《chapter 17》

148 10 2
                                    

Tijdens de eerste twee lessen van de dag zegt Dylan niet dat ik naast hem hoef te zitten. Ik voel wel telkens zijn ogen op mij gebrand.

De derde les van de dag is Frans, wat ik zonder Dylan heb, gelukkig.

Ik loop met Claire naar het lokaal en we volgen de oh zo saaie les. De stof gaat echter het ene oor in, en het andere oor weer uit. Ik kan me totaal niet concentreren op wat de docent zegt. Het enige wat in mijn hoofd gaat, is Dylan.

Hij heeft sorry gezegd.

Het kwam niet helemaal uit hemzelf, maar hij moet dan toch enigszins doorhebben dat hij fout zit, ander zou hij nooit sorry zeggen. Daar is Dylan veel te eigenwijs voor. De les Frans vliegt voorbij, en aan het eind van de les merk ik dat ik mezelf heb omgepraat. Ik ben minder boos op Dylan. Hij is gewend dat hij elk meisje kan krijgen, dat de meesten blij zou zijn als hij zou vragen of ze hem wilde zoenen. Ik probeer het niet voor hem goed te praten, want dat is een ontzettend foute gedachtegang, maar ik heb wel iets meer begrip voor zijn onbegrip.

Na Frans hebben we wiskunde. Mijn humeur is een stuk beter geworden tijdens Frans, en al kletsend met Claire lopen we naar het juiste lokaal. Als we bij het lokaal aankomen, staat Dylan bij de deur. Ik zeg tegen Claire dat zij vast naar binnen moet gaan. Ik ga voor Dylan staan, ik neem aan dat hij hier staat om op mij te wachten.

'Ik heb nagedacht, en je hebt gelijk dat ik niet van je kan vragen om dit 'probleem' op te lossen terwijl ik om iets stoms vroegs,' hij maakt zogenaamde aanhalingstekens met zijn vingers bij het woord probleem.

'Sorry,' zegt hij.

Ik focus mijn ogen op de zijne en geef een klein glimlachje, 'vergeven.

'Een beetje gelijk heb je ook wel, afspraak is afspraak en ik zou een week doen wat je zegt, ik had alleen nooit verwacht dat je dit zou vragen.'

'Mag ik eerlijk met je zijn?' vraagt Dylan.

Ik knik met mijn hoofd.

'Ik ook niet, je bent lekker enzo, en mijn tijger, maar die vraag floepte er bij mij zomaar uit.'

Mijn wangen beginnen te gloeien en ik weet zeker dat er een blush te zien is, hij noemde mij zojuist lekker en zijn tijger. Ik kijk naar mijn voeten. Dan voel ik zachte vingers onder mijn kin en wordt mijn hoofd zachtjes omhooggeduwd.

'De opdracht voor vandaag is dat je vanmiddag nog een laatste keer mijn kamer opruimt,' zegt Dylan, en daar is dan ook de albekende grijns weer.

Hij heeft er vast weer een grote troep van gemaakt.

'Deal,' zeg ik en dan lopen we het lokaal in.

We lopen naar twee vrije tafels en gaan naast elkaar zitten. Ik besef me pas dat ik vrijwillig naast Dylan ben gaan zitten, als de les al lang en breed begonnen is.

'Spring maar achterop,' zegt Dylan.

Het is inmiddels 10 voor half 4 en de schooldag is weer voorbij, wat betekent dat ik nu weer met Dylan mee moet naar huis. Ik zet de helm op mijn hoofd en ga achterop zitten. Deze keer houd ik Dylan maar meteen om zijn middel vast, anders rijdt hij toch niet weg. Meteen als ik zit en hem vastheb, scheurt hij weg.

Als we even later bij Dylan naar binnen lopen, zie ik dat er niemand thuis is. Nu ik erover nadenk, heb ik nog nooit iemand hier in huis gezien, naast Dylan, en de afgelopen week, ikzelf.

'Waarom is er nooit iemand thuis?' vraag ik.

'Gaat je niks aan,' zegt Dylan kortaf.

Hij draait zich van me weg en loopt naar de keuken. Ik merk dat het beter is als ik er niet over doorvraag, dus doe ik dat maar niet. In de keuken schenkt hij twee glazen water in. Dan loopt hij weer de keuken uit en de trap op. Ik volg hem maar gewoon. Ik moet immers zijn kamer opruimen, en die is boven.

De weddenschapWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu