Verwarring

74 8 2
                                    

“We weten ervan, Draco” zei Severus rustig.  Maar op alle andere gezichten was toch verwarring te lezen. Dit was niet het spook dat ze verwacht hadden.

"Juist”, antwoordde Draco een beetje overdonderd. Even leek het alsof hij na het zicht op iedereen in de ruimte, zich zou omdraaien en weer gewoon buiten zou lopen. Om dan weer voor eeuwig te verdwijnen. Hij veranderde van gedacht en keek naar mij, de enige die niet naar hem keek. De anderen staarden hem nog een beetje ongelovig aan. Ze hadden nooit getwijfeld aan de theorie, maar dat Draco ook echt weer tot leven gekomen was, konden ze moeilijk vatten. Hij zuchtte en kwam naar me toe, de anderen wisten niet wat te doen en lieten hem dan maar doen.

"Joanne…”, smeekte hij.

“Draco, ik vraag me af..”, begon ik terwijl ik uit het raam staarde en hij stopte met stappen. “Wat hoor je te doen als je dode vriendje na tien jaar weer tot leven komt? Doen alsof er niks gebeurd is? Een gelukkig leventje gaan leiden samen? Iedereen die je lief is laten vallen en er maar voor gaan?” Ik draaide me om en keek hem nu aan. “We hebben niet bepaald het sprookjesachtige liefdesleven gehad, Draco. Ik zou zelf zeggen dat er niks goed ging! Mijn vrienden haatten je al voor ik je kende. Na alle school drama leverde jouw familie me uit aan de grootste, duisterste tovenaar ooit en ik luisde jou erin toen ik deed alsof ik dat niet wist.  Niet ideaal en toch nog niet alles! Je werd vermoord.  Je stierf in mijn armen, Draco!"

 Mijn stem sloeg over en ik keerde me weer naar het raam, terwijl tranen nu subtiel over mijn wangen gleden. Ik keek even buiten in stilte. Draco vocht met die stilte, dat wist ik. Ik voélde het. Ik voelde hoe hij me allerlei dingen wou toe roepen, maar hij hield zijn mond. Hij wist dat ik niet klaar was. Ik keek hem weer aan.

 “Jaren heb ik gerouwd en als ik er eindelijk uitkwam en een beetje een normaal leven begin te leiden, kom je weer te voorschijn! Als ik een man heb waarvan ik hou, geliefd bij mijn vrienden en dit alles..”, ik opende mijn armen en wees naar het stadion. “Dan, Draco, ja dan blijk je weer in leven te zijn. .. Dus, vertel jij me eens, Draco. Wat hoor je te doen als je dode vriendje weer tot leven komt?" 

Een frons trok over Draco's lippen. "Joanne….", begon hij.

"Ik zal je alvast zeggen wat ik niet ga doen", onderbrak ik hem. “Ik ga me niet door mijn toch-niet-zo-dode-vriendje laten vertellen, dat wat ik in die tien jaar gedaan heb, onrespectvol was naar hem!”

“Joanne, ik heb niet gezegd..”

“Ik hoorde wat je zei, Draco. Is hetzelfde.” Ik keek weer uit het raam. 

“Wat zou er gebeurd zijn als ik niet gestorven was, Joanne?” vroeg hij dan met een dunne stem.  Hij doorbrak daarbij een ijzige stilte een stilte tussen ons en tussen buitenstaanders die niet wisten hoe ze konden helpen. Ik haalde mijn schouders op. “Nee, ik wil het graag weten”, drong hij aan.

“Je zou door iedereen die me lief is gehaat zijn.”

“Dat zou dus veel veranderd hebben”, zei hij lichtjes sarcastisch en ik kon een klein glimlachje niet onderdrukken. 

“Het kon ook iemand anders geweest zijn, Draco", ging ik iets kalmer verder. Hij keek me vragend aan en ik zuchtte: “Iemand van ons kon vermoord zijn. Iemand anders die ik lief had kon vermoord geweest zijn, door jouw toedoen.”

“Dus de juiste is gestorven dan?” snauwde hij terug. Mijn afstandelijkheid kwetste hem.

“Niemand had moeten sterven”, zei ik streng en ik vulde die zin aan met stevig gevloek.

“De heer van het duister is ook voorgoed weg, dat is toch goed?”

“Dat is ónze verdienste, Draco. Niet die van jou.” Hij keek me even gekweld aan voor hij slikte en zijn blik afwendde.

 “Als dat echt is wat je voor me voelt, Joanne. Hoe komt het dat ik hier sta… Dat ik leef?”  Ik haalde koppig mijn schouders op. “Joanne", ging hij smekend verder. "Ik hoorde je. Ik kon niet antwoorden, maar ik hoorde je. Jouw stem was mijn bestaan, snap je dat? Ik raad niet naar je gevoelens Joanne.. Ik wéét dat je van me houdt.”

“Vele jaren zijn gepasseerd”, antwoordde ik zwak. 

Hij schudde zijn hoofd. “Joanne, je weet net zo goed als ik..”

“En dan?” vroeg ik wat fel, in een poging te ontsnappen. Hij zuchtte, ik keek op en zag mijn eigen reflectie in zijn natte ogen. Het bleef lang stil. 

“Ik wil naar huis”, verbrak mijn eigen stem uiteindelijk de stilte. Fred stond meteen op.

“Ok”, zei hij met een schorre stem. “Tot ziens, Draco.”

“Joanne”, begon Draco en hij wou ons volgen, maar George stopte hem zwijgend. Draco keek naar de hand die hem aan zijn schouder tegenhield. Voor Fred en ik in groene vlammen verdwenen zag ik Draco me smekend aankijken. 

Ik snapte snikkend het haardvuur weer uit. Fred sloeg troostend zijn arm om me heen en ik keek terug naar het haardvuur. George kwam niet onmiddellijk achter ons aan en ik werd wat bang. 

“Ik hoop dat ze hem geen pijn doen.”

“Doen ze niet”, verzekerde Fred me.

“Het spijt me zo, Fred.”

“Doe dat nooit, Joanne. Ik weet toch hoe graag je hem ziet. Ik ben enkel bang dat ik je hoe dan ook aan hem verlies.”

“Fred..”

“Hij heeft gelijk me al die liefdesdingens enzo, maar ik had gewoon gehoopt dat je voor mij ook zoveel zou voelen.”

“Fred ik zie je ook ontzettend graag, het is gewoon..anders”

“Ik zie maar één iemand op deze verdomde bol graag, Joanne en ik kan je niet uitleggen hoe blij ik ben dat ik met haar samenwoon, daardoor kan ik nog minder uitleggen hoe slecht ik me voel, wetende dat ik haar kwijt raak.”

“Fred toe.”

“Iedereen weet het, Joanne. Niemand durft me aan te kijken, omdat ze het allemaal weten!”

“maar..”

“Je bent door heel wat slechte situaties geweest met hem, altijd zijn jullie weer bijeen geraakt. Jullie overkwamen het onmogelijke! We zouden idioten zijn moesten we denken dat dat gewoon overgaat.”

“Maar..”

“En aangezien we dat niet zijn, weten we allemaal dat ik altijd al op de tweede plaats kwam, daar kon ik zelfs mee leven.” Ik schrok toen de tranen over zijn wangen liepen. Dit moest zowat de eerste keer zijn dat ik Fred zag huilen, hij was altijd sterk, mijn steun.

“Fred..”

“Ik weet niet wat ik nu moet doen, ik was je al zo gewoon….”, ging hij door.

“Fred, ik hou van je.” Hij schrok op en keek me aan. Ik veegde zijn tranen weg. “Fred, Je bent er altijd voor me geweest. Je bent de meest fantastische kerel die ik me kan voorstellen en ik zie je graag. Elk meisje zou verliefd op je zijn, gewoon al door de liefde die je me geeft. Je bent altijd mijn beste vriend geweest, ik heb je altijd gemogen, Fred.”

“Maar..”

“Ja natuurlijk houd ik nog van hem, maar ik houd ook van jou nu, Fred. Echt waar.” Hij keek me even twijfelend aan en knikte dan.

“Ik ben gewoon zo bang.”

“Ik ook, Fred. Ik ook en ik weet niet wat ik moet of zal doen…Ik hoop gewoon dat alles goed komt.”

“Ik ook”, fluisterde hij en hij trok me naar zich toen. Zijn sterke armen omsloten mijn lichaam en gaven het warmte. Ik gooide mijn armen ook rond hem heen en begroef mijn gezicht in zijn nekholte. Zijn hoofd rustte tegen het mijne en we stonden zo voor een lange tijd, onzeker over de toekomst.

Voorbestemd! En toch gedoemd!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu