H32.

194 11 6
                                    

pov michael

ik hou haar vast. ze heeft gewoon gevochten met de badboy van de klaas. maar oscar was wel degelijk bezorgd toen ze vertelde hoe ze aan die snee kwam. zo had ik oscar nog nooit gezien.

'wat bezield je man' hoor ik teddy tegen oscar sissend zeggen. oscar staat met moeite op en loopt weg, zonder iets te zeggen. de jongens en elke komen naar ons toe en elke slaat gelijk haar armen om puk heen. ammer en mike staan er een beetje ongemakkelijk bij en de 2 meisjes lopen bitchie weg. volgens mij waren het isel en lynn. soortvan vrienden van oscar. ze gaan het vast aan iedereen vertellen en dan gaan weer geruchten door de school en al dat gezeik. 'duss' zegt puk en gaat staan. 'je bloed bij je wond' zegt elke en puk kijkt verschrikt. ik maak die oscar zo af hé. 'oh' is het enige wat ze antwoord. 'sorry uh, voor oscar' zegt teddy die er blijkbaar ook nog stond. puk schud haar hoofd en pakt haar fiets. teddy pakt ook zijn fiets en gaat weer weg.

pov puk

nadat ik ben weg gefiets zonder michael, ben ik naar huis gegaan. er liepen allemaal straaltjes bloed uit mn wond. ik weet dat ik, zolang mn pa in het ziekenhuis lag, bij michael verbleef. maar ik moest toch mn koffer enzo nog doen. ik sta in de badkamer met een doekje tegen mn hoofd. ik dep een beetje het bloed weg en dat prikt als neten. ik gooi het 3e doekje in de prullen bak en knip een stuk pleister af. ik plak het over de wond en ruim alles op. nu mijn koffer maar alvast inpakken. ik pak de zwarte koffer en doe mijn pyama erin. wat ondergoed en hempjes. paar skinny jeans en 2 swetters. 1 vestje en 5 t-shirts met band namen erop, zoals nirvana, greenday en black veil brides. ik loop weer terug naar de badkamer voor mijn toilet tas. ik doe mijn borstel, tantpasta, tendenborstel en make-up spulletjes erin. ik gooi mijn toilet tas in mijn koffer en plof op mn bed. ik word gebeld en neem zonder te kijken op.

'puk! ik dacht even dat je ergens verdwaald was ofso. ik heb je 5 keer geprobeerd te bellen maar je nam niet op' zegt elke en ik moet grinniken. 'ik ben gewoon thuis hoor en ik weet dat je je telefoon op luidspreker hebt staan, hoi jongens!' ik hoor geiriteerde hoi's terug en het valt me op dat ik meer stemmen hoorde. 'je zou toch bij michael verblijven totdat je pa uit t ziekenhuis is' 'ja hoezo?' waarom stelt ze die vraag nou. 'hij uh' ik hoor wat mensen fluisteren. 'hij was bang dat je niet meer kwam' en ik weet zeker dat elke nu gemeen glimlacht naar michael, ookal weet ik niet waarom. 'ik was even naar huis voor mn wond en mn koffer enzo' zeg ik en ga recht op zitten. 'oh oke, we zijn nu bij hem. dus als je komt..' 'ja ik kom er zo aan, ben er over 10 minuutjes' en ik hang op. ik sta op en sleep mijn koffer mn kamer uit. nu de trap nog af. ik leg mn koffer neer en duw hem de trap af. hij glijd naar beneden en ik loop er trots achteraan. alle andere keeren, zoals in nederland, deed ik het anders. toen viel ik samen met mijn koffer de trap af. toen moest ik huilen maar nu kan ik erom lachen. ik trek mn jas aan en pak mn tas en koffer. ik haal mijn sleutels uit het sleutelkastje en open de voordeur.

ik wiebel met mijn stuur heen en weer. lopen had ik geen zin in dus ben ik met de fiets gegaan. ik heb mijn tas op mnrug en mn koffer op mn rekje op mn stuur. ik fiets de hoek om als ik bij michael zn straat ben. ik zie een paar fietsen staan, maar veelte veel. ik parkeer met moeite mijn fiets en laat mijn koffer er vanaf glijden. ik zet mijn fiets op slot en loop naar de voordeur met mijn koffer achter me aan. ik druk op de bel en nog geen 5 seconden later doet michael de deur open. 'hey' zegt hij. 'hey' zeg ik terug en hij laat me binnen. als ik de woonkamer binnen kom zitten niet alleen de jongens en elke er, maar ook ammer en mike? 'hoi' zeg ik en geef elke een knuffel. ik plof naast haar op de bank en zucht. 'je zei dat je over 10 minuten hier was' begint calum. 'so wat?' vraag ik en doe mijn jas uit. 'het duurde 10 minuten te veel. wat was je aan het doen?' 'oh, mijn koffer werkte niet mee' zeg ik en glimlach onschuldig. 'zal ik je jas even ophangen?' vraagd michael en ik knik. 'opgevoede jongen' grijnsd ashton maar ik ga er verder niet op in. 'doet het veel pijn?' vraagd ammer ineens. 'uh, ja een beetje' 'oh' is zijn antwoord. 'oeh pizzachips' zeg ik als ik de pizzachips op de tafel zie staan. ze moeten lachen terwijl ik alles in mijn mond prop. 'ho ho, rustig aan hongerig beest' grapt mike. wat the fack? wat hebben hun vandaag. ze waren er bij het gevecht, tijdens het tlefoongesprek en nu? 'wat doen hun hier eigenlijk' fluister ik in elkes oor als ik de chips heb doorgeslikt. 'geen idee, ze gingen gewoon mee toen wij ook gingen' fluistert ze terug. ik haal mn schouders op en leun achterover. 'mag ik ooknog komen zitten of wa?' zegt michael als hij terug is van mijn jas ophangen. ik schuif dichter tegen elke aan zodat hij naast mij kan zitten. als hij neer ploft word ik letterlijk geplet. 'geen. lucht. pletting' probeer ik uit te brengen en iedereen lacht. 'help. plies' piep ik en calum en ashton trekken me van de bank af. 'thanks' zeg ik opgelucht. ik ga maar naast de bank op de grond zitten. 'jullie hebben niet zoveel meubels' zeg ik lachend. michael reageert niet dus ik ga er verder ook niet opin.

elke, mike en ammer zijn onnder tussen al naarhuis. dus alleen de jongens zijn hier nog. 'zo...' begin ik na een ongemakkelijke stilte. calum begind te grijnzen. 'wat ben je ban plan?' zegd luke. luke praat eigenlijk alleen tegen mensen die hij kent. 'hoe zit het met jullie liefdens leventje?' 'pringel!' roepen ik en michael tegelijk. iedereen schiet in de lach. 'waarom pringel?' zegd ashton tijdens het lachen. 'ik ben singel en heb zin in pringels' zeggen we weer tegelijk. 'wat?!' zeg ik lachend. 'en jij luke?' zeg ik als we uitgelachen zijn. ik wiebel met mn wenkbrauwen naar luke. iedereen ziet gewoon dat hij elke leuk vind. 'ik? uh...' zegt hij nerveus. 'ik heb niemand op het oog' zegt hij ongemakkelijk. 'oh echt wel, niet liegen meneer Hemmings!' roept michael. 'iedereen ziet het luke' zegt ashton. 'wat ziet iedereen?' 'nou niet zo flauw doen! je vind elke wel leuk' zeg ik en prik hem in zn wang.

pov elke

ik fiets samen met mike en ammer naar huis. stiekem vond ik het wel leuk dat mike er was. maar luke zat de heletijd naar mij te kijken. mike zal mij ook nooit leuk vinden. wie vind mij nou leuk? een dom blondje. zo heeft een leeraar mij een keer uitgescholden. dus hoezo zou mike dan ook leuk vinden. 'elke, hallo?' ik word verstoord door mike. 'waar dacht je aan?' vraagd hij en ik merk dat ammer al de anderekant is gefietst. 'oh uhm, niks' zeg ik ongemakkelijk. we fietsten in stilte verder en ik kom bij mijn straat. 'ik moet hier in' zeg ik. 'oke, doei elke. zie je morgen toch?' hij vraagt of hij me morgen ziet? omg! 'ja, op school' en dat laatste zeg ik zacht. we zeggen nog doei en dan fiets ik mijn straat in. hij was net zo aardig! deze kant ken ik helemaal niet van hem.

ik zit aan de eettafel in mijn aardappel puree de prikken. ik zit een beetje in de knoop. ik vind mike leuk, maar luke is niet ontzichtbaar. zo zal ik het maar even zeggen. als je op 2 jongens valt, noemen ze je een player. en dat wil ik totaal niet, dat mensen mij daarvoor uit gaan schelden. niet iedereen is perfect. en niet iedereen is stom. behalve ik. ik ben altijd een buitenbeentje. daarom vind niemand mij leuk. ik heb nog nooit een vriendje gehad en heb nognooit gezoend. erg hé?

pov puk

ik zei wel dat ik ''pringel'' was, maar ik heb wel iemand op t oog. ookal weet ik nog niet helemaal zeker of ik hem wel zó leuk vind. en precies net dat ik eraan denk, vraagt calum ernaar. 'jullie zijn wel single maar hebben jullie nog iemend op het oog?' vraagd hij en neemt een slok van zijn drinken. 'ik niet' vertelt michael makkelijk. 'ik ook niet hoor' en ik voel me rood worden. ik ben gewoon zo slecht om over dit te praten. ik doe net alsof ik moe ben en mn hoofd steun op mn handen zodat je de rode kleur niet kan zien, maar zoals altijd, ik ben hier slecht in. 'je bent rood' grijnsd luke. 'hallo, ik was niet de enige hoor! hij kan er ook wat van' zeg ik plagend terug.

'doei!' roepen ik en michael tegelijk. de jongens fietsen met zn 3tjes de straat uit en ik zwaai nog even. ik loop weer terug naar de woon kamer en zie mijn jas hangen. er zaten sigaretten in. ik concentreer me weer en loop door. ookal zit het pakje er niet meer in, als ik naar mijn jas kijk lijkt het net alsof ze er nog wel in zitten.

the BF || ft. michael clifford ||Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu