21

2.2K 79 5
                                    

J A K E    W H I T E

Soms haat ik het echt, om een Alfa te zijn. Het kan leuk zijn, maar bepaalde momenten ook gewoon totaal niet.

Zoals nu.

Je krijgt een gigantische hoeveelheid aan papierwerk, dat over je pack gaat. Financiële zaken, dingen die goed of slecht lopen en nog een hoop andere dingen. Ik moet ze allemaal doorlezen en notities maken, anders blijft je pack niet bij elkaar.

Het is inmiddels een anderhalve maand geleden, dat ik werd aangevallen door een aantal schoften. Ik weet nog steeds niet wie het zijn, daar ben ik druk mee bezig.

Wat ik wel weet, is dat ze het op Nayla hebben gemunt. Op mijn soulmate. Niemand raakt haar aan, alleen al bij de gedachte wordt ik woest.

Sinds de aanval, ben ik er druk mee bezig geweest, om ze te vinden. Ook heb ik ervoor gezorgd dat Nayla goed wordt beschermd en zal ik haar geen seconde uit het oog verliezen.

Kort kijk ik haar kant op, om haar doelloos voor zich uit te zien staren.

"Nay, waar denk je aan?" vraag ik haar bedenkelijk.

"Niets," mompelt ze en zucht eventjes. Ik kijk haar met geheven wenkbrauw aan. "Echt waar, ik denk aan niets," verzekerd ze mij.

"Oké dan," mompel ik, waarna ik mij weer focus op het papierwerk voor mij. De kledingwinkels in de pack hebben het goed, maar de cafeetjes daarentegen wat minder. Daar moet dan weer een oplossing op worden gevonden, evenals de scholen.

Er gaan amper nog wolven naar school. Ondanks dat er een school in mijn pack zit, voor jonge pups, zijn er amper aanmeldingen.

Opnieuw kijk ik naar Nayla.

"Vertel op, je zit ergens mee," Ik schuif mijn werk opzij. Nayla kijkt mij nonchalant aan, terwijl ik haar diep in haar grijze ogen aankijk.

"Het zweeft gewoon heel erg rond in mijn hoofd, hoe alles nu is," mompelt ze. Ik knik even. "Ik snap het, maar het is nu even niet anders,"

Nayla rolt met haar ogen. "Het kan wel anders,"

Ik kijk haar met een opgeheven wenkbrauw aan.

"Ja, wat? Als je mij gewoon mijn ding laat doen, dan is er niets aan de hand. Ik moet verplicht bij je blijven en als ik even een luchtje wil scheppen moet er al een wachter mee," snauwt ze. Denkt ze echt echt zo daar over?

"Nayla," zucht ik. Ik kijk toe hoe ze op staat van de stoel en naar de deur loopt.

"Nee, Jake. Laat mij gewoon mijn leven leiden," zegt ze standvastig. "Het is heus niet zo, dat als ik één stap buiten je kantoor zet, dat ik meteen wordt aangevallen,"

"Dat weet je niet," grom ik. Nu begin ik boos te worden.

Nayla haar mond valt een stukje open. "Gromde je nou serieus naar mij?" Boos kijkt ze mij aan.

Ik wil wat zeggen, maar sluit mijn mond al snel weer. Nayla schudt haar hoofd, waarna ze de deur open trekt.

Abrupt sta ik op. "Je blijft hier, dat is een bevel!" grom ik op Alfa toon. Het doet mij pijn, om zo tegen haar te doen. Maar ik wil dat ze veilig blijft.

"Je gaat te ver," fluistert ze kwaad.

Nayla verlaat mijn kantoor en gooit de deur dicht, om mij verslagen achter te laten.

Ik laat mijzelf op mijn stoel vallen en sla hard op mijn bureau.

Waarom moet ik nou dan ook zo stom doen? Maar, zij doet ook koppig. Ze is de Maanwolf, iedereen wilt haar bloed, dus moet ik haar veilig houden. Dat snapt zij niet.

Dan wordt mijn deur weer geopend en even hoop ik dat het Nayla is, maar helaas.

"Alfa, wilt u dat ik achter haar aan ga?" vraagt een wachter. Ik knik langzaam.

"Hou afstand, maar zorg dat je haar niet kwijt raakt," zeg ik op een serieuze toon. De wachter knikt, buigt zijn hoofd even en verlaat vervolgens mijn kantoor weer.

Met een vervelend gevoel in mijn maag, ga ik verder met het papierwerk. In plaats van netjes te werken, raffel ik het af. Snel schrijf ik wat oplossing op, tot alles klaar is.

Ik kijk op de klok en zie dat het al een halfuur verder is. Een halfuur zonder Nayla.

Maar, als mijn wachter goed zijn werk doet, zal ze snel weer terugkomen. Hoop ik dan.

Ik verlaat mijn kantoor en loop richting de woonkamer, waar niemand is. Fronsend kijk ik rond. Dan loop ik naar het plein, voor het packhuis.

Ik zie de wachter op mij af rennen, met paniek in zijn ogen. Mijn bloed begint al te koken.

"Waar is Nayla?" vraag ik hem ijzig. Nerveus kijkt hij heen en weer.

"Waar is ze?!" schreeuw ik en pak zijn kraag vast. Packleden kijken geschrokken onze kant op.

"Z-ze was te snel! Ik kon haar niet bijhouden en nu kan ik haar nergens vinden. A-alfa, het spijt mij zo!" roept de wachter angstig. Ik grom zwaar en laat zijn kraag los.

"Hebben ze haar te pakken?" vraag ik hem, terwijl ik begin te ijsberen. "I-ik weet het niet. Ik rook niemand, ik zag niemand!"

"Misschien wilt ze tijd voor zichzelf, wat ze zelf al zei," mompel ik. Nu ben ik gespannen.

"Haal nog twee wachters, zoek in het bos," beveel ik hem.

"Ja, Alfa," zegt hij en buigt zijn hoofd. Echter blijft hij staan.

"Nu!" roep ik boos. De wachter rent snel weg.

Met mijn handen knijp ik in mijn haar, om vervolgens een harde brul te geven.

The Lost WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu