deel 4

381 13 0
                                    

Het boek jaloersie van Sabine hoofdstuk 4

'Dus hij kwam binnen toen je de winkel net geopend had en hield je direct onder schot?' Herhaalde ik. 'Ja. Hij vroeg direct naar geld.' Stamelde de vrouw die duidelijk nog in shock was. 'En..' Volgde de winkelier. 'Vertel het maar. Misschien kan het ons helpen de overvaller te vinden.' Zei ik toen ik naast haar had plaats genomen. 'Iedere avond legen we de kassa, dus er was nu geen geld aanwezig. Hij dreigde dat hij vanavond terug zou komen. Ik ben zo bang.' 'Als u nou naar huis gaat, dan komen wij hier vanavond undercover en arresteren we hem als hij binnenkomt.' De vrouw knikte en stond op. 'Kan u de man omschrijven?' Vroeg Wolfs. 'Hij was helemaal in het zwart. Zwarte schoenen, broek, een zwart jack en een pet. Het enige wat me op viel, was dat hij een Duits accent had.' 'Bedankt.' Knikte Wolfs. De vrouw liep naar achteren en wij verlieten de winkel. 

'Het is niet zo'n slimme overvaller.' Constateerde Wolfs. Ik hoorde niet precies wat Wolfs zei, omdat ik net op dat moment een sms van Jurgen aan het lezen was. Dus antwoordde ik met een 'hm'. 'Een slimme overvaller kondigt niet aan wanneer hij langs komt. Anders kun je er vanuit gaan dat er politie aanwezig is.' Legde hij uit. 'Tja niet iedereen is zo slim als jou, he Wolfs.' Merkte ik op terwijl ik mijn mobiel weer in mijn zak stopte. 'Met wie sms jij toch steeds?' 'Zin in een broodje?' Snel stapte ik de auto in. Op de hoop dat ik geen antwoord hoefde te geven. 'Waarom ontwijk jij mijn vraag?' Vroeg Wolfs toen hij ook in de auto gestapt was. 'Ik heb gewoon zin in een broodje.' Hij zuchtte. Wat was ik aan het doen? Ik wil dit helemaal niet. Ik wil geen ruzie met hem, ik wil niet dat hij het idee krijgt dat ik wat voor hem verborgen hou. Maar ik ben zo bang voor zijn reactie als ik het hem vertel. Ik ben zo bang hem kwijt te raken.. 'Eva kijk uit!' Met een ruk draaide ik het stuur de andere kant op. Mijn hart ging te keer. Dat scheelde niet veel of we waren tegen de boom gereden. Dan was ik Wolfs écht kwijt geweest. De eerste parkeerplaats die ik zag reed ik op en stopte de auto. Ik voelde dat Wolfs me vragend aankeek. Ik negeerde het. Ik kon hem niet aankijken, dus stapte de auto uit. De frisse lucht in. Ik hield een paar keer diep adem en voelde de buitenlucht de onrust in mijn lichaam verzachten. 'Waar was je met je hoofd Eva, ik had wel dood kunnen zijn!' Zei Wolfs toen hij uitstapte. Nee hij schreeuwde, zo hard dat ik er van schrok en de tranen in mijn ogen sprongen. Een traan verliet mijn oog en rolde over mijn wang. Voorzichtig volgde er nog een traan en nog een en nog een, steeds sneller achter elkaar. Wolfs zag het en kwam snel naar mij toe gelopen. Ik schaamde me, ik wilde niet huilen en al helemaal niet waar Wolfs bij was. Ik bestudeerde mijn voeten en de tranen die één voor één op mijn schoenen belande. Maar niet lang, want Wolfs tilde mijn hoofd op en droogde mijn tranen. Hij keek me aan, niet boos zoals ik verwacht had, maar met twee heldere en lieve ogen. Ik besefte me hoe belangrijk hij eigenlijk voor mij is en probeerde wat te glimlachen door mijn tranen heen. 'Het is goed. We leven nog, er is niets aan de hand.' Fluisterde hij zacht waarna hij mij een kus op mijn voorhoofd gaf en me stevig vast hield. Daar stonden we dan, twee politie agenten die elkaar stevig omhelsden op een parkeerplaats. Dit had ik even nodig, maar het duurde me te lang. Kom op Eva, dit is niets voor jou. Laat hem los, hij is je partner! Zei een stemmetje in mijn hoofd. 'We moeten gaan, Mechels wacht vast al op ons op het bureau.' Ik liet Wolfs los en liep richting de auto. Dit keer stapte ik in aan de bijrijderskant, voor mijn eigen veiligheid. Voor onze veiligheid. 

Flikkenforum (Flikken maastricht )Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu