7: onze tent

49 4 0
                                    

We mogen eindelijk weg. Door Daniel en zijn gevecht duurde het nog wat langer. Aangezien Veenstra vond dat de jongens het moesten 'uitpraten'. Dat gingen ze natuurlijk niet doen. En ik moest wachten op Daniel, want dat was nou eenmaal mijn hobby.

'Eindelijk.' zucht ik als we bij onze fietsen staan. 'Zeg dat wel.' vindt Daniel. Tijd om naar huis te gaan. We vertrekken vanavond nog naar de camping. Het zou natuurlijk leuker zijn met Sophie, maar ik probeerde optimistisch te blijven. Niet een van mijn sterkste punten.

Daniel en ik komen aan bij mijn huis, maar er is niemand te bekennen. Ik kijk naar mijn telefoon en zie dat mijn ouders me hebben gebeld en geappt. Ik lees dat ze al bij de Martins zijn dus moeten wij daar ook maar heen. Eerst bel ik mijn moeder nog even snel. Ze zegt dat alles al klaar staat om te gaan. Dus fietsen Daniel en ik naar zijn huis.

Als we daar aankomen staat iedereen letterlijk klaar om te gaan. Ze staan voor het huis op ons te wachten. Misschien waren we toch wat later dan gedacht. We zeggen Sophie en onze moeders gedag en worden dan meegesleurd naar de auto's. 

Mijn broertjes zijn zoals altijd weer veel te enthousiast over dat we gaan kamperen. Wat een lol. Ik heb nu al zin om een uur met ze in de auto te zitten. 'No je laat me toch niet alleen met mijn vader gaan.' zegt Daniel ineens. Bedoelt hij dat ik met hun mee kan rijden. Dit is toch wel een lastige keuze. 'Daniel de irritante aardappel of mijn verschrikkelijke broertjes?'

'Daniel de irritante aardappel, kom.' zegt hij en hij loopt naar zijn vaders auto. Blijkbaar zei ik dat hardop. Ik grijns en loop achter hem aan. Alles beter dan Sem en Bram. We gaan op de achterbank zitten. 'Hoii Rick.' zeg ik oprecht vrolijk tegen hem. Ja hij is een volwassenen die ik wel mag. 'Noa! Wat leuk dat je met ons meerijd.' glimlacht hij. Daniel rolt zijn ogen naar me als zijn vader dat zegt.

'Vind ik nou ook.' antwoord ik hem terwijl ik Daniel schop. Zo gaat de reis verder terwijl ik klets met Rick en Daniel. Hier is het veel minder chaotisch dan in onze auto. 

Na een klein uurtje komen we aan op onze vaste camping. We gaan elk jaar naar dezelfde ja. Het is een ritueel geworden dit is dan ook de eerste keer dat niet iedereen mee is. We trekken met z'n allen alles uit de auto en dumpen het op het gras. Dan zie ik ineens de tenten. De grote tent van de volwassenen is er en een kleine tent. 1?

Normaal slapen onze ouders in de grote tent met mijn broertjes. Daniel alleen en ik samen met Sophie in de twee kleine tentjes. Ineens klinkt de stem van mijn vader die wat zegt.

'Sem, Bram, Rick en ik slapen in de grote tent. Noa en Daniel ik hoop dat jullie het aankunnen samen in een tent.' 

Wat denkt mijn vader wel niet? Sinds wanneer laat hij met zo dichtbij een jongen slapen. Hij moet Daniel wel heel erg mogen, als hij dat toelaat. 'Komt helemaal goed.' antwoord Daniel, terwijl ik niks zeg en mijn vader vernietigend aankijk. Hij negeert mijn blik en draait zich om naar de rest om hun tent op te zetten. Godverdomme dat doet Sophie altijd.

'Laten we onze tent maar gaan opzetten dan.' grijnst Daniel naar mij. Mag ik die grijns er misschien vanaf slaan? 'Shut up Martins.' zucht ik, maar help hem dan. Deze tent moet voor middernacht staan. Nog een talent van mij is tenten opzetten. Niet dus. Ik ben er echt onmogelijk slecht in.

Nadat ik 7x iets in mijn oog heb gekregen en Daniel 4x heb geprikt met een haring zijn we klaar. Onze tent staat, soort van. Ik vind hem maar nogal klein. In mijn gedachtes was de tent groter. En dan moeten we nu dus luchtbedden gaan oppompen. Helaas hebben we geen elektrische, maar eentje uit de middeleeuwen. 

'Jij wilt ze allebei wel oppompen, toch?' 

'Ja hoor. Ik heb spieren genoeg.'

Ik rol mijn ogen.

'Ja, vast.' 

'Wil je ze soms voelen?' 

Hij komt al naar me toe gelopen.

'Nee nee, ik geloof je al.'

Hij lacht en loopt weer terug naar de luchtbedden. Pfoe. 

Ineens vliegen er twee luchtbedden de tent in en schrik ik me dood. Sinds wanneer kunnen luchtbedden vliegen? Als ik opkijk zie ik Daniel's hoofd in de opening van de tent. Oh. Er bestaan dus geen vliegende luchtbedden. Ik spring de tent uit en samen proberen we de luchtbedden er fatsoenlijk in te krijgen. 

Het eindresultaat is dat er twee luchtbedden tegen elkaar geschoven staan met een mini mini beetje ruimte aan de zijkant voor onze spullen. Ineens bedenk ik me iets. 'Hoe moet ik me gaan omkleden?' 

'Gewoon kleding uit en andere kleding weer aan.'

Ha-Ha. 

'Grapje ik wacht wel buiten als je je wilt omkleden.' 

Oh dat was makkelijk. 

'Thanks. Kijk hoe lief je kunt zijn.' 

Daniel rolt zijn ogen.

'Ik ben altijd lief.' 

'Soms ben je een lieve aardappel.' 

'Wat een compliment, No.' 

Ik glimlach. 'I know.' 


'Wie er als laatste is die mag terug naar de kerstman om een elf te worden.' roep ik terwijl ik naar het water ren. De drie jongens achtervolgen me lachend. Niks is beter dan een avond duik. In een random meer in Nederland. Leuk toch. 

Als eerste spring ik het koude water in. Snel daarna hoor ik een plons naast me. Oh hi Daniel. Jezus hij loog niet over zijn spieren. Snel kijk ik weg. 'Zitten hier geen beesten?' hoor ik Bram aan ons vragen. 'Nee joh alleen maar een Daniel.' antwoord ik hem. Als antwoord daarop duwt Daniel me om in het water. 

Bram en Sem staan aan de zijkant te fluisteren over of ze het water ingaan of niet. 'Jullie willen toch niet terug naar de kerstman?' vraag ik ze verbaasd. Ze kijken me allebei tegelijk aan en geven een heel betoog over waarom ze het water niet ingaan. Iets met beesten en opgegeten worden. Wat een gekken. Dan rennen ze van ons weg terug naar de tenten.

'Je bent geobsedeerd met kerst.' trekt Daniel zijn conclusie. Hmm misschien. 'Kerst is gewoon leuk.' antwoord ik droog. Hij lacht en spettert dan water over me heen. Begint hij nou een oorlog. Dan kan hij het krijgen ook.

Waarom hij? ✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu