de Tropius op en dat vond hij blijkbaar niet zo fijn.' Het meisje keek Anna argwanend aan, maar haalde daarna toch haar schouders op. 'Het zal ook wel, mijn naam is Kate.' Ze stak op een beleefde manier haar hand naar Anna uit. Twijfelend keek Anna naar de hand, maar nam deze uiteindelijk toch aan en stelde zichzelf voor. 'Wat brengt jou op deze route?' vroeg Kate nieuwsgierig. Ze keek van Anna, naar Plusle, naar Togepi. De laatste lag zoals gewoonlijk weer in de armen van haar trainster te slapen. 'We zijn op weg naar Fortree City, jij?' Kate glimlachte. 'Ik ook! Daar heb ik mijn eerstvolgende gym gevecht!' 'Zullen we dan samen naar Fortree City gaan?' 'Maar natuurlijk!' De twee meiden en hun Pokémon vervolgden hun weg naar Fortree City.

Pokémon: Anna's reis door HoennWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu