Chapitre 29

1.5K 61 17
                                    

De volgende ochtend werd ik wakker in zijn sterke, warme armen. Hij was bij mij komen liggen vannacht. Hij zei dat hij niet kon slapen en dat hij bij me wilde zijn. Dat vond ik zó schattig. Ik ga niet liegen, ik ben smoorverliefd op hem. Maar hij is slecht, hij is een moordenaar en een crimineel. Daarentegen ben ik juist heel lief en gevoelig tegenover mensen. En ik wil niet met een persoon samen zijn die mensen pijn doet, snap je me? Dat gaat tegen mijn principes in. Deze situatie is gewoon zo moeilijk. Heel tegenstrijdig. Ik hou van hem, maar het kan gewoon niet. Straks ga ik even rustig nadenken hierover.

Ik keek naar zijn schattige gezicht. Als hij slaapt lijkt hij zo onschuldig, zo lief. Zijn zwarte haren vielen bijna over zijn ogen met die lange wimpers en zijn volle lippen stonden een klein beetje open. Waarom kon hij niet gewoon een goede jongen zijn? Ik aaide hem over zijn wangen en zachtjes stond ik op. Het was inmiddels 9 uur en de zon scheen al fel in de woonkamer. Ik maakte mezelf klaar. Mijn haren deed ik vast en ik deed een zomerjurkje aan. Ik deed lichtjes make-up op, deed een bloem in mijn haren en ik was klaar om te gaan. Naar de markt, ontbijt halen en misschien even mijn nagels laten doen. Hier in Spanje is het heel normaal om 's ochtends vroeg van alles te doen. Want om 2 uur begint de siësta, dan gaan alle winkels dicht en gaat iedereen slapen of eten. Dat doen we tot 6 uur, en dan begint het leven weer tot 's nachts.

Op de drukke markt aangekomen werd ik alweer helemaal gelukkig. Cádiz was zo mooi. Het lag aan een helderblauwe zee, vol Marokkaanse gebouwen, kathedralen en fonteinen. Heel lang geleden was deze stad van Marokko, waardoor er nu heel veel Arabische accenten zijn.  Het eten, de gebouwen en het karakter van de mensen. Ik kon natuurlijk ook de bergen van Marokko zien vanaf het strand. Ik kocht wat spulletjes voor thuis, zoals verse vis en 10 verschillende soorten kruiden. Vanavond staat er lekkere vis uit de oven op het menu. Ik  haalde ook wat Spaanse huisjurken. Ik droeg dat soort dingen altijd thuis, echt heel handig. Ik liet sierlijke henna op mijn handen zetten door een oud vrouwtje, ik hield ervan. Her stond goed bij mijn getinte huid. Ik begroette wat bekende mensen, haalde een Spaans ontbijt en ik ging even op een terras zitten met thee. Heerlijk. Ik sloot mijn ogen en ging met mijn gezicht richting de zon. Wat ga ik met Emin doen? Ga ik vluchten naar Marokko? Als ik een waterdicht plan verzin, kan het gewoon niet fout gaan. Hij kan me dan niet meer vinden voorlopig. Maar gaat hij echt stoppen met stalken? Ik denk het haast niet.

'Lekker aan het zonnen?' hoorde ik een bekende mannenstem zeggen. Verrast opende ik mijn ogen en ik begon te lachen toen ik een verre achterneef van mijn moeder aankeek. Hij was hier ober en hij kwam me nog een extra theetje brengen. Hij is een hele lieve man. 'Hola Juán. Hoe gaat het?' vroeg ik enthousiast aan hem. Hij gaf me een highfive. 'Goed, meid. Met jou? Wat doe je hier? Lekker terug in je moederland, of niet? Is beter hier, joh,' lachte hij. 'En hoe. In Nederland is het altijd slecht weer. Ik kwam even kijken hoe alles is hier,' loog ik. Ik ging niet vertellen dat ik eigenlijk gevlucht was hierheen. 'Aah, echt leuk je weer te zien. Hoe is het met je moeder? Is ze nog steeds zo mooi als altijd?' vroeg hij. Lachend rolde ik met mijn ogen. 'Ze heeft een man, mijn vader. Dus waag het niet,' grapte ik. 'En je bent een achterneef van ons, dat is echt raar Juán. Maar het gaat goed met haar,' zei ik vervolgens. 'Mooi om te horen. Doe je de groeten aan haar? En kom je snel weer langs? Je moet me Nederlands leren. En Carlos wilt je ook zien,' zei hij. Oh my, Carlos. Hij is de zoon van Juán. Toen we een jaar of 10 waren speelden we altijd samen. 'Ik kom van de week wel even, beloofd. Misschien ga ik vandaag nog langs Carlos,' zei ik en ik knikte vriendelijk. 'Is goed meisje. Ik zie je wel verschijnen, je weet waar we wonen. Wel komen, ik reken erop. Ik ga weer aan het werk, oké? Tot snel!' riep hij met een knipoog. Ik was echt blij dat ik hem weer had gezien. Met een glimlach sloot ik mijn ogen weer.

Het moment moest natuurlijk weer verpest worden toen ik Emin's zware stem achter me hoorde. Soms haatte ik hem echt. 'Wie was die vent? Moet ik hem kapotslaan? En hoezo ga jij weg zonder wat te zeggen? Ben je gek in je hoofd of zo? Ik wil je echt hoeken nu, je weet niet hoe boos jij me kan maken,' zei hij irritant. Zijn ogen stonden kwaadaardig. Zijn kaak stond aangespannen en zijn handen had hij  gebald in vuisten. Ik haatte hem echt als hij agressief deed. Boos stond ik op en mijn thee viel om van de tafel. 'Ook een goedemorgen. Kom je het weer verpesten? Let op je woorden, want je weet wat ik ga doen als je zo doorgaat,' snauwde ik. Hij greep me bij mijn arm. 'Jij gaat helemaal niks doen,' schreeuwde hij en heel het terras keek naar ons. Ik hoorde mensen in het Spaans zeggen dat ze het niet normaal vonden. 'Tuurlijk, zet me maar weer voor schut! Klootzak dat je bent!' schreeuwde ik terug. Hij trok me mee het terras af en ik stribbelde tegen. Wat natuurlijk niet lukte. Ugh! Hij trok me een rustige straat in en begon allerlei domme dingen te roepen. Misschien is het wel beter om gewoon te stoppen hiermee. Met hem. Hij zal toch nooit veranderen. Ik wilde me losrukken en hij werd woedend. 'Jij komt mee,' zei hij. 'Nee! Ga lekker mensen vermoorden! Ik wil niet meer met je praten,' gilde ik. Hij gooide me tegen de muur aan en keek me aan. 'Zeg dat nooit meer, begrepen? Je blijft met mij. Voor altijd. We gaan het nu uitpraten, ja?' Ik verzette me maar niet. 'Wat is jouw probleem, man?' vroeg ik. 'Mijn probleem? Mijn probleem ben jij. Jij gaat weg zonder wat te zeggen, je kleed je te mooi waardoor iedereen naar je kijkt en je gaat tegen me in,' begon hij. Hij keek naar de stenen muur van een oud gebouw achter me en begon er hard tegen te slaan. 'Iedereen kijkt naar je! Iedereen!' schreeuwde hij. Hij sloeg harder en harder op de muur en zijn vuisten begonnen hevig te bloeden. 'Emin, ben je gek geworden? Stop!' gilde ik en ik sprong tussen zijn vuisten en de muur in, waardoor hij meteen stopte met slaan. Ik pakte snel zijn handen, spoelde wat bloed weg met een flesje water en verbond het met wat zacht papier wat ik nog in mijn tas had. Vervolgens keek ik hem bezorgd aan. 'Thuis ga ik het verzorgen met zalf en verband. Je moet jezelf geen pijn meer doen, oké?' zei ik. Hij begon te lachen met die perfecte lach van hem. 'Ik voel nooit pijn. Ik voel alleen maar woede,' zei hij serieus en hij pakte mijn hand voorzichtig. De zon scheen in zijn ogen waardoor zijn ogen weer die prachtige goudachtige kleur kreeg. Ik verdronk er gewoon bijna in. Maar het mocht niet. 'Ik wil dat je niet zo bezitterig over me doet. Als ik in de ochtend even naar de stad wil terwijl jij ligt te slapen, dan mag dat gewoon,' zuchtte ik. Hij ging met zijn wijsvinger over mijn lip en schudde zijn hoofd. 'Niet denken dat ik zo ben, schatje. Ik laat je niet alleen ergens naartoe gaan,' zei hij. 'Maar jij mag wel alles? Dit is mijn eigen stad! Ik wil ook zoveel niet wat jij doet,' snauwde ik naar hem. Hij beet op zijn lip en keek me strak aan. 'Zoals wat?'
'Ik hoorde je gisteravond aan de telefoon. Je vermoord mensen. Nog steeds. Waarom doe je dat toch steeds? Wie ben jij om mensen hun leven af te nemen? Weet je hoe erg ik daarmee zit?' vroeg ik. Hij keek me met een koude blik aan en nam een stap naar achteren. Zijn gezicht werd bleek en heel zijn houding spande zich aan. 'Hij had het verdiend,' was het enige wat hij zei. 'En jij kan niet accepteren hoe ik ben, blijkbaar,' zei hij daarna. Hij keek teleurgesteld en boos. Wow, zo had ik hem nog nooit gezien. Hij pakte mijn arm en trok me mee de stad door.

Zwijgend keek ik naar alle winkels en de pleinen vol met bloemen. Het was rond de 31 graden en ik had zin om bij Carlos op bezoek te gaan. Misschien kon hij me advies geven met dit alles. Hij was op school, maar ik ga gewoon langs. Dat zou hem verassen. 'Ik ga bij mijn neef op bezoek,' gooide ik eruit terwijl Emin me nog meesleurde. Emin stopte, draaide zich om en keek me fronsend aan. 'Je neef? Welke neef,' vroeg hij achterdochtig. 'Carlos. Ik praatte net met zijn vader, een soort achterneef dus,' zei ik met een glimlach. 'Waar woont hij dan?'
'Eigenlijk is hij nu op school, dus het leek me wel...' begon ik. 'Haha, wat denk je zelf? Dat ik je naar een school vol met boys ga laten? Jij bent ziek,' zei hij meteen. 'Ik ben jouw gevangene niet! Ik ga gewoon,' zei ik. 'Dat gaan we nog weleens zien. Als jij gaat, hè. Wacht maar,' zei hij eng. Ik grijnsde. Ik had wel zin in een uitdaging en ik had zin om hem te irriteren. 'Kom me achterna dan!' lachte ik hard, ik rukte mijn arm los en ik begon heel hard te rennen richting Carlos z'n school. Jullie willen zijn blik echt niet zien. Woedend gewoon. Maar ik lachte er te hard om. Lol maken mag ook weleens, toch? Ik vond het leuk om hem een klein beetje te boos te maken. Een klein beetje heel erg. Achtervolging nummer 3 is begonnen, en dit keer was ik niet bang. 'Dilara, probeer school te bereiken zonder door hem gepakt te worden,' zei ik tegen mezelf. Gaat me wel lukken, joh. 'Challenge accepted!' gilde ik lachend naar hem, terwijl ik op mijn snelst tussen de straatjes door rende.  Met een woedende Emin achter me aan.

Ik heb nog nooit zoveel lol gehad tijdens een achtervolging.

-

Hahahaha guysss ik kan niet wachten totdat jullie de volgende hoofdstukken gaan lezen! Denken jullie dat t haar gaat lukken? Nog even geduld dan komen de volgende hoofdstukken online, die een stuk minder saai gaan zijnnn ;) genieten jullie al van jullie vakantie trouwens? Let me knowww

Obsessed With MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu