~26~

95 7 0
                                    

Die vier woorden. Ze hoeven niet veel te betekenen maar in dit geval betekenen ze heel veel. Die vier woorden die me hebben doen glimlachen ook al was alles op dat moment zo fucked up. Die vier woorden die de vrouw van de ambulance tegen mij zei voordat ze wegreden. 

"Het gaat goed komen."

Ik kreeg verder nog informatie naar welk ziekenhuis hij ging en dat ik echt niet mee kan rijden. Nu wordt ik ondervraagd door de politie maar ze geloven mij volgens mij wel. Behalve één agent. Die kijkt me vanaf een hoekje aan alsof ik Jonas van het dak heb geduwd. De geschiedenis van mijn vader en stiefmoeder helpen waarschijnlijk niet heel erg maar ja, ik woon nu in een andere stad dus ze kennen hun hier vast niet.

Na de laatste vragen te hebben beantwoord kan ik gaan. Ik kan nog niet naar ziekenhuis want Jonas wordt nu nog geopereerd. Misschien wilt hij me wel helemaal niet zien. Ik ga me wel eerst omkleden. 

Ik loop naar mijn kamer. Shit, James. Hij is wel de laatste die ik nu wil zien. Oke Em, adem in en adem uit je kan dit. Ik open langzaam en zo stil mogelijk de deur. Geen teken van leven te bekennen in de woonkamer. Ik sluip zo stil mogelijk naar mijn kamer en ga snel door mijn deur. Gelukkig, ik heb het gehaald. Ik trek een joggingsbroek en een trui aan want ik zit waarschijnlijk wel even in het ziekenhuis. Ik zet wat koffie, pak mijn telefoon, en ben dan klaar om te gaan. Een paar dagen geleden kreeg ik een berichtje van de politie dat mijn motor is gevonden en voor de school is neergezet. Ik heb hem dus gelukkig weer terug. Ik loop over de parkeerplaats naar mijn oh zo mooie motor en stap op. Een helm heb ik niet nodig. Ik weet dat het gevaarlijk is maar ik wil gewoon de wind door mijn haar voelen. Het geweldige gevoel alsof je vliegt door de straten. Het is ondertussen al weer laat in de avond en er is weinig verkeer. Perfect. Met een snelheid van boven de 140 km/h rij ik over de bijna lege snelweg. Zal hij al wakker zijn? Mag hij me nog? Veel vragen spoken rond in mijn hoofd maar er is maar 1 manier om achter alle antwoorden te komen. Gewoon gaan. 

Ik kom binnen en loop gelijk naar de receptie, alles is goed gegaan volgens de vrouw en ik mag naar hem toe. Kamer 404.

Ik loop door de lege gangen tot ik voor zijn deur kom. Ik adem diep in en klop dan. 'Binnen' hoor ik een schorre stem zeggen. Ik open de deur en daar zie ik hem. Hij ziet er niet goed uit. Levend maar niet goed. Ik loop naar hem toe en knuffel hem. Ik pak een stoel en ga naast hem zitten. Er is nog geen woord gezegd. 'Alles goed?' Vraag ik dan maar. 'Wat denk je zelf?' Hij kijkt me boos aan. 'Het spijt me oke, het was niet mijn bedoeling en toen was je ineens daar over de rand en ik wist niet wat ik moest doen.' Ik ratel door en mijn ogen beginnen te tranen. 'Rustig aan Emma, het is oke. Het was een ongeluk.' Ik haal opgelucht adem. 'Oh gelukkig ik was zo bang dat ik alles had verpest en we niet meer samen konden zijn.' 'Emma, ik hou van je.' 'Ik ook van jou maar wat is er?' 'Je brengt gewoon ongeluk en ik kan niet met je samen zijn want wat gebeurt er de volgende keer?' 'Helemaal niks het was een ongeluk!' 'Ja maar Emma ik ben hier niet voor ongeluk. Ik ga weer terug naar huis en dan vergeten we elkaar gewoon. Het is over en ik hoef je niet meer te zien.' 'Maar.' 'Doei Emma.' En hij drukt op de knop van de beveiliging.

The bad oneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu