≬14≬ In het hol van de Leeuw.

2.2K 199 50
                                    

≬14≬ In het hol van de Leeuw.

Het Duister Moeras dacht ik. 'Waarom klinkt dat bij jullie toch allemaal zo, zo.. vrolijk' zei ik maar. Onheilspellend had ook gekund dacht ik maar goed, hij snapt me vast wel. Maar een moeras dus. Zo zag het vanaf hier er niet naar uit. Ik keek er een tijd naar totdat me iets ineens te binnen schoot.

'Moeras! Dat is waar jullie denken waar de Drie vandaan komen of niet!' zei ik tegen Baran maar ook tegen de anderen. Ik zag Iolas een kleine grijns geven. 'Je was ons gesprek dus niet vergeten' zei hij, 'ik dacht al, wanneer gaat het lampje branden'. Vervolgens schoot hij in de lach. 'Ja ik heb hem eindelijk kunnen gebruiken!' zei hij uitbundig. 'Huh?' zei ik niet begrijpend. 'Ik vind jullie uitdrukkingen, spreekwoorden en wat nog meer, briljant!' zei hij met een grote glimlach. 'Ik heb hem bij nog niemand kunnen gebruiken, maar nu wel' zei hij blij. Rare snuiter af en toe dacht ik.

'Ehm... lopen er dan niet nog wat van de Drie daar rond?' vroeg ik Baran een beetje terughoudend. 'Die zullen we waarschijnlijk wel tegenkomen ja' zei hij. 'En dan moeten wij daar doorheen?' vroeg ik verbaasd. 'Ja, eromheen gaat dagen duren. Want als u links kijkt of rechts, ziet u dat het moeras daar ook zit. Het moeras is groot Ernil, het gaat te lang duren voordat we eromheen zijn' zei hij. Ik liet mijn schouders zakken. En ik maar denken dat we met simpelweg een stukje rijden het kasteel zouden bereiken. Sorry Maeron, hou nog even vol.

'Laten we dan maar verder gaan' zei ik en ik klom weer in het zadel. Ik keek naar de anderen die allemaal naar het moeras staarden en kwam tot de conclusie dat we nu een paard te kort kwamen. 'Ehh... jongens, hoe gaan we dit nu doen? We zijn met zeven en we hebben drie paarden' zei ik. Ze keken elkaar even aan en ik zag dat Iolas even op zijn achterhoofd krabde maar er al snel mee stopte vanwege zijn pijnlijke bult.

'Goeie vraag' hoorde ik hem zachtjes zeggen. 'Er zit niks anders op dan dat er één gaat lopen' zei Baran uiteindelijk. 'We kunnen de paarden niet meer belasten dan dat we nu al doen'. Kan er ook iets goed gaan!? Dacht ik gefrusteerd. Kharis, de gewonde elf, kwam bij mij op Nimm te zitten. Baran zou de eerste zijn die ging lopen.

We liepen de heuvel af en gingen richting het moeras. Zodra we de eerste bomen voorbij liepen kon je merken dat we in een heel ander iets terecht zouden komen dan dat we tot nu toe hadden gedaan. Het werd donkerder hoe verder we gingen. De bomen waren groot inclusief de bladeren. Daardoor lieten ze ook geen enkel straaltje zonlicht door. Het enige licht wat je had was het groene van het licht die door de bladeren kwam. De tijd ging langzaam voorbij omdat ons tempo niet hoog was. Bellas had Baran ondertussen afgelost.

'Oké, nu moeten we opletten want hier wordt het erg drassig' zei Laralytha. Ze had het nog niet gezegd of ik voelde Nimm wat wegzakken in de grond. Ik keek naar haar benen en zag dat ze niet meer zo wit waren. Gatver, dat gaat later poetsen worden vrees ik. Kharis had sinds dat hij bij mij achterop zat, geen stom woord gezegd. Dan was zelfs Baran spraakzamer op zijn eerste dag, ook al zei hij maar één woord.

Nimm zakte hier en daar goed naar beneden en hoe verder we gingen, hoe meer het ook begon te ruiken. Ik kon het niet eens goed omschrijven. De ene keer leek het te ruiken naar poep, dan weer naar iets dat aan het rotten was of rook het muf, mottenballen of iets in die trant, of iets zuurderigs. En dan vaak weer een combinatie daarvan. Ik wenste dat ik een kraag had bij het shirt wat ik droeg want die had ik niet, dan kon ik hem omhoog trekken en voor mijn neus doen. Ik weet niet hoe lang we onderweg waren toen de omgeving drastisch veranderde. Het was nog steeds een moeras maar we zakten niet meer weg. We liepen op harde grond en ik kon merken dat Bellas daar enorm blij mee was.

'Wat is dit voor een plek?' vroeg ik. Alles zat onder het mos. De bomen, de stenen, takken die op de grond lagen. Het gaf je het gevoel als je ergens stond wat niet van hier was. Ik schudde met mijn hoofd, ik ben ook niet van hier dacht ik. Het gaf je het gevoel alsof je op een plek was wat heel oud was, dat was beter. Het was doodstil, niks bewoog en alles had dezelfde kleur. Een lichte mist hing tussen de bomen en de lucht voelde dik aan, het ademen was iets zwaarder namelijk. De paarden liepen door maar omdat de grond ook bedekt was met een flinke laag mos hoorde je ze niet eens en anders klonk het heel gedempt.

ElmesariWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu