Hoofdstuk 21 - In mijn huis

97 9 2
                                    

DANY

Eindelijk, eindelijk, eindelijk ben ik op de plek waar ik altijd al van heb willen weten hoe het daar is. En...het ziet er precies zo uit als hoe ik het me voorstelde. Vies, oud, donker en al die dingen. Maar I love it! Het is eens iets anders dan het 'perfecte' Auradon met de quote: 'GoOdNeSs DoEsN't GeT aNy BeTtEr.' 

Ik staar nog steeds met open mond naar alles om me heen. Ik heb totaal niet door dat Carlos al aan het lopen is. Ik sprint achter hem aan aangezien hij erop stond dat ik bij hem bleef 24/7. Hij maakt zich echt veel te druk. Nonchalant loop ik achter hem aan alsof ik net ook al bij hem was. Van tijd tot tijd draait Carlos zijn hoofd om, om te checken of ik nog in zijn buurt ben.
Telkens als hij me dan aankijkt lach ik breed naar hem, maar als reactie daarop krijg ik alleen maar een geforceerd, klein lachje. Hij vindt het waarschijnlijk gewoon heel moeilijk om te verwerken dat hij weer in zijn geboorteplaats is. Dat snap ik wel. Zijn 'villain kleding' die hij draagt staat hem ook wel echt behoorlijk goed.

Na een paar minuten Carlos dood te staren, vallen mijn ogen weer op de omgeving. Ik draai een rondje om alles goed te kunnen bekijken en zie halverwege het rondje een schim onze richting in lopen. Dat is natuurlijk gewoon 1 van de bewoners van het eiland. Ik sta even stil om te kijken wie de schim is. Misschien herken ik hem wel. Hij komt steeds dichterbij en plots zie ik hem helemaal scherp. Maar...ik herken hem niet. Hij draagt een piraten hoed en heeft een haak in zijn linker hand, die hij eigenlijk niet nodig heeft. Het is waarschijnlijk een piraat dan. Maar er zijn meerdere piraten op dit eiland dus ik heb geen idee wie.

Voordat ik ook maar iets kan zeggen tegen de onbekende piraat die op me af komt lopen, word ik achteruit gerukt door twee sterke armen.

CARLOS
Ik voel me echt totaal niet thuis meer hier. Heb ik eigenlijk nooit gedaan. Ik moet er maar weer aan zien te wennen.   Ik draai me voor de zoveelste keer om naar Dany en weer lacht ze breed naar me. Ik probeer mijn uiterste best om die lach terug te geven, maar er komt alleen een pijnlijk lachje vanaf. Ik draai me gauw weer terug om. We zijn al in de buurt van Jafar's Shop. Ik doe mijn best om Ursula's Fish and Chips Shop te ontwijken. Ik heb geen tijd voor Uma op het moment.

Ik draai me uit bezorgdheid alweer om naar Dany. Misschien moet ze maar gewoon naast me lopen. Wanneer ik mijn ogen op Dany leg, zie ik dat ze met haar rug naar me toe staat en loopt te staren naar iets in de verte. Ik knijp mijn ogen fijn en probeer mijn zicht scherp te stellen. Dan zie ik het pas.

Harry, Harry Hook.

Dalmatiërs! Zodra hij mij ziet zal hij het nieuws natuurlijk doorvertellen aan Uma en zo wordt het verspreid over heel The Isle. Dat moet ik koste wat het kost voorkomen. Ik sprint op Dany af en gooi mijn beide armen om haar middel. Ik sleur haar weg van waar ze stond en zonder iets te zeggen grijp ik haar bij haar arm en ren een open gebouw met haar in zonder te kijken wat voor gebouw het is. 

"Wat doe jij nou weer?!" schreeuwt Dany in mijn oor. "Ben je helemaal g-" probeert ze haar zin af te maken, maar ik leg mijn hand over haar mond want ze maakt te veel geluid. Ze blijft rustig door mompelen en praten met mijn hand over haar mond waardoor ik geen woord versta van wat ze zegt. "Luister. Ten eerste, ik versta niks van wat je zegt en ten tweede, dat was een villain waar ik even niet mee in contact wil komen. Daarom trok ik je weg." leg ik uit terwijl ik mijn hand verwijder van haar mond. "Oh ja, sorry dat ik je zo liet schrikken. Ik moest je wel wegkrijgen zo snel mogelijk." vertel ik er nog achteraan. "Oh, dus dat is de reden. Oké sorry, ik overreageerde een beetje. Sorryyy." zegt Dany waarna ze me gauw een kus op mijn mond geeft. De kus was zo snel dat ik zelf niet terug kon kussen. "Maar...Harry Hook, huh? De zoon van Captain Hook?" vraagt ze me. Ik knik zonder enige emotie op mijn gezicht. 

Ik haat Harry. Op elk feestje, in elke les op school, in elke steeg, in elke straat kon ik hem vinden. Hij pestte me altijd. En als Uma erbij was dan was het nog erger. Gelukkig werd ik vrienden met Jay en Mal, want die redden me altijd van hun twee. Ik heb alleen geen zin om dit aan Dany uit te leggen, want dan stort ik waarschijnlijk opeens in mekaar. Ik heb geen zin om zielig te gaan doen recht voor Dany's ogen. Ik moet sterk blijven. 

"Oke, nou ja, bedankt dat je me op tijd heb weggesleurd, maar Carlos..." begint Dany, terwijl ze om haar heen begint te kijken. "Hmhm?" antwoord ik nog een tikkie verdrietig. "Waar heb je ons mee naar binnen genomen?" vraagt ze, nog steeds kijkend om haar heen. "Uhm..." kan ik alleen maar eruit krijgen. Ik kijk nu ook om me heen. Overal waar ik kijk, zwaarden, haken, groot en klein, verschillende piratenhoeden in alle kleuren en opgezette vissen en krokodillen. Langzaam dringt het tot me door waar we zijn. Ik draai me om naar Dany om haar zo kalm mogelijk te vertellen waar we zijn, ook al sta ik te trillen in mijn schoenen. Ik haal diep adem om mezelf te proberen te kalmeren. 

"In mijn huis, my little duckling." 

It's Good To Be Bad - Carlos de Vil Story - DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu