[a/n EVEN EEN APPLAUS VOOR WriteYourStoryxDanni , ZE HEEFT ECHT ONTZETTEND VEEL NIEUWE, MOOIE COVERS GEMAAKT! Voor de Little secrets serie, paint, walkie talkie, the men on my mind én The Balloon! Laat haar weten hoe geweldig ze zijn 💜
Heel veel mensen vragen telkens hoe ik aan inspiratie kom. In dit hoofdstuk komt iets met een roos voor (PainT lezers weten dit al). Hoe ik daarop ben gekomen? Door een reclame bord voor rozen (twee boeketten voor de prijs van 1 lol) van een supermarkt! Inspiratie krijgen komt best simpel, gewoon ogen openhouden en alles zien als een ount van inspiratie. Ik vind het heel makkelijk :)Paint lezers kunnen de schuingedrukte tekst overslaan, omdat dat vooral herhaling is. De niet schuingedrukte tekst is een heel nieuw stuk ! Enjoy! ]
{Point of view Luna}
Ik zucht diep. "Wat is er bij jou fout gegaan?" Megan kijkt me aan, Ik staar somber voor me uit. "Ik had afgesproken met een soort internetvriend, die ik niet via internet maar via de telefoon heb leren kennen. Maar hij kwam niet opdagen."
"Hij kan nu toch ook nog komen?" zegt Megan hoopvol.
Ik schud verdrietig mijn hoofd. "We hebben twee uur geleden of zo afgesproken. Ik heb hem al ge-sms't en gebeld maar hij nam niet op. En hij heeft nog nergens op gereageerd."
"Pff.." zucht Megan. Ze schuift iets dichter naar me toe.
"En bij jou?" Ik kijk kijk Megan aan aan. "Wat heeft het mannelijke geslacht jou aangedaan?"
Megan laat een glimlach zonder gevoel om haar lippen hangen. "Als ik het zeg klinkt het nogal dom."
"Niets is dommer dan de liefde."
"Het is een lang verhaal."
"Ik heb alle tijd."
Megan staart een lange tijd naar haar voeten en haalt dan diep adem. "In groep acht werd ons door onze lerares verteld over pesten. Dat het allemaal zo zinloos en dom was, en dat je moest zorgen dat het jou niet zou overkomen, en dat als je iemand zag die gepest werd, je dat meteen moest melden. Eerst kon het me niet echt veel schelen: ik, de kleine Megan, kon niet pesten en niet gepest worden. Maar langzaamaan begon ik steeds panischer te worden over het gepest, waarmee ik nog niet eens in aanraking was gekomen.
"Toen ik naar de middelbare school ging, had ik mezelf laten zweren dat ik nooit iemand zou pesten, en al helemaal niet om het slachtoffer te worden. Dus op de eerste dag begon ik meteen vrienden te maken. Ongelukkig genoeg, werd ik vrienden met Tiara. Ze was in mijn ogen een soort koningin, ik aanbad haar en zwermde om haar heen met een groepje vriendinnen.
"Tiara liet ons duidelijk merken dat kunst en dergelijke een no go was, en daar schrok ik van. Kunst en cultuur was mijn leven, en ik kon me niet voorstellen waarom iemand het stom zou kunnen vinden. Maar, ik was bang. Dus ik knikte braaf. Hoe ouder we werden, hoe meer volgers Tiara kreeg. Al gauw was het bekend door heel de school: kunst was voor losers. Regel 1: maak Tiara nooit boos. En als je haar boos maakt, zorg dat je iets zegt waardoor ze je weer mag. Regel 2: Als je erbij wilt horen moet je korte broekjes en laag uitgesneden shirtjes dragen. En dus kunst verafschuwen.
"Op school ging ik er helemaal in mee, maar thuis.. thuis kon ik heerlijk in mijn eentje tekenen en schilderen." Ik slik even, en haal diep adem. "Maar- Mijn vader.. hij vond het dus niet goed en dat liet hij graag merken." Ze trekt haar broekspijp iets omhoog, en een soort zee van blauwe en paarse vlekken worden zichtbaar. Ik hap naar adem. "Heeft hij.. Heeft hij dat gedaan?"
Megan knikt. "In het begin viel het wel mee, maar het werd steeds erger. Maar even om terug te gaan naar Tiara: ze had een hekel aan een bepaalde jongen.. Benjamin." Megan slikt. Mijn hand vindt die van Megan, en ik knijp er zacht in. "Hij was de enige die op school liet zien dat hij tekenen leuk vond. Vindt, bedoel ik. Hij werd gepest omdat hij stotterde. Het was vernederend: Tiara raakte hem bijna nooit aan, maar haar woorden ketsten tegen zijn hoofd alsof het messen waren. Elke dag was het hetzelfde, ze pestte hem en pestte hem en pestte hem. Ik deed niets: ik deed niet mee, ik zei geen nee.
"Het enige wat ik deed was toekijken. Pas na een hele tijd greep ik een soort van in. Telkens als Tiara en haar groepje weer tegen hem tekeer gingen, lokte ik ze weg met een of ander smoesje. Ik snapte niet waarom, ik dacht dat ik bij Tiara hoorde. Als ik me tegen Tiara zou keren, zou zij zich tegen mij keren. En ondertussen was er iets raars aan de hand. Op de muren in de stad verschenen tekeningen die ik had gemaakt! Maar ik wist niet hoe ze daar verschenen, want aan graffiti doe ik niet. En niemand heeft mijn tekeningen ooit gezien. Enfin. Uiteindelijk gingen Benjamin en ik een keer afspreken, voor wiskunde. Het bleek heel leuk te zijn, en we spraken steeds vaker af. Ik begon hem langzaam te vertrouwen. Totdat ik terwijl ik met Tiara en haar clubje aan het afspreken was een tekening op een muur zag. Weer eentje van mij. Hij was vers. Ik keek om me heen, zoekend naar de dader. En daar stond Benjamin..
"Kort daarna werd mijn vader op een dag zó pissig, en hij sloeg me helemaal in elkaar. Het was nog nooit zo erg geweest. Toen hij klaar was, heb ik mijn oma gebeld. Daar ben ik een dag of twee gebleven. En toen besefte ik dat ik naar Benjamin toe moest gaan. Hij kon de graffiti spuiter niet zijn geweest, en anders zou hij er een goede rede voor hebben. Dus, ik ging als een zenuwachtige eend samen met mijn oma naar hem toe. Daar hebben Benjamin en ik een gesprek gehad, en hij zwoor dat hij niets had gedaan. En toen zoende we. Het was magisch, fantastisch, knetterend. Het was geweldig. We vielen samen op de bank in slaap. Voordat we in slaap vielen, zei hij tegen me dat als het een droom was, ik hem niet wakker moest maken."
Ik slaak een vertederende zucht.
"Waar ging het fout?" vraag ik.
"Ik vertelde hem dat ik het niet zou doen. Ik vroeg hem of hij er zou zijn als ik wakker werd. En zonder te stotteren vertelde hij me dat hij er zou zijn. Hij beloofde het. Ik geloofde hem, omdat Benjamin altijd stottert. Al-tijd. Behalve als hij bij zijn moeder is, omdat hij zich daar op zijn gemak voelt. Alhoewel, hij stottert dan nog steeds af en toe. Dat heeft hij me ooit verteld. Anyways, ik werd dus alleen wakker. En hij was niet thuis, hij had geen berichtje achtergelaten- helemaal niets."
"Pffft." Ik zak achterover in het bankje. "Het klonk ergens wel romantisch, maar het einde verpest het een beetje."
Megan maakt een snuivend geluidje. "Een beetje heel erg, ja. Ik vertrouwde hem."
"Ik vertrouwde Jeremy ook. Maar blijkbaar moet je liefde niet vertrouwen."
"Liefde werkt samen met Satan."
"God en cupido werken samen met Satan." Mompel ik dan. We glimlachen verdrietig naar elkaar.
Plotseling draait Megan zich om. "Wat was dat?" vraagt Megan. "Hoorde jij dat ook?"
"Wat?" vraag ik. We zijn allebei doodstil, en kijken naar de bosjes achter ons. "Ik hoor niets?" zeg ik daarna
"Jawel. Sh." Weer horen we een krak uit de bosjes komen. "Hoor!"
"Ja! Ik hoorde het!" fluister ik verbaasd. "Wie is daar?" zeg ik dan iets harder.
Dan klinkt er aan de andere kant van ons een soort plofje, en we draaien ons met een ruk om. Daar, op de fontein, ligt een rode roos met een briefje er aan. "Voor Luna." Staat er met zwierige letters op.Mijn ogen schieten van de roos naar de omgeving rondom de fontein en ik frons. "Hoe komt die daar?" stamel ik. Ik zie uit mijn ooghoek dat Luna haar schouders ophaalt. "Maak het briefje open!"
Ik loop voorzichtig naar de roos, alsof het eigenlijk een bom is, en pak hem met mijn wijsvinger en duim op. Het envelopje is zilverkleurig, en er staat met een zwarte stift "voor Luna" opgeschreven.
Megan komt naast me staan, en kijkt over mijn schouder mee. Ik vind het fijn dat ze er is, want dan voel ik me niet zo alleen. Voorzichtig open ik het zilveren envelopje, en een sneeuwwit briefje komt tevoorschijn.
"Wat zou er in staan?" mompelt Megan. Ik haal mijn schouders op. "Ik durf niet te kijken." Zeg ik zacht. "Wat nou als het een heel stom briefje is? Dat hij me afwijst of zo. Dat hij me heeft gezien, en opeens iets heeft van: Wat een tegenvaller, ik peer 'm? "
"Ben je gek?" roept Megan uit. "Natuurlijk niet. Waarom zou hij?"
"Weet ik veel. Zo mooi ben ik niet." ik stop wat bruine haren achter mijn oor en kijk naar het geopende envelopje, dat ik nog steeds in mijn hand heb.
"Ben je gek?" roept Megan voor de tweede keer. "Allereerst, liefde is blind, en je bent niet lelijk, stomkop. En nu, hup hup, maak dat briefje open."
Ik kijk twijfelend naar het briefje, en dan naar mijn horloge. "Kunnen we dat niet in de HEMA doen? Ik begin trek te krijgen en.."
"Pfft. Uitstel van executie, hm? Nou, oké. Ik heb ook honger."
"Trek." Zeg ik zacht.
"Sorry?"
"Je hebt trek. Geen honger. Honger hebben ze in derde wereld landen, waar sommige mensen een week niet hebben gegeten, op wat vies water na dan."
Megan valt even stil, en dan knikt ze. "Dat is waar, zo heb ik er nog nooit over nagedacht!"
Ik glimlach naar haar. "Zullen we nu gaan? Ik heb ongelofelijk veel zin in een broodje met peppadew."
"Peppa wat?"
"Peppadew. Het is een soort sausje wat je op je brood of toastjes kan doen. Nee wacht, volgends mij zijn het van die rode pepertjes, en daarvan is een sausje of zo gemaakt. Het is in ieder geval heel erg lekker, en ik neem het bijna altijd als ik naar de HEMA ga."
"Waar smaakt het naar?" vraagt Megan. Met De Roos in mijn hand slenteren we samen naar de uitgang van het park. De lucht begint steeds meer te betrekken. Nog even, en het gaat regenen.
"Naar rode paprika, tomaat, mozzarella en een klein beetje peper. Het is écht heel lekker!"
"Het klinkt ook wel lekker. Waarom ken ik het niet? Ik hou van lekkere dingen."
"Same. Lekkere dingen zijn life."
"En life is lekkere dingen." Vult Megan me aan. Lachend lopen we naar de uitgang van het park. Voor heel even ben ik Jeremy vergeten, totdat ik De Roos weer in mijn handen voel prikken. Meteen beginnen mijn handen te zweten, en bijna laat ik de roos vallen. Maar ik doe het niet. Het voelt, alsof de roos een granaat is. Als ik hem laat vallen, gaat hij kapot en ontploft hij. Dus ik doe er zo voorzichtig mogelijk mee. In stilte lopen Megan en ik naar de ingang (en dus ook de uitgang) van het park. Ik ben te diep in gedachten om te merken dat Megan opeens stil is blijven staan. Pas een paar meter later heb ik het door, en ik draai me om. "Wat is er?" vraag ik bezorgd, als ik Megans witte gezicht doe. Megan rent naar me toe, en trekt me aan mijn arm mee. "Dat was Tiara." Sist ze met een lijkbleek gezicht. "Shit, laten we hier zo snel mogelijk weggaan!"
"Tiara?" ik kijk achterom.
"Ja. Lang blond haar, smal gezicht, grote blauwe ogen, lange benen.. Top model proof."
Ik spit de groep mensen door, tot mijn ogen op een bekende blik vallen. "Ik ken haar ergens van.." mompel ik.
"Ze is razend populair. Je moet onder een steen hebben geleefd, als je haar niet kent. Ze is een soort Harry Styles van de stad."
"Is dat niet iets overdreven? Harry Styles is wel heel erg bekend."
"Tiara ook." Murmelt Megan. We snelwandelen tussen de mensen door, totdat we bij de HEMA zijn. Precies op dat moment krijg ik een SMS'je binnen. Zou het Jeremy zijn? Ik haal snel mijn mobiel uit mijn jaszak, en voel de teleurstelling door me heen vloeien. Het is Sharon. Dat haar nicht en zij met ons willen lunchen. Ik stuur snel terug dat ik een meisje heb ontmoet en dat we bij de HEMA zijn. Bijna meteen krijg ik een sms'je terug van Sharon. 'Oké, top! We komen binnen een kwartier!'
Megan en ik lopen binnen, en ik bestel mijn water-in-mijn-mond-laten-lopende broodje peppadew. Megan neemt het ook, en even later zitten we aan een tafeltje van ons broodje te eten. "Ga je het nog lezen?" vraagt Megan na een tijdje.
Ik knik, en leg de roos bovenop de tafel. Voorzichtig doe ik het envelopje open. Mijn handen trillen van nervositeit.
"Maak het open maak het open maak het open!" zegt Megan nerveus.
Mijn hart klopt in mijn keel. Heel even kijk ik om me heen, en dan open ik met trillende handen het papiertje. Er staan twee zinnen geschreven in krullerige letters.'Love is blind, and so am I'
[a/n *kruipt in een hoekje en huilt*]

JE LEEST
Walkie Talkie
RomanceLiefde is blind. En hij ook. Copyright by SaraBook Cover made by @writeyourstoryxdanni