Hoofdstuk 28 - Ik ben er bijna

108 4 3
                                    

DANY

Uma, Harry en Gil breken zich weer uit hun overleg cirkel. Nou komt het hoor. Uma neemt een stap naar voren en bekijkt me even twijfelachtig van top tot teen. Zo te zien vertrouwt ze mijn verhaal nog niet volledig. Begrijpelijk. Ze verplaatst haar hoed een beetje op haar hoofd zodat hij wat schuiner op haar aqua dreads leunt.

"We hebben het er even over gehad en we hebben besloten dat we je willen helpen." zegt Uma. 

"Sorry, jullie willen mij helpen?"

"Oké, nee. Dat kwam er niet uit zoals ik wilde. We willen je helpen tegen een kleine betaling.

Ah, hier zat ik op te wachten. 

"En wat zal die 'kleine betaling' wel niet zijn?" vraag ik, ook al heb ik al zo'n vermoeden.

Uma en de twee andere piraten grinniken en delen een blik met elkaar. 

"Oh, gewoon. We willen de staf van Fairy Godmother." gooit Harry eruit, zijn accent heftiger dan ooit. 

Mijn mond valt open. Ik had iets totaal anders verwacht. Ik dacht gewoon aan miljoenen muntstukken of duizenden diamanten uit Auradon, zodat ze hun schip kunnen updaten en betere kleding en wapens kunnen kopen. Maar nee, natuurlijk niet. Ze willen Fairy Godmother's staf. Een veel betere keuze. 

Ik zit een tijdje doodstil, denkend en piekerend over deze deal. Als ik terug gebracht word in Auradon zullen ze waarschijnlijk op me wachten aan de oever totdat ik terug kom waggelen met de staf alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dus wegvluchten en ze ditchen zal geen optie zijn. Ze komen me dan gewoon terug halen. 

Opeens komt me iets te binnen. 

"Hé..." mompel ik.

"Hm? Al je keuze gemaakt, prinsesje?" vraagt Harry, plagend. 

"Nee, maar ik heb wel een vraag voor je,"

"Kom maar op." 

"Hoe zijn jullie van plan mij terug te brengen?" 

Harry's lach smelt weg op zijn grote mond. Hij neemt twee wankelende stappen naar achter en draait zich in een wip om naar Uma. Hij loopt zachtjes naar haar toe, zo dichtbij dat hij in haar oor kan kijken. 

"Uh, Uma? Hoe gaan we haar terug brengen? We zitten hier namelijk vast als je dat niet vergeten bent en we hebben al heel vaak geprobeerd om-"

"Natuurlijk weet ik dat, rund!" krijst Uma in zijn oren, waarvan mijn haren op mijn nek omhoog springen. 

Opeens zie ik in wat een grote bedreiging Uma kan zijn en intimiderend over komt als ze het wilt. Mijn brutale, moedige kant is zojuist ervandoor geracet. Ik zink weg in mijn stoel. 

"Dany, ik zal je even haarfijn uitleggen hoe wij jou terug krijgen in Auradon als je even rechtop in je stoel wilt gaan zitten, dit is geen gevangenis!" schreeuwt Uma. 

"Eigenlijk, technisch gezien is het hier wel een gevangeni-" onderbreekt Gil. Oh, de sukkel.

"GIL! VROEG IK JOU OM JE MENING?" 

Gil blijft muisstil. 

"Precies, dat dacht ik al." 

Uma draait zich terug om naar mij en ziet me met een aandachtige, ongeduldige blik naar haar staren. 

"Waar sta je naar te kijken? Heb ik iets van je aan ofzo?" snauwt ze naar me net als een valse kat, haar witte tanden nu zichtbaar in het licht van het restaurant.

"...Je zou me uitleggen hoe jullie me terug naar Auradon zouden krijgen...?" merk ik op, ook al klinkt het meer als een vraag.

"Oh ja, natuurlijk. Oké, luister." Mijn oren spitsten zich en ik leun wat meer voorover op mijn stoel.

"Hoe ben je hier gekomen, Dany?" vraagt Uma aan me, terwijl ze met de toppen van haar vingers tikt op de houten bar. 

"Op mijn motor...en Carlos op de zijne...Hoezo?" 

"Is niet belangrijk nu. En hoe zijn jullie door de barrière gekomen?" vraagt Uma.

"Oh, Carlos had de afstandbediening voor de barrière gekaapt uit Ben zijn kantoor."

Ik begin al in te zien waar Uma naartoe aan het werken is. Hoe had ik daar niet eerder aan gedacht? Ik heb Uma helemaal niet nodig hiervoor. Te laat. Ik kom nou niet meer van ze af.

"AHA!" schreeuwt Uma. Ik schiet ervan achterover op mijn stoel, waarna Gil me weer rechtop moet zetten.

"Ik heb het. Jij leidt ons naar jullie motoren, ik neem aan dat je de sleutels ervan hebt, en dan openen we de barrière met die afstandbediening van dat beest uit Auradon." sleurt Uma in één grote zin uit haar longen. 

"Ahem, Koning Ben. Niet 'dat beest'." merk ik op. Uma gromt alleen maar een beetje. Ze gaat Ben natuurlijk echt nooit koning noemen. Over haar lijk. 

"Maar even terug over dat plan, dat met die motoren is een goed idee, alleen Carlos heeft de sleutels van zijn eigen motor dus hebben we maar één motor. En de afstandbediening heeft Carlos helaas ook. Dus...Wat nu?" vraag ik een beetje hopeloos. 

Uma kreunt en steunt. Harry zucht en loopt gefrustreerd een rondje door het restaurant. Gil...Uhm...Gil doet lekker zijn eigen dingetje. 

"Oké! Best! Dan doen we het toch zo? We vangen dat zwerfhondje en stelen z'n spul. Zo, dat ook weer voor elkaar. Harry en ik doen dat toch al elke dag, dus dat zal deze keer niet anders zijn dan alle andere keren, toch Hook?" lacht Uma, terwijl ze Harry een speelse stomp geeft tegen zijn bovenarm. Harry lacht mee.

We vangen Carlos? Maar, dat kan ik hem niet aandoen. Hij mag me misschien verraden hebben, mijn hart gebroken hebben en ga maar door, maar ergens hou ik nog steeds van hem...

Mijn gedachtes worden onderbroken door mevrouw Zeeheks, die ongeduldig met haar armen over elkaar en haar rechtervoet loopt te tikken op de oude vloer. 

"Nou? Wat zeg je ervan? Deal?" vraagt ze, al met haar hand uitgestoken naar mij. 

Oh, ik kan niet goed nadenken onder druk...Denk, Dany, denk...

"Deal." Ik schud Uma's hand. Harry barst en juicht erop los. Gil krijgt een schattige glimlach over zijn snuit. 

Oh, man. Waar heb ik mezelf zojuist in gebracht...


CARLOS

Nog een paar straatjes verder en dan ben ik bij Ursula's restaurant. Ik loop een hoek om en kom oog in oog te staan met een bakstenen muur. Een doodlopende straat. Top. Ik wil me weer omdraaien totdat ik een poster zie hangen aan de muur. Ik weet dat dit nu niet belangrijk is, maar ik wil toch even een kijkje nemen. Ik stap naar voren en knijp mijn ogen bij elkaar. Het is hier zo donker dat ik de letters op het opgeplakte papier bijna niet kan lezen. 

De letters worden meer zichtbaar. 

Een foto van koning Ben staat midden op het papier gedrukt. Het is een oude poster zie ik nu. Dit ding hangt hier al maandenlang volgens mij. Vanaf dat Mal, Evie, Jay en ik naar Auradon gingen. Er staat een kleine tekst onder.

Koning Ben, Meneer Beest en Mevrouw Belle hebben het besluit genomen om vier kinderen van de Isle of the Lost naar Auradon Prep over te zetten om ze een nieuwe kans op een betere toekomst te schenken. 

De tekst ging nog even verder over hoe geweldig de drie mensen zijn en geen ene keer is Dany hierin vernoemd. Terwijl ze hier net zo goed aan mee heeft geholpen. Zij heeft verdikkeme ons opgehaald samen met Ben en heeft van alles voor ons gedaan. Ik begrijp nou wel waarom ze zo enthousiast was om met mij hierheen te komen. Ze wordt op Auradon helemaal niet gezien en ze vindt het er levenloos en saai. Op The Isle dacht ze misschien een kans te krijgen om iets nieuws en iets spannends mee te maken. 

En nou is ze hier, maar niet op de manier die ze gehoopt had. Allemaal door mij. 

Ik sla met mijn vuist tegen de muur. Het doet zo'n pijn dat ik erna ook nog de poster van de muur scheur en verschrompel. Een traan rolt over mijn wang vol sproetjes. Ik schud mijn hoofd, geen zin om te huilen nu, en loop weer uit het steegje. 

"Ik ben er bijna, Dany. Bijna..."



It's Good To Be Bad - Carlos de Vil Story - DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu