Hoofdstuk 25: De gevangen Seedot

78 13 3
                                    

Anna, Togepi en Plusle liepen richting het Pokémon center. Daar wilde Anna haar Pokémon even laten nakijken voordat ze haar reis zou vervolgen via Route 114. 'Zuster Joy, zou u even naar mijn Pokémon willen kijken?' vroeg Anna toen ze het Pokémon Center binnen liep. 'Maar natuurlijk.' zei Zuster Joy. Ze riep Chansey, die kwam aangelopen met een kar voor Togepi en Plusle. Op de kar lag ook nog een bakje waar de rest van Anna's Pokémon in konden. 'Ik ben over een paar minuten terug.' zei Zuster Joy. Anna knikte en ging op een bank zitten. Ze rommelde wat in haar tas opzoek naar het doosje met de lintjes. Ze pakte het doosje eruit en staarde naar haar lintjes. Ze had er tot nu toe al een gewonnen en moest er nog vier. Ze vroeg zich af of ze het wel zou redden tot het Grand Festival. Vanessa en Justin hadden allebei al vier lintjes. Anna daarin tegen liep echter ver achter. Ze zuchtte diep. Als ze genoeg zou trainen en haar best zou doen, dan zou het haar vast wel lukken.

'Je Pokémon zijn gezond.' zei Zuster Joy. Plusle en Togepi sprongen van de kar af en liepen naar Anna toe. Anna pakte de rest van haar Pokémon, die in hun Poké-Balls zaten, van de kar af en bedankte Zuster Joy. Ze stopte de Poké-Balls terug in haar jaszakken en liep samen met Plusle en Togepi het Pokémon center uit.

Niet veel later kwamen ze aan op Route 114. Anna besloot om even wat te gaan eten. Ze pakte eten voor haarzelf uit haar tas en daarna pakte ze eten voor haar Pokémon. Ze liet al haar Pokémon uit hun Poké-Ball komen en gaf ze één voor één te eten. Daarna had ze eindelijk tijd om zelf wat te eten. Maar voordat ze ook maar een hap van het broodje kon nemen werd ze gestoord door iemand die om hulp riep. Ze keek op en zag vlak bij haar een jongentje schreeuwen. Het jongentje zag er jong uit en het leek er niet op dat hij al een trainer was. Anna besloot haar broodje later op te eten. Ze liet al haar Pokémon terug keren in hun Poké-Ball. Ze pakte Togepi op, Plusle sprong op haar schouder. Anna liep naar de jongen toe die nog steeds om hulp riep. Ze tikte hem aan op zijn schouder en vroeg: 'Wat is er aan de hand?' Het jongentje draaide zich om. Pas nu zag Anna dat hij aan het huilen was. 'Mijn... mijn... mijn Seedot, hij is weg.' zei het jongentje onder het snikken door. Anna gaf hem een geruststellend klopje op zijn schouder. 'Het komt wel goed.' zei ze. 'Ik zal je helpen met zoeken.' Het jongentje keek haar blij aan. 'Wil je dat echt doen?' vroeg hij. 'Natuurlijk.' zei Anna. Het jongentje veegde zijn tranen weg en glimlachte. 'Laten we gaan zoeken.' zei hij.

Ondertussen in een huisje, niet ver bij Anna en het jongentje vandaan, zaten twee mannen. Ze keken tevreden naar een zak die voor hun stond. In de zak zat een Pokémon. 'Weet je zeker dat dit de Pokémon is die we moeten hebben?' vroeg één van de mannen. 'Ik weet het honderd procent zeker.' zei de andere man. 'Het jongentje van wie we deze Pokémon hebben gestolen kwam me namelijk bekend voor. Zeker weten dat hij het zoontje is van die rijkelui die in Fallarbor Town woont.' 'Dus het plan gaat als volgt.' zei de andere man vragend. 'We houden deze Seedot een tijdje gevangen, totdat er opsporingsbrieven rond gaan. Dan zeggen we dat we de Seedot hebben 'gevonden' en innen we het geld dat er op de brief stond.' De andere man knikte. 'Dit plan gaat sowieso werken.' zei hij.

Anna en het jongentje hadden intussen overal gezocht, maar geen spoor gevonden van de Seedot. Het jongentje stond op het punt het weer op te geven. 'Kop op, we vinden hem wel.' Probeerde Anna het jongentje te zussen, het werkte alleen averechts. Een traan rolde over de wang van het jongentje. Anna wist wat haar te doen stond, ze zou de Seedot vinden, koste was het kost. Ze wist al wie haar kon helpen. 'Flurmel, kom eruit en help ons met zoeken naar Seedot!' riep ze. Flurmel kwam uit zijn Poké-Ball. Hij begon met zijn oren een signaal op te zoeken van Seedot. Hij hoorde zacht gejammer in de verte, het klonk niet als het gejammer van een mens. Het moest Seedot wel zijn, hij wist het zeker. Hij keek Anna aan. 'Heb je wat gevonden?' vroeg ze. Flurmel knikte en liep in de richting waar het zachte gejammer vandaan kwam, gevolgd door Anna en het jongentje.

'Zorg ervoor dat die Pokémon stopt met jammeren, straks vind iemand ons nog!' riep één van de twee mannen die de Seedot gevangen had genomen. 'Het lukt niet!' riep de ander. Anna en het jongentje kwamen net aan en hoorden hoe de mannen gefrustreerd naar elkaar toe schreeuwden. 'Ze hebben Seedot.' zei het jongentje. Weer rolde er een traan over zijn wang heen. 'Flurmel, sla die deur open!' riep Anna. Flurmel sloeg tegen de deur aan. De deur vloog open. De mannen die binnen waren keken Anna verbaasd aan. 'Wie ben jij?' riep de één. 'Wat moet jij hier?' riep de ander. 'Mijn naam is niet belangrijk.' zei Anna. 'Ik kom terughalen wat van dit jongentje is.' Het jongentje kwam in de deuropening staan. 'Dit gaat fout.' zei één van de mannen. 'Inderdaad.' zei de andere. 'We moeten maken dat we weg zijn, voordat de politie er is.' Ze renden naar Anna en Flurmel toe en probeerden door de ingang te komen. Anna en Flurmel hielden ze tot hun spijt tegen. Flurmel greep ze vast terwijl Anna touw uit haar tas pakte om ze vast te knopen aan een stoel. Het jongentje was naar de zak toe gelopen en haalde zijn Seedot eruit. Hij knuffelde hem. Anna was blij dat hij zijn Pokémon terug had gevonden. 'Bedankt voor het helpen.' zei het jongentje en hij gaf Anna een knuffel. 'Geen probleem.' zei Anna. 'Pas goed op jezelf en op je Pokémon.' Het jongentje liep het huis uit en zwaaide naar Anna.

Een paar minuten later kwam agent Jenny aangereden. Ze bedankte Anna omdat ze de dieven vast had gezet en tegen had gehouden. Anna kon nu verder met haar reis. Ze pakte Togepi van de grond en Plusle sprong op haar schouder. Flurmel was in die paar minuten al weer teruggekeerd in zijn Poké-Ball. Anna liep het huisje uit en ging verder met haar reis.

Pokémon: Anna's reis door HoennWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu