deel 8

380 14 0
                                    

Het boek jaloersie van Sabine hoofdstuk 8

Hijgend kwam ik bij de Maas aan, waar ik Wolfs op een bankje zag zitten. Met de laatste energie die ik nog had trok ik een sprintje naar hem toe, maar hij hoorde mij aankomen. Nog voor ik bij hem was, was hij opgestaan en weg gelopen. 'Wolfs, Wolfs!' Riep ik nog. 'Wolfs, luister alsjeblieft even!' Maar hij hoorde mij niet. Ik besloot hem even met rust te laten en terug naar huis te gaan. Ik keek Wolfs na, totdat ik hem niet meer zien kon. Op het laatste moment zag ik hem omkijken, maar doordat hij naar mij keek zag hij de auto voor hem niet aankomen. De auto schepte hem en Wolfs belande op de grond. 'Wolfs!' Gilde ik en rende naar hem toe. Voorzichtig pakte ik hem vast. 'Wolfs, Wolfs wordt wakker.' Maar hij reageerde niet. Stevig drukte ik hem tegen me aan, terwijl de bestuurder machteloos toekeek. Net zo machteloos als ik. 

Terwijl Wolfs op de operatie tafel lag, zat ik te wachten in de wachtkamer. Het duurde nog geen half uur, maar het leken wel uren, dagen. Ik verbaasde me dat de wachtkamer op dit tijdstip nog zo vol zat. Gillende kinderen en zuchtende ouders. 

Op het moment dat ik besloot even naar buiten te gaan, kwam er een arts aangelopen. 'Bent u de vriendin van Floris Wolfs?' 'Ja. Hoe gaat het met hem?' Zei ik gehaast. Het kon me niet schelen wie ze dachten dat ik was. Ik moest en zal weten hoe het met Wolfs ging. Als hij het niet zou redden zou ik het mezelf nooit vergeven. 'Hij is stabiel. We hebben een aantal wonden moeten hechten. Het is nu alleen nog wachten tot hij wakker wordt.' 'Ligt hij in coma?' Zei ik angstig terwijl ik begon te trillen. 'Rustig mevrouw. Gaat u even zitten.' De arts leidde me naar een stoel en haalde een beker water. 'Vlak na het ongeluk was hij buitenbewust zijn. In de ambulance is hij even bij geweest, maar we hebben hem verdoofd. De meeste mensen in deze situatie worden binnen een paar uur weer wakker.' Nog wat rillerig keek ik de arts aan. 'Denkt u dat hij snel wakker wordt?' 'Hij is sterk, mevrouw.' Een kleine glimlach verscheen op mijn gezicht. 'Mag ik naar hem toe?' De man knikte. Ik stond op en hij wees me de weg naar de kamer waar Wolfs lag. 'Probeer wat tegen hem te praten.' Zei de arts nog, voordat hij mij alleen achter liet bij Wolfs. 


Flikkenforum (Flikken maastricht )Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu