Hoofdstuk 19

81 4 8
                                    

Sylva:

Heel mijn lichaam voelde zwaar aan, ik had gedaan wat Fletcher had gezegd en had zo snel mogelijk in de richting van pelt gelopen en juist uit die richting kwamen nu tien elfen en tot mijn afschuw ook Dedric. Het verbrande gezicht keek me gemeen aan. Ik had geen keus, ik liet de rugzak vallen en haalde het mes uit waarmee ik enkele uren geleden Fletcher nog had bedreigt. De rest van mijn wapens warren verloren geraakt tijdens onze val, dat is toch wat Fletcher me had vertelt. Zelf zag ik de kans dat hij ze had afgenomen voor ik wakker was op een 50 procent. Ik had wel nog men boog maar de pijlen waren weg dus dat was ook redelijk nutteloos. Het mes daarentegen was onder mijn kledij geplaatst dus tenzij iemand me folieerde zouden ze het niet vinden. Dat was toch een opluchting dat hij me niet had gefolieerd, of hij had het wapen achtergelaten om die indruk te wekken. Terwijl deze gedachten door men hoofd stroomden was ik me er vaag van bewust dat Dedric iets aan het zeggen was. Ik schudde even met mijn hoofd en probeerde me te concentreren zodat ik hem zou verstaan. "Wat een doorzetting vermogen, je bent aan het wankelen op je bennen maar toch neem je nog een mes vast om tegen tien elfen te vechten" hij knikte enkele keren alsof hij akkoord wou gaan met zijn eigen woorden. "Als je het nu opgeeft, kan ik je een veiligere rit bezorgen, het is een goede deal hoor ik zou hem nemen."
"Een rit naar waar?" vroeg ik met een horse stem. Dedric schudde ongelovig zijn hoofd, "je was daarnet echt niet aan het luisteren hé? Oh ja, niets aan te doen. Maar belangrijker, er zijn veel manier om ons leuk bezig te houden tijdens een lange rit, alhoewel als het voor mij leuk is zal het voor jouw misschien minder prettig zijn." Er gleed een koude rilling over mijn rug, ik keek Dedric ijskoud aan zonder een woord te zeggen. Er gleed een glimlach rond Dedric's mond, "ik had al gehoopt dat je niet zou ingaan op mijn voorstel, maar als adel ben ik het verplicht om zoon nobele kans te bieden. Als ik met je klaar ben zal je je vriendje nooit meer durven aankijken." Er gleed opnieuw een koude rilling over mijn ruggengraat. "Mensen die met zulke dingen dreigen verdienen het niet om te leven." Om de woorden kracht bij te zetten spuugde ik op de grond voor mijn schoenen. Dedric ging ongestoord verder, "over je vriendje gesproken, waar is hij nu? Ik dacht dat jullie te samen in het bos waren." Ik negeerde zijn woorden en probeerde mijn ademhaling onder controle te brengen, ik veranderde mijn positie wat zodat ik klaar was voor het komende gevecht. Dedric die zag dat ik opnieuw niet aan het luister was werd boos, zijn gezicht liep rood aan en hij brulde naar de elfen die gehoorzaam achter hem stonden. "Grijp haar levend! Alle wonden zijn toegestaan buiten dodelijke!" De tien elfen omsingelden me meteen, aan hun bewegingen te zien waren ze goed getraind. Ze waren waarschijnlijk huurlingen of ze hoorden bij een of ander leger. Tien boselfen waarvan er acht vrouwen en twee mannen warren. De eerste elf  kwam aanvallen van achter, het zou een goede aanval zijn geweest als de elf haar woede niet had uitgeschreeuwd tijdens de aanval. Gewaarschuwd door het geluid zette ik een stap naar voren om de aanval te ontwijken. Meteen kwamen de elfen voor me in actie. Er kwam een kromzwaard bovenhands van linker elf af, die onderschepte ik met mijn dolk, een fractie van een seconde later kwam er nog een kromzwaard op me af, deze keer van rechts. Ik liet me vallen door een knie, het wapen suisde boven mijn hoofd. Te laat besefte ik dat dit was wat de elfen hadden verwacht. Uit mijn ooghoeken zag ik een boogschutter grijnzen. De pijl vertrok van de gespannen boogpees. Ik liet men dolk vallen om snel een schild betovering te etsen maar ik was te laat. Tot mijn opluchting raakte de pijl me niet. Hij stak enkele centimeters naast mijn been uit de grond. Ik betwijfelde of elfen die zo goed getraind warren en zo goed konden samenwerken zoon grote fout zouden makken. Op dat moment zag ik een witte glinstering verdwijnen dat als een harnas rond mijn been had gezeten. Lysander kwam met een woedende brul door het bladerdak, ik voelde de pijn van de zwiepende takken die zijn gevoelige vleugels bewerkten door onze band. Ik had geen tijd om me er druk op te maken mijn schild betovering was eindelijk af, het had nog geen seconde geduurd voordat het geëtst was maar het leek een eeuwigheid. Met mijn schild hield ik de houwen van een elf tegen die met twee dolk een furieuze aanval op me starte, de ene steek na de andere. Ik had mijn dolk al laten vallen dus het enige wat ik kon doen was meer mana in mijn schild steken en naar achteren deinzen. Achter me zag ik een schaduw laag over de grond bewegen, ik wou springen maar mijn lichaam reageerde te traag, het mijtengif en de vermoeidheid eisten hun tol. De schaduw bleek een been te zijn, mijn voeten werden onder mijn lichaam weggeschopt. Ik belande hard op mijn rug. Een elf met een serieus gezicht torende boven me uit. Zijn kromzwaard ging een beetje naar boven en suisde dan schuin richting mijn arm, met andere woorden hij wou mijn arm afhaken. Net voordat het kromzwaard mijn arm bereikte verscheen er weer een wit vlak, deze keer herkende ik het wel, het was een schild betovering! Het zwaard werd naar een andere richting geduwd en sneed alleen het gras. Ik keek even snel in verbazing om me geen, was dit het werk van Fletcher? Maar waar was hij dan. Op dat moment zag ik Athena naar me kijken, de demoon had een symbool dat een spookachtig roodkleurig licht verspreide zich over haar borstveren. Het symbool, kon dat... is dat een schild betovering in bloed? De demoon draaide zich vliegensvlug om en richte zich weer tot de Wyvern. Wacht... een Wyvern hier? Wat doet zoon machtige demoon hier? Ik was zo geconcentreerd dat ik de grote demoon nu nog maar zag. Waren er hier orcen? Nee, dan zouden de elfen samenwerken tegen de orc in de plaats van tegen mij. Op dat moment viel het me op dat er een man op de demoon zat, het was niemand minder dan Dedric. Lysander was de demoon aan het bevechten maar werd onverminderd teruggedreven, zelf met de ondersteuning van Athena. Toen kwam ik terug bij de realiteit, ik stond snel op, er waren al enkele barsten op het schild verschenen. Ik etste snel het symbool van een vuurbal en een schild en maakte me klaar voor de komende strijd.

Summoner 4 ( fan fictie )Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu