Hoofdstuk 11

6.2K 525 63
                                        

[a/n Dit is getypt op mijn iPad (wat ik persoonlijk heel vervelend vind, ik doe het normaal op mijn laptop), waardoor er fouten in kunnen staan. Alsjeblieft, help me als je ze ziet :)

Toen ik dit schreef was ik in een pesthumeur & het begin is volgends mij heel slecht want toen jankte ik. Ghehe. Anyways, dit is een extra lang hoofdstuk. Zonder de auteurs note 2100 nogwat woorden! Dat is het dubbele van wat ik normaal doe 🙈🌸]

In mijn droom zweef ik. Ik zie mezelf gaan: mijn haren dansen en mijn ogen staan gesloten. Mijn vingers grijpen om me heen, maar ik voel niets. Steeds hoger ga ik, hoger hoger, tot ik ergens tegen aanbots. Het is een voorwerp. Zacht en sterk. Ik probeer rechtop te komen, maar het gaat moeilijk. Het is donker: ik zie mezelf niet meer. Een zachte hand drukt zich tegen mijn rug. "Luna." Hoor ik een warme stem. "Luna."
Ik grijp weer om me heen, maar de handen houden me op mijn plek. Mijn mond voelt alsof er plakband overheen is geplaatst: er is geen beweging in te krijgen. Geen geluidje durft zich uit mijn mond te laten komen en het donker in te wagen. Woest trappel ik om me heen. Laat me los laat me los laat me los! probeer ik te zeggen, maar mijn mond is dicht.
Dan word ik overspoelt met rust en vrede. "Luna." zegt de stem op fluistertoon. "ik zie je niet."
"Ik jou ook niet!" Wil ik zeggen, maar het lukt niet.
De stem herhaalt mijn naam telkens, keer op keer, tot het raar begint te klinken. Dan stopt het. "Ik ben bij je." zegt de stem. "Ik ben bij je en ik laat je niet gaan."
Nee! Niet loslaten! wil ik roepen. De armen laten me niet los.
Ik laat me zakken. Warme lucht stroomt langs me heen, laat mijn shirt een beetje opwapperen en streelt het deel van mijn rug dat nu vrij is gekomen. Het blaast door mijn haar, het speelt met mijn wimpers.
"Luna." fluistert het. Ik probeer te kijken. Ik probeer het te zien. Het lukt niet.

Ik val terug in het zwart, met de handen en de stem die tegen me praat.

-

Ochtenden zijn niet mijn ding. Ik word om half zeven wakker door Cato's wekker, die luid piept. Ik kreun. "Zet hem uit."
"Jij ligt er het dichts bij." Mompelt Cato, die haar rug naar me toe heeft gedraait.
"Mhe." Kreun ik. Ik maak geen aanstalte om het piepende machientje uit te zetten, maar draai me nog om.
"Lunaaa..." Hoor ik Cato's stem van onder de deken vandaan komen.
"Catooo..." Zeg ik op dezelfde toon. Cato draait zich om, richt zich op en zet de wekker uit.
"Thanks." zeg ik. Eindelijk rust. De droom van vannacht zit nog vers in mijn geheugen. Nog steeds heb ik het gevoel dat de armen om mij heen zitten wat (wat mij betreft) erg fijn aanvoelt. "We moeten er uit." Mompelt Cato. "School."
"Nee.." kreun ik terwijl ik de deken over mijn hoofd gooi. "Het is zo lekker warm hier. Kunnen we niet spijbelen?"
"Wat denk je zelf." zegt Cato lachend. We blijven nog 5 minuten liggen en staan dan op. "Als je wilt douchen kan dat. Shampoo en alles staat in de douche." zegt Cato.
"Hm." hum ik instemmend. "Dan ga ik dat doen. Tot zo." Ik loop Cato's badkamer in en begin me uit te kleden. Vijf minuten later sta ik onder het stomende water. Ik laat mezelf langzaam wakker worden en wrijf nog eens met mijn vingers onder mijn ogen.
Na een tijdje kom ik in beweging en begin ik met het bekijken van alle potjes die uitgestalt staan in de rand van de douche. Zeepjes, shampoo's, conditioners.. Ik kies een donkerblauwe fles met "shampoo voor haar dat versteviging kan gebruiken" of zo en wrijf wat van het schuimende goedje in mijn haar. Het ruikt heerlijk naar honing en kamille. Even schiet er een herinnering van de goedkopere versie van deze shampoo die mijn moeder gebruikt door mijn hoofd, maar ik laat die herinnering snel met het water door het afvoerputje stromen. Ik heb geen tijd om daar nu aan te denken.
Als ik de shampoo uit mijn haar heb gespoeld, stap ik uit de douche en begin ik me af te drogen met de warme, zachte crèmekleurige handdoek. Helemaal warm en opgepept kom ik uiteindelijk de eetkamer binnen. Cato zit met een bakje muesli voor zich in een tijdschrift te bladeren. Haar haren zijn vochtig, dus ik ga er van uit dat Cato ook heeft gedoucht.
"Hi." zeg ik.
Cato kijkt op. "Oh hey. Muesli?" Ze houdt het pak omhoog.
Ik schud mijn hoofd. "Nee, Dankje, maar ik doe niet aan ontbijt."
"Niet? Waarom niet?" Cato's interesse is gewekt en ze kijkt me verbaast aan.
Ik haal mijn schouders op. "Oh, soms eet ik het wel. In het weekeind. Maar om zeven uur 's ochtends hoeft mijn maag nog geen eten."
"Zolang je maar gewoon lunch eet." zegt Cato met een glimlach. "Wil je wel thee?" Ze knikt met haar hoofd richting de theekan.
"Hmhm." zeg ik. Als ik een mok met warme thee in mijn hand heb, hum ik tevreden. "Relaxte ochtenden heb jij. Ik wilde dat ik dat vaker had!"
"Vind je het fijn dan?" vraagt Cato met een hand voor haar mond omdat ze net een hap heeft genomen.
"Hmhm. Het is .. Of was.. Bij ons altijd heel druk 's ochtends. Mijn kleren zijn altijd kwijt."
"En je vijf minuten stress." Cato lacht.
"Ja, ook dat ja." zeg ik met een verlegen lachje. Ik heb altijd 5 minuten stress. Het maakt niet uit of ik alles heb klaargelegd: ik kom er altijd wel achter dat ik iets ben vergeten. Al-tijd. Daarom plan ik mijn ochtenden ook in met mijn 5 minuten stress. Ik kom al vaak te laat, dan kan ik beter voorbereid zijn.
"Hoe laat ga jij hier normaal weg?" vraag ik aan Cato.
"Naar school bedoel je? Op de fiets om kwart over acht: het is vijf minuutjes fietsen. Maar omdat jij geen fiets bij je hebt gaan we vijf over acht, dan hebben we genoeg tijd om naar school te lopen."
"Jij mag ook wel met de fiets! Dan loop ik wel achter je aan." Bied ik aan, maar Cato wil daar niets van weten. "Nee joh. Het is toch veel gezelliger als we samen lopen? Toch?" Opeens kijkt Cato erg onzeker.
"Ja! Ik bedoelde, nou ja, gewoon. Anders houd ik je misschien op of zo."
Cato maakt een wegwerp gebaar met haar hand. "Komt goed, Don't worry."
Er valt een stilte tussen ons, waarin ik mijn thee drink en Cato verder eet. Ik denk na over Jeremy. Ik vraag me af of hij al heeft gebeld. Twijfelend kijk ik Cato aan. Ik wil niet onbeleefd zijn door te vragen of ik naar boven mag, maar ik smacht er naar om Jeremy's stem te horen. Of een tekst die hij heeft getypt.
Cato merkt mijn getwijfelde gezicht op en lacht. "Wat is er? Van te veel denken krijg je rimpels Luun."
Ik glimlach. "Ik vroeg me af.. Kan ik misschien- ik wil niet onbeleefd zijn maar... Kan ik even mijn mobiel van boven pakken en kijken of iemand mij al heeft gebeld?"
Cato knikt. "Dûh."
Ik geef haar een luchtkus en vertrek naar boven. Met twee treden tegelijk loop ik de trap op, tot ik weer in Cato's kamer sta. "telefoon, telefoon, telefoon.." Mompel ik zacht voor me uit. "waar ben je gebleven?"
Ik zie hem op een kastje liggen en ik pak hem op. '33 gemiste oproepen. 41 berichten. Veeg over het scherm om ze te bekijken' staat er. Ik veeg over het scherm. 24 gemiste oproepen en 20 gemiste berichten komen van thuis. De rest is allemaal van Jeremy. Ik druk op een van de voicemails die hij heeft achtergelaten. Mijn hart begint te kloppen alsof er een spechtje inzit. Nog even en ik hoor zijn stem..
"Hi, met mij, Jeremy.. Waar ben je? Je neemt niet op en ik hoorde net je voicemails en.." Het blijft even stil. "Bel me alsjeblieft." Daarna stilte. Ik klik op de volgende. "Hii, met Jeremy. Dit is al de duizendste keer dat ik je bel en ik begin me zorgen te maken. Laat alsjeblieft iets van je horen." En zo gaan ze alle 9 door. De berichten van thuis verwijder ik meteen.
Ik besluit om Jeremy eerst te whatsappen voor ik hem bel, voor het geval dat hij iets aan het doen is. Tot mijn geluk is Jeremy online. "Hey!" type ik. Meteen komen er twee blauwe vinkjes, wat betekent dat Jeremy het bericht heeft gelezen. "sorry dat ik zo laat reageer! Ik ben bij een vriendin: alles is goed nu :) Kan ik je bellen? xx" alweer verschijnen er blauwe vinkjes. Maar ik krijg geen antwoord. Na een tijdje gaat hij zelfs offline. Ik frons. Dit is niets voor Jeremy. Meestal reageert hij met een grappig berichtje of belt hij me. Zou hij boos zijn? Nee toch?
"Ben je boos?" stuur ik. Maar Jeremy komt niet meer online. Mijn buik voelt raar. Hij zou toch niet boos zijn? Waarom zou hij? Heb ik iets verkeerde gedaan? Had ik hem eerder terug moeten bellen? Maar Jeremy is niet zo iemand die daarom boos wordt. Ik besluit het hem later te vragen. Het is nu tijd voor school.
-

"-en toen ging ik naar Cato." eindig ik mijn verhaal. Het is het derde lesuur van de schooldag en Cato en ik zijn net klaar met uitleggen waarom ik bij Cato logeerde. Sharon heeft zich omgedraaid in haar stoel om mij beter te kunnen horen.
"Luun!" Roept ze. "Als je mij had gebeld had ik meteen naar jou en Cato kunnen komen! Ik voel me echt een rot-vriendin nu!"
Ik glimlach verdrietig. Het voelt raar om te beseffen dat ik van huis weg ben gelopen. Ik had nooit gedacht dat ik zoiets zou durven, maar ik heb het toch gedaan.
Onze leraar geschiedenis vertelt ons dat we tien minuten eerder pauze mogen gaan vieren, op voorwaarde dat we stil in de gangen zijn. Sukkel.
We pakken luidruchtig onze tassen en verlaten zo snel mogelijk het lokaal. Sharon en Cato lopen allebei naast me als we aan een lege tafel in de kantine gaan zitten. "Luun?"
Ik kijk op naar Sharon. "Je ouders weten toch wel dat je bij Cato bent, right?" vraagt Sharon terwijl ze haar mandarijn begint te pellen.
Het is stil. Ik kijk met een schuine blik naar Cato, die knalrood is geworden. "Caat.. Waarom ben je zo rood als de stoel waar ik nu op zit?" vraagt Sharon terwijl ze naar de rode stoel wijst.
Cato verbergt haar gezicht in haar handen.
"Cato!" roep ik zo hard dat sommige mensen die ook in de kantine zitten opkijken. Ik verlaag mijn stemgeluid. "Wat heb je gedaan?"
"Ik heb je ouders gebeld. Ze maken zich ook gewoon zorgen om je, oké? Kom op Luun, het zijn je ouders!"
Ik kijk in Cato's blauwe ogen. Ik zucht. "Oké. Het was ook een beetje oneerlijk om het ze niet te vertellen." Cato lacht en geeft me een knuffel. Achter ons klinkt gefluit. "Vieze lesbo's!!" wordt er geroepen door een groepje jongens. Cato en ik laten elkaar meteen los.
Sharon staat met een ruk op, maar ik hou haar tegen. "Laat ze." zeg ik. "Niet op reageren, dan maak je het woord "lesbo" een scheldwoord."

[a/n sorry voor de a/n maar het is wel waar! Reageer nooit boos als iemand je een "lesbo" of "homo" noemt. Dan maak je er inderdaad een scheldwoord van. Reageer gewoon niet]

"Kleine kut brugpiepers met hun kut brugpieperige gedrag. Ugh." Sharon pakt een stukje mandarijnen schil op en gooit het naar het hoofd van een van de jochies die Cato en mij "lesbo's" noemde. Als hij omkijkt lacht Sharon lief. De jongen wordt rood en draait zich snel om. Sharon gniffelt en richt haar blik dan op mij en Cato. Ze vist een pakje oreo uit haar tas en houdt ze omhoog. "Oreo, anyone?"

[a/n Sorry voor het saaie hoofdstuk! Ik heb geprobeerd er iets van te maken. Volgend hoofdstuk wordt leuker :) #Promise #NoLies ]

Walkie TalkieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu