Hoofdstuk 19 - Nog niet zo zeker

111 6 3
                                    

DANY

Ik word wakker door iets wat me heen en weer beweegt. "Dude, hou op met over me heen lopen. Ga naar je mand..." mompel ik waarna ik weer knock out ga. Dit bed is ook zo zacht en warm, maar wel lelijk. Het gewiebel stopt maar niet. "Dude, naar je mand, nu!" roep ik een tikkie chagrijnig terwijl ik rechtovereind vlieg. Ik zie geen Dude, maar wel een schim. Mijn ogen zitten nog te dicht om te zien wat er voor schim voor me staat. Toch schrik ik ervan aangezien het een inbreker of moordenaar kan zijn of zoiets. Ik grijp mijn kussen van achteren. Ik weet dat dat nooit hard genoeg zal zijn om deze 'moordenaar' buiten westen te slaan, maar ik moet toch iets doen. Ik ram het kussen midden op het gezicht van de ongewenste gast. 

"WOAH, AUW!" roept hij nu hij achterover vliegt. Ik kruip naar het uiteinde van het bed om te kijken naar wie er op de grond ligt. "Ook hallo..." zegt Carlos sarcastisch terwijl hij over zijn voorhoofd wrijft. Wacht...Carlos?! "Jemig Carlos, ik dacht dat je een moordenaar was ofzo! Leef je nog? Heb ik je pijn gedaan?" vraag ik bezorgd terwijl ik mijn bed af hop en Carlos overeind til. "Nee, ik ben nog heel. Beetje koppijn, maar dat kan geen kwaad." antwoordt hij. "Oh, het spijt me. Ik pak wel een aspirientje." zeg ik en ik loop naar mijn bureau, waar ik medicijnen in de la heb liggen. Ik haal een aspirientje uit de strip en vul een plastic glas met water. Ik waggel weer naar Carlos en geef het aan. 

Terwijl Carlos zijn pil doorslikt, kom ik er nu pas achter dat ik terug ben in mijn dorm. Ik kan me alleen niet herinneren hoe. Ik weet alleen nog dat ik met Carlos op de scooter naar huis liep. Nou ja, hij liep naar huis, ik bleef zitten op die scooter. "Carlos, hoe ben ik hier terecht gekomen?" vraag ik met 1 opgetrokken wenkbrauw. "Weet je dat niet?" vraagt hij verbaasd. "Natuurlijk wel, ik vraag het gewoon voor de lol, nou goed?" antwoord ik sarcastisch. "Sorry, hoor..." mompelt hij, draaiend met zijn ogen. "Uh...Sorry, Carlos. Ik ben gewoon heel moe. Ik wil niet boos tegen je doen." zeg ik en loop naar hem toe. Ik sla mijn armen om zijn middel en knuffel hem alsof ik hem nooit meer zal zien. Carlos verstijft, duidelijk nog steeds een beetje boos op mijn reactie van net. Ik hou het nog even vol en uiteindelijk ontspant hij en slaat zijn armen om mijn lichaam. Dan geeft hij me nog een kusje op mijn voorhoofd ook! "Het is al goed." fluistert hij in mijn oor. Een grote grijns verschijnt op mijn smoel. 

Hij kust me heel zachtjes op mijn lippen, aangezien ik nog zo moe ben. Opeens ben ik niet zo moe meer, hmm...wat raar...hehe. Ik zoen hem terug en duw hem op mijn bed. Nee, niet om die reden. Gewoon om te knuffelen. "Ik dacht dat je zo moe was." mompelt Carlos lachend, nog steeds met onze lippen op elkaar. "Hmm, kan me niks schelen, nu ben ik klaarwakker." mompel ik terug. 

Carlos trekt zichzelf terug en ik trek een zielig gezicht. Hij ziet mijn puppy ogen en geeft me nog één knuffel. Ik moet echt werken aan mijn puppy ogen. Ze zijn niet sterk genoeg. Carlos pakt mijn handen beet en kijkt me diep in de ogen aan. Hij zucht diep. "Ik moet even met je praten..." zegt hij dan. Hij klinkt opeens heel nerveus.

CARLOS

Kom op, Carlos. Stop met tijd te rekken. Doe het, nu. Ik slaak een diepe zucht. "Ik moet even met je praten..." zeg ik. Dat klonk niet erg zelfverzekerd. "Carlos, je trilt helemaal. Wat is er aan de hand?" vraagt Dany bezorgd. Ik kan haar niet laten weten wat de echte reden is dat we naar The Isle moeten gaan. Ik moet even op een leugen komen. Ik haat het om te liegen tegen Dany, maar dit is een leugentje om bestwil. "Ik tril omdat het een beetje koud is. En er is ook niks aan de hand. Ik wilde het alleen ergens met je over hebben, Dany." lieg ik aarzelend. "Waarover? Je kan me alles vertellen dat weet je wel hè?" vertelt Dany om me gerust te stellen. "Ja, ik weet het..." mompel ik met mijn hoofd naar beneden. "Nou, vertel het me alsjeblieft?" vraagt ze met puppy oogjes. Ugh, die ogen ook altijd. Maar ik weet niet wat ik moet zeggen?! Hoe moet ik haar uitleggen dat ik terug naar The Isle moet met haar voor een andere reden dan mijn moordlustige moeder. Denk Carlos, denk. "Ik moet, zeg maar, hoe zeg ik het, um, terug naar The Isle...voor een paar dagen, want...ik uh...had beloofd mijn twee beste vrienden nog eens een keer op te zoeken. Ja, ze zijn echt mijn matties en ik heb ze nou al zo lang niet meer gezien en ik had gezworen om ze op te zoeken...hehe..." Ik knijp mijn ogen dicht uit stomheid van mezelf. Dit is wat je hebt verzonnen, Carlos? FoR rEaL? 

"Oh? Wie zijn die vrienden van je? Waar ken je ze van? Mag ik ze ook ontmoeten? Dan heb ik weer een klein beetje iets spannends in mijn leven. Ik ben Auradon helemaal zat." gooit Dany er aan één stuk uit. "Oh, het zijn de twee zonen van de hulpjes, Jasper en Horace, van mijn moeder." leg ik relaxed uit. Dit is geen leugen. "Mijn moeder had ze gedwongen om met mij om te gaan omdat ik geen vrienden had enzo. Weet je wel? Het gewoonlijke." vertel ik alsof het doodnormaal is voor Dany. 

Ze zijn eigenlijk niet echt mijn beste vrienden, maar ik moet toch een smoes verzinnen? "En nee Dany, ik wil absoluut niet dat je meegaat. Veels te gevaarlijk." lieg ik. Natuurlijk wil ik dat ze meegaat. Het moet zelfs. Maar als ik haar gewoon mee laat gaan alsof The Isle totaal niet gevaarlijk is voor haar, is het een beetje verdacht. Dus weiger ik haar, zodat ze uiteindelijk blijft doordrammen en me dwingt haar mee te nemen. Soms ben ik wel weer slim. "Ah kom op Carlos. Please, please, please, please, please, please, please???" Komt ze weer met die puppy ogen. "Nee." zeg ik streng. "Als ik niet mee mag gaan dan krijg je geen kusjes en knuffels meer tot het einde van het jaar en het is pas april." zegt ze boos. "Chantage!" speel ik mee. "Nou, oké dan. Maar je blijft aan mijn zijde en doet niks opvallends. Gesnopen?" vraag ik. Ze knikt alleen maar met een hele grote grijns. Een grijns van overwinning. 

"En nog iets, niemand mag het weten oké? Zelfs Mal, Jay en Evie niet. Ook je ouders niet. Dit is geheim want niemand laat je zomaar The Isle binnengaan." leg ik aan haar uit. "Komt helemaal voor elkaar. Mijn mond is op slot." zegt ze en ze draait haar hand een slag langs haar mond en gooit de denkbeeldige sleutel weg, waarmee ze haar mond net 'op slot' mee heeft gezet. 

Het is heel even stil. 

"Dankje, dankje, dankje, dankje, dankje! Ik heb al zo lang The Isle een keer willen zien. En niet alleen als uitzicht vanaf Auradon. Ik hou van je!" roept ze enthousiast en ze geeft me een zoen op mijn wang. Alleen dit keer bloos ik niet zoals ik normaal altijd doe. Ik voel me ongelooflijk schuldig. Ik lok Dany gewoon in een val. Een val die niet eens van mezelf is. 

"Het gaat vast ontzettend leuk worden!" roept ze daarna nog uit. Ik knik alleen maar met een nep lachje.

Dat weet ik nog niet zo zeker...


It's Good To Be Bad - Carlos de Vil Story - DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu