Hoofdstuk 17

55 3 2
                                    

Fletcher:
Het ritselen van de bladeren verraadde de mannen, niet dat ze veel moeite deden om hun aanwezigheid te verbergen, ze moesten vol zelfvertrouwen zijn. De gedachte dat er nog enige tegenstand zou zijn was waarschijnlijk nog niet bij hun opgekomen. Met zware stemmen waren ze mopperend een weg door de dichte begroeiing aan het haken. Ik keek rond me, er was geen enkele manier om te vluchten. Misschien kon ik Sylva nog dragen en vertrekken maar Lysander zou ik nooit kunnen dragen, zelf geen meter en ik durfde Lysander niet achter te laten, dat zou Sylva me nooit vergeven. Ik zuchtte, er zat niets anders op dan te vechten. Ik had niet veel tijd meer, al duurt het een tijdje om door de dichte begroeiing van het woud te komen de stemmen waren zeer dichtbij. Ik tilde Sylva op en droeg haar snel uit het zicht van de open ruimte dan legde ik haar voorzichtig neer achter een grote boom en legde een pijl op men boog. De mannen wisten niet exact waar we geland waren en in eerste instantie gingen ze zelf langs de open plek lopen tot ze het lichaam van Lysander zagen. Vier elfen wandelden binnen bereik. Ze zagen er onverzorgd uit met ruige ongewassen haren, een beetje het cliché beeld van een barbaar. Ik wachtte nog even tot ze alle vier mooi in zicht waren. Ik sprong uit mijn beschutting en richte men boog op de dichtste elf. "Laat jullie wapens vallen of jullie kameraad zal niet langer onder ons zijn!" De vier elfen keken me even verbaasd aan. Dan nam een elf die in het midden stond het woord. Hij nam me taxerend op, "als je dat doet ben je hartstikke dood." Ik kon het niet laten om te grinniken bij die woorden al bereikte de lach mijn ogen niet. "Mijn aanbod is uit beleefdheid, niet omdat ik bang ben dat jullie me vermoorden." De elf keek verbaasd maar herstelde zich snel toen hij zijn fout inzag. Hij zette weer een stap naar voren, ik paste meteen de richting van mijn boog aan, recht op de elf zijn borst op deze afstand kon ik onmogelijk missen. Er verscheen een wrede uitdrukking op het gezicht van de elf, hij lachte even alsof hij me doorhad, alsof hij mijn hele persoon snapte. "Ik ken het soort mens dat jij bent" verkondigde hij, het woord mens zij hij met zo veel afschuw alsof het een scheldwoord was. "Vele woorden maar je bent te bang om te schieten." De elfen naast hem, één man en twee vrouwen leken vertrouwen te nemen in de woorden van hun leider en haalden hun wapens uit. Ik glimlachte even naar de leider, "een mooi en snel besluit, jammergenoeg het verkeerde." Ik richtte op zijn been en liet de pees van mijn boog los. Op deze kleine afstand had de pijl nauwelijks tijd om door de lucht te fluiten. Nog voor de elfen met hun ogen konden knipperen lag er al een nieuwe pijl op de pees. Dan vulde de hemel zich met het gekrijs van een elf met een gevederd object in zijn been. "Laat jullie wapens vallen en vertrek voor ik me bedenk!" Ik herhaalde mijn aanbod, dit keer had het wel het gewenste effect. De elfen lieten hun wapens vallen wat een rinkelend geluid maakte, ze twijfelden zichtbaar aan wat ze dan moesten doen, hun kameraad galen en vertrekken of gewoon zo snel mogelijk vertrekken en hun leider aan zijn lot overlaten. Ik keek even naar de rugzakken die ze mee hadden, "laat de rugzak ook maar vallen" de elfen keken me even aarzelend aan. Ik maakte een beweging met men boog, "komaan ik heb niet heel de dag." Ik had mijn rugzak met de voorraden achtergelaten bij Alexia dus ik zou het waarschijnlijk wel nodig hebben. De elfen lieten zwaar tegen hun zin de rugzakken van hun rug geleiden. "Zeer verstandig van jullie." Ik wandelde naar de elf die ik had neergeschoten zonder mijn blik van de andere drie te galen. Ik bukte me om de wond te inspecteren maar voor ik daar de kans toe kreeg zag ik uit mijnooghoek een glinstering op me af komen. Puur uit reflex sprong ik naar achteren. Ik keek verbaasd neer op de elf die terug begon te vloeken. Hij had een mes in zijn rechterhand die daarvoor onder zijn lichaam verborgen had gelegen. Ik spuugde op het gezicht van de elf en schopte hem woedend eens in zijn edele delen. Zijn gevloek veranderde in gekerm, ik richte terug mijn volledige aandacht op de drie elfen die het tafereel zwijgend hadden bekeken. "Vertrek! En neem deze bastaard maar met jullie mee." Als ik jullie ooit nog zie zal het minder prettig voor jullie aflopen." De elfen liepen dankbaar naar hun gevallen kameraad en sleepten hem met zich mee. "Hij zal je vinden, die vervloekte mens en hij zal je vermoorden!" Brulde de elf nog terwijl jij werd weggesleept. "Wees nu gewoon verdomme stil" klaagde een andere elf tegen hem. Ik keek even naar het bewegingsloze lichaam van Lysander, hij of Sylva zou snel wakker moeten worden want ik betwijfelde ten zeerste of dat dat de enige groep elfen was die jacht op ons maakten.

Summoner 4 ( fan fictie )Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu