Chapitre 9

1.7K 52 20
                                    

Nog nooit heb ik zulke angst gevoeld. Ik rende en ik rende door de straten. Ik keek achter me en natuurlijk rende Emin achter me aan. Hij was veel sneller dan ik en hij was woedend. Zijn duivelse ogen volgden me. Ik was zó bang, ik kreeg bijna een paniekaanval. Deze jongen was echt ziek. Hij gaat me doodmaken, spookte er door mijn hoofd. Ik rende harder en harder en rende de hoek om. Ik durfde niet achter me te kijken. Hij meende het dus echt, over Rayen. Hij komt dus echt overal achter. Ongelofelijk. Mijn conditie begon het op te geven, maar het mocht niet van mezelf. Dit was niet leuk meer. Dit was echt niet leuk meer. Tranen begonnen op te wellen. Ik was als de dood voor hem, echt waar. Waar ben ik in beland? Ik sprong over wat prullenbakken en andere obstakels op de weg. Daarna kwam ik in een woonstraat met mensen die buiten liepen terecht. Er waren ouderen, kinderen en meerdere gezinnen. Even had ik hoop. Hier kon hij niks doen. Ik rende langzamer, want ik zag hem niet meer achter me. Uiteindelijk liep ik rustig en onopvallend de buurt door. Waarom was mijn telefoon ook leeg, het was echt op het nippertje. Snel op weg naar huis nu. Ik zuchtte opgelucht. Hij heeft me niet te pakken gekregen, ik ben hem kwijt. Voor zover ik dacht.

Ik voelde een harde ruk aan mijn haren en ik gilde. Hij sleurde me aan mijn haren de straten over en ik begon om hulp te roepen. Het deed extreem veel pijn. Waarom sleurde hij me aan mijn haar over de straat? Een bange, harde gil verliet mijn mond. 'Emin, stop! Help me alsjeblieft!' riep ik zo hard als ik kon. Tranen vloeiden over mijn gezicht. 'Stop! Het doet pijn! Emin stop! Help me,' smeekte ik. Hij trok me omhoog en deed zijn hand strak voor mijn mond . 'Je blijft naast me lopen en je houdt je mond. Je doet alsof er niks aan de hand is,' beval hij dreigend, met zijn zware stem. Ik sloot mijn ogen en deed mijn best om niet te huilen. Hij heeft me te pakken. Ik was al meer dan een uur weg. Wat zou Leyla wel niet denken? Emin trok me me mee door de buurten van Rotterdam Zuid. Uiteindelijk kwamen we in een steeg terecht, waar hij me tegen de muur drukte. Zijn gezicht kwam dichtbij de mijne en ik sloot mijn ogen weer, bang voor wat er ging komen. Ik hoorde zijn dreigende stem in mijn oor. 'Hij heeft je aangeraakt, hè?' fluisterde hij en ik voelde iets kouds tegen mijn voorhoofd. Ik opende mijn ogen en ik zag dat hij zijn pistool tegen mijn voorhoofd hield. Ik probeerde niet te gillen of angst te tonen, voordat hij me meteen zou doodschieten. 'Ik heb je toch gezegd dat ik je zou hoeken,' grijnsde hij. Ik kreunde zachtjes van de pijn, omdat hij me heel stevig in zijn greep had. 'N-niet nu.. Leyla is bij me thuis. Laat me gaan,' zei ik zachtjes. Hij keek me doordringend aan en ging weer met zijn gezicht heel dichtbij de mijne. Ik rook zijn heerlijke, verslavende geur. Hij streelde me over mijn keel. 'Waarom kuste je hem?' vroeg hij. Ik had geen behoefte om antwoord te geven. Ik hoef hem geen verantwoording af te leggen, wat denkt hij?  Ik gaf dus geen antwoord. Hij kneep me in mijn keel en zijn pistool zat nog steeds tegen mijn voorhoofd. Zijn lippen waren één centimeter van de mijne verwijderd. 'Maak me niet boos. Geef antwoord,' fluisterde hij. Maak me niet boos? Is hij niet al heel erg boos? Wat moet ik zeggen? 'Ik deed het omdat hij mijn beste vriend is, en ik hem wilde bedanken voor de leuke dag,' zei ik in één adem, afwachtend op zijn reactie. Hij grijnsde weer eng. 'Is dat zo? Je weet wat dat betekent, toch,' zei hij. Hij nam een stap naar achteren, haalde het matzwarte pistool van mijn hoofd en keek er bevredigend naar. Alsof hij elk moment iemand kon doodschieten. Zijn mooie, volle lippen vormden een zin die ik gewoonweg niet kon geloven.

'Hij moet dood. En ik ga hem doodmaken.'

En dat was het moment dat ik gek werd. Hij wist de duivel uit me te halen, terwijl ik de liefste persoon ooit was. Ik kon dit niet toelaten, ik moest in de zelfverdediging gaan. Ik schraapte al mijn moed bij elkaar, liep naar hem toe en gaf hem een duw. Ik gilde het uit. Emotieloos maar niet geschrokken keek hij naar me. 'Wie de fuck denk je dat je bent! Ik. Ken. Jou. Niet! Ik zeg het niet nog een keer, laat mij met rust en o wee als je Rayen iets aandoet! Want dan vermoord ik je met mijn eigen handen, ik zweer het je! Heb jij geen gevoel, of zo? Wat heeft hij misdaan? Wat hebben zijn dierbare misdaan dat jij hem het leven wilt afnemen? Wie ben jij om ineens te beslissen dat hij doodgaat? Vertel me, wie ben jij? Donder op, psychopaat!' gilde ik zo hard als ik kon. Hij begon te lachen. Zijn lieve kuiltjes ik zijn wangen kwamen tevoorschijn en zijn tanden waren prachtig wit. 'Schattig.' Even voelde ik een kriebel door mijn buik. Hij moest vaker lachen, dat zou hem veel beter staan. Snel duwde ik dat gevoel weg. Ik haatte hem. Hij wilde me weer ruw vastpakken maar ik was hem net iets te snel af. Ik rende de steeg uit en probeerde hem voor de tweede keer te ontkomen.

Emin's POV

'Donder op, psychopaat!' gilde ze hard na haar preek. Ze had geluk dat we in een verlaten steeg stonden, anders had iedereen ons gehoord en had ik haar moeten ontvoeren. Wat ik al sowieso van plan was, maar oké. Ewa, dat gaat nog komen. Een warm gevoel kreeg ik toen ik naar haar boze gezichtje keek. Meestal zou ik woedend worden als iemand zo tegen me sprak, maar ik vond haar schattig. Zonder dat ik het wilde begon ik te lachen. 'Schattig,' zei ik. Haar kwade ogen verzachtten en ik zweer dat ik haar wangen rood zag worden. Ik weet dat ze iets voor me voelt, ik zie het aan haar. Ik wilde haar nu zo graag zoenen. Maar het kan niet. Ik doe het niet, ik ben niet zo. Ik wilde haar weer vastpakken maar in een reflex rende ze weg. Haar krullende haren waaiden door de wind toen ze rende alsof haar leven er vanaf hing. Ik sprintte achter haar aan. Waarom doet ze toch zo moeilijk? Elke keer wegrennen, is dat haar nieuwe ding? Ze gaat toch niet van me winnen. Ze moet begrijpen dat ze van mij is, en dat niemand aan haar mag zitten. Ze alleen van mij. Die Rayen moet dood, en zo snel mogelijk. Plus ik moest Dilara zelf nog straffen voor het feit dat ze hem kuste en het voor hem opnam. Komt nog wel, wacht maar. Ik had haar bijna te pakken tot ze een bus in rende. Ze gilde tegen de buschauffeur dat de deuren dicht moesten en ze wees mijn richting op. De buschauffeur keek geschrokken naar mij, en sloot meteen de deuren. Met vaart reedt de bus weg. Fuck! Hoe krijgt ze het voor elkaar? En waarom praat ze met een mannelijke buschauffeur? Ze zit nu alleen met hem in een bus. Mijn meisje, alleen met een man in één ruimte? Hij sloot gewoon de deuren toen hij mij zag. Wilde hij haar inpikken? Ik werd helemaal gek vanbinnen. Hij moest eigenlijk ook meteen gehoekt worden. Mijn jongens zouden daar wel voor zorgen. Één belletje en het was gedaan met hem. Hoe dan ook, ik reken later wel met hem af. Ik moest terug naar de jongens. Ik had wat moorden te plegen en ik had zaken te doen. Het was nog vroeg, ik ging de hele nacht gebruiken. Deze baan was perfect voor mij, ik kon mijn agressie uiten. Elke dag weer. Want ik zeg je eerlijk, ik had veel agressie en woede in mij. Als ik Dilara zag, werd het iets minder. Zij is de enige bij wie ik dat voelde. Maar als ik dan zie wat ze allemaal uitspookt, dan krijg ik moordneigingen. Rayen moet gewoon dood, dat is één ding dat zeker was. Dat komt snel. Ik ga het regelen. Nu andere zaken. Ik stapte mijn sportauto in en haalde Youssef op.

'Ewa broer,' zei hij. 'Hoe is het?' vroeg hij.
'Alles cool, broer. Laten we eerst deze zaken maar afhandelen. We gaan Valentin ophalen. Zeg tegen hem dat ie zich ready moet maken,' zei ik. Hij knikte. Ik reed met volle snelheid naar een industrieterrein, waar Valentin op ons aan het wachten was. Valentin was een Russische jongen die ook voor mij werkte. Hij regelde altijd wapens zoals Kalasjnikovs uit Rusland en hielp me met overvallen, moorden en drugszaken. Hij was een goede vriend van me. Samen met Youssef waren we dodelijk.

'Ewa neef. Ik ben blij je weer te zien,' zei Valentin met een licht Russisch accent toen hij ons zag. Zijn sneeuwwitte huid viel zwaar op in het maanlicht. 'Faka. Heb je de wapens?' kwam ik meteen ter zake. We hadden namelijk haast. Hij knikte. 'Natuurlijk. Ik stel je nooit teleur, dat weet je toch?' grijnsde hij. Hij gaf me een zware, zwarte tas met wapens waarna ik hem een dikke stapel geld gaf. Het was rond de 20.000 euro. 'Alvast een deel van je geld.' Tevreden stak hij het in zijn zak. 'Dankjewel, broer.' Ik haalde de Kalasjnikovs tevoorschijn en gaf er een aan Youssef. Ook Valentin haalde er een tevoorschijn. Ik pakte wat bivakmutsen en gaf ze aan hen. Ook zelf deed ik er een op. We waren een team.

Het was tijd om flink wat mensen te doden.

Obsessed With MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu