4: nablijf stoel

64 3 0
                                    

Oef we zijn eindelijk op school. Ik heb nog nooit zo snel gefietst in mijn leven. Ik dump mijn fiets ergens midden op het schoolplein en we haasten ons naar binnen. Ik zei toch dat ik goed was in haasten. Vooral op maandagen. 

En net na de bel dat het 8ste uur begint komen we het lokaal binnen. Shit net te laat. 'Hallo meneer Veenstra.' roep ik vrolijk naar hem. Wat? De maandag is al bijna voorbij. Die man kan ook wel wat vrolijkheid van mij gebruiken. Alleen waardeert hij dat niet zo, want hij kijkt me alleen maar vreemd aan. 

Ik neem plaats helemaal achterin het lokaal. Dat is mijn vaste nablijf stoel. Daniel wilt naast me komen zitten, maar Veenstra vindt dat geen goed plan en zet hem vooraan neer. Yes! Geen Daniel virus voor mij. Dan begint hij met z'n praatje.

'Luister ik ben hier tegenover in de lerarenkamer en jullie mogen niet praten, niet lopen en gewoon niet bewegen. En voor Noa, nee je mag ook niet kruipen of fluisteren.' 

Goh wat jammer nou. Hoe wist hij dat ik dat wilde gaan vragen. Net als ik nog wat wil vragen haast Veenstra zich de kamer uit. Volgensmij heeft hij genoeg van mijn vragen. Oeps. Ik schrik op uit mijn gedachten als Daniel langs me neerploft. 

'Wat kom jij doen?'

'Jou irriteren.' 

'Irritante aardappel dat je bent.' 

'Jij bent een mislukte wortel.' 

'Wat gebeurd er hier!!!?' 

Ja dat laatste was Veenstra. Hij kwam ineens binnenwandelen. Wie had dat gedacht. Normaal blijft hij het hele uur weg. 'Sorry meneer, maar deze aardappel kwam hier gewoon zitten, terwijl ik zei dat het niet mocht.' glimlach ik onschuldig. Hij schud zijn hoofd en zegt dat ik vooraan moet gaan zitten. Hoezo ik? Ik heb niks gedaan. Mokkend doe ik wat hij zegt.

Als hij weer weg is zie ik dat Daniel op mijn nablijf stoel is gaan zitten. 'Hey wat doe je!?' roep ik en ik loop naar hem toe. 'Ik zit gewoon.' legt hij me uit. Ik rol mijn ogen en wijs naar mijn stoel. 'Dat is mijn nablijf stoel.'

Op dat moment lacht hij me uit. Serieus kijk ik hem aan. 'Hoe vaak blijf jij na?' vraagt hij me als hij uitgelachen is. Nu ik erover nadenk blijf ik best vaak na, maar alleen op maandag. Maandagen zijn gewoon echt niet mijn ding. Oh en het is altijd bij Veenstra, dus het ligt ook aan hem. Bij andere vakken blijf ik nooit na. Dus dat leg ik ook maar even aan Daniel uit.

'Mag ik nu mijn nablijf stoel terug?' 

'Tuurlijk.' 

'Sinds wanneer ben jij zo makkelijk, Daantje?' 

'Kom dan.' 

Waarom luisterde ik ook alweer naar hem? Hij trekt me letterlijk op zijn schoot. 'Martins, laat me los!' zeur ik. Daardoor slaat hij zijn armen alleen maar steviger om me heen. 'Alleen als je stopt met me Daantje te noemen.' fluistert hij in mijn oor. 'Goed.' geef ik mokkend toe. Hij laat me eindelijk los en gaat op de stoel ernaast zitten. Yes! Mijn nablijf stoel is weer van mij. Snel ga ik weer zitten.

'Daantje.' fluister ik net hard genoeg dat Daniel het kan horen. Sorry, maar ik kon het niet laten. Hij kijkt me vernietigend aan en begint me dan te kietelen. Meteen krijs ik het uit. 'Nee nee, stop.' probeer ik zijn handen weg te slaan. Helaas is hij wat sterker dan mij. Tranen van het lachen lopen over mijn wangen als hij eindelijk stopt. Tevreden kijkt hij me aan.

Ik rol mijn ogen en hoor dan mijn telefoon afgaan. Jingle Bells hoor je door het klaslokaal heen. Snel neem ik op. Naast me gaat Daniel helemaal stuk om mijn beltoon. 'Hey No' klinkt er aan de andere kant van de lijn. Het is mijn moeder. 'Hai mam.' antwoord ik haar. 

'Ik hoorde dat je al bij Sophie was geweest en dat het gelukkig goed met haar ging. Wij zijn er nu en we hebben wat besproken. Sophie kan donderdag niet mee, dus blijven Ashley en ik thuis met Sophie. Dan gaan jullie gewoon samen met Rick en Daniel.' 

O mijn hemel. Ze wilt mij met mijn twee broertjes, mijn vader, Rick en met Daniel alleen laten gaan. Raap me op. 'Is goed mam.' zeg ik dan maar. Als ik ertegenin ga dan verlies ik toch. Oh ja waar dit over gaat. We gaan altijd met hemelvaart weg tot zondag, kamperen. Normaal is het erg gezellig, maar ik heb geen idee hoe ik dit moet gaan overleven. 

'Wat zei ze?' vraagt Daniel nieuwsgierig aan me. Oh ja hij was er ook nog. 'We gaan kamperen zonder Sophie, Ashley en mijn moeder.' zucht ik. 'Gezellig.' grijnst hij. Ik sla hem tegen zijn hoofd. Dit word echt een ramp. 

Nadat ik een uur spelletjes heb gespeeld op mijn telefoon zie ik dat Veenstra bijna terug komt. Snel ga ik weer vooraan zitten en stop mijn telefoon weg. Als hij binnenkomt glimlach ik weer vriendelijk naar hem. Argwanend kijkt hij me aan. Deze man gelooft gewoon niet dat ik vriendelijk kan zijn. Dan vertelt hij dat we mogen gaan en morgen weer moeten komen. Oh ja we moesten de hele week nablijven.

'Tot morgen meneer!' roep ik hem nog na. Daniel kijkt me amuserend aan en we lopen weer naar buiten. Ik wil naar mijn fiets lopen, maar die is verdwenen. Daniel staat al bij zijn fiets en kijkt me vragend aan. 'Mijn fiets is weg.' zeg ik verbaasd. Hij begint te lachen en zegt: 'Ze hebben hem waarschijnlijk weggehaald, dan krijg je hem morgen terug.' 

Wat is dat nou weer voor onzin. Ze hebben het ooit wel gezegd, dat als je je fiets midden op het schoolplein parkeert hij weg word gehaald, maar wie gelooft dat nou. Ik dus niet. Tot nu. Mijn ouders gaan me vermoorden. Daniel kijkt me vragend aan, omdat ik nog steeds om me heen sta te kijken. Misschien verschijnt mijn fiets wel opeens.

'Kom je nog?' 

Met tegenzin loop ik naar hem toe. Daniel klopt alleen grijnzend achterop zijn bagagedrager. Zeurend over hoe slecht het leven is ga ik achterop zitten. En dan fietst hij slingerend weg, maar dan echt slingerend. Hij doet het gewoon extra. 

'Ga je me nog vasthouden. Ik wil niet dat je valt.' 

Eigenwijs schud ik mijn hoofd. 

Dus slingert hij nog meer en val ik dus echt bijna op de grond. In een reflex grijp ik hem vast. Shit dat is wat hij wilde.

Waarom hij? ✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu