46

667 29 2
                                    

Ik sta op en zie dat ik niet thuis ben. Ik kijk rond en zie dat we in het pand zijn. Ik zie Nasser naar me toe komen en hij knuffelt me. 'Wat doe ik hier' zeg ik. 'Uhm' zegt hij terwijl hij krabt aan zijn hoofd. Ik kijk hem aan en hij begint te praten. 'Die mannen wouden je mee pakken en eh' zegt hij. Hij praat niet meer verder. 'Waar is Nassim' zeg ik schokkend. Ik sta op en pak mijn krukken. 'Je moet me brengen naar huis' zeg ik. 'Dounia hij is daar niet' zegt hij. 'Waar is hij dan' roep ik tegen hem. 'Zoek zijn chip op alsjeblieft' zeg ik huilend. 'Dounia rustig we halen hem wel' zegt hij. Ik adem diep in en uit en kijk dan weer naar hem. 'Leg alles uit van begin tot eind' zeg ik. 'Je was aan het slapen en die mannen kwamen binnen, ik wou net binnenkomen en schieten. Maar als ik ging schieten gingen ze op jou schieten en dan hadden ze Nassim mee genomen en ja ik had jou dan meegenomen naar hier want het is in je huis niet veilig' zegt hij. Ik begin helemaal te bibberen en sta op. Ik ga naar de ziekenkamer en pak een ding waar ik dus wel normaal mee kan stappen. 'Dounia wat ga je doen' zegt hij. 'Ik ga hem halen' zeg ik. 'Zoek zijn chip op' zeg ik. Hij kijkt me aan en zwijgt. 'Nasser ik kan dit ook alleen maar wees gewoon voor een keer mijn broer en help me' zeg ik. Hij zucht en zoekt zijn chip op. Hij is op een afgelegen plek en ik ga hem halen boeit me niet wie ik allemaal moet vermoorden. 'Mag ik je auto lenen' vraag ik. 'Ik ga mee hoor' zegt hij. Ik glimlach en knik. Ik loop naar zijn auto en zet het adres in de gps. Ik loop dan terug naar binnen en pak een groot pistool. Ik steek er kogels in en steek het dan in de auto. Nasser doet hetzelfde en samen stappen we in de auto. Ik krijg een hele adrenaline en wil nu gewoon de persoon die hem heeft meegenomen, zijn hoofd er af hakken. 'Dounia het komt allemaal goed geen stress' zegt Nasser.
Ik knik en we komen aan bij een groot terrein. We parkeren op afstand en stappen dan uit. Ik doe mijn kleiner pistool in mijn broek en pak dan het groter pistool. Ik kijk rond en zie of er iemand is. Ik zie iemand en schiet hem dood. Ik loop moeilijk naar hem en pak zijn pistool af. Ik kijk naar Nasser en hij loopt voor me. Hij trapt de deur van de fabriek die op het terrein staat open. We zien niemand. Ik kijk links en zie iemand aankomen. Die dood ik ook en hoor dan een schot naast me. 3de bewaker ook al dood. Ik kijk verder en er zijn 3 kamers. Ik open de eerste. Leeg. De 2de open ik. Leeg. 3de open ik. Leeg.
Ik kijk naar de kamer en zie Nassim zijn chip op de grond. 'Ze wisten dat we kwamen' zei ik. Ik kijk naar Nasser en hij kijkt direct naar achter. Daar zie je een jongen die op Nassim richt. Hij houdt Nassim stevig vast en ik kijk hem aan. Ik pak mijn pistool en richt het op de jongen. 'Laat hem gaan' zeg ik. Nasser richt ook maar dan meer aan de linkse kant. Nassim is helemaal bont en blauw geslagen en wil gewoon huilen omdat het door mij komt.
'Jou vriendje doodde mijn vriend' zegt de jongen. Ik kijk de jongen aan diep in de ogen. Ik richt goed op zijn hart en voor ik het weet schiet ik. Ik laat mijn pistool los en loop meteen naar Nassim. Ik gooi de pistool weg van de jongen en kijk dan naar Nassim. Ik knuffel hem en huil het uit in zijn armen.

Nassim perspectief

Ik rijd naar huis en ze kijkt uit het raam. Ze is me komen redden. Ik kon haar niet beschermen dus heb mezelf opgeofferd en ze is me gewoon komen zoeken.
We komen thuis aan en ze stapt met moeite uit. 'Waar zijn je krukken' vraag ik. 'Bij het pand' zegt ze. Ik zet haar arm rond mijn nek en ze neemt steun op me. Ik leg haar op de zetel en ze doet haar jas uit. Ze loopt hinkelend naar de badkamer en komt terug met ontsmettingsmiddel, watjes en pleisters. Ze komt mijn richting op en gaat zitten op het aanrecht. Ik ga voor haar staan en ze verzorgt mijn gezicht. 'Heb je nog ergens wonden' vraagt ze. Ik schudt met mijn hoofd en ze kijkt diep in mijn ogen. 'Je liegt' zegt ze. Ze doet mijn shirt naar boven en ze kijkt naar de vele ergere wonden. Ze schrikt en er komen tranen terecht in haar ogen. Ze verzorgt Mn buik en als ze klaar is gaat ze met moeite van het aanrecht af en ze gooit de watjes in de vuilbak. Ze wilt naar de badkamer lopen maar ik pak haar hand en nu staat ze recht voor Mn gezicht. Ze is zo klein. Ik buk en zoen haar rustig en teder. Ze gaat er mee in en ze laat me los. 'Dankjewel' zeg ik. Ze geeft me een zoen op Mn wang en ze gaat naar de badkamer. Ze komt terug en kijkt me aan. 'Zullen we naar buiten gaan' zegt ze. Ik knik en pak haar op en breng haar naar haar inloopkast. Ik ga naar mijn kast en haal er een broek uit en een dsquared trui uit. Ik doe mijn haar nog snel en doe mijn horloge aan. Ik doe parfum aan en dan mijn schoenen. Ik ga naar beneden en scrol wat op mijn telefoon wachtend op Dounia.

Drugsdealer familieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu