Een dramatisch weerzien

98 7 4
                                    

Ik stond nu voor het Nest, bang en overspoeld door emoties die zich niet konden uitdrukken doordat de schok in de weg zat. Ik dwong mezelf op de deur te kloppen. De deur opende en een stilte viel in het huis.

Er werd opzij geweken om me binnen te laten. Terwijl ik binnen liep hield iedereen zijn adem in, alsof ik een geest was die zou verdwijnen bij een zuchtje wind. Ik trok Draco’s mantel dicht tegen me aan, al deze mensen, allemaal deden ze me aan Draco’s dood denken. Zij waren een herinnering aan een ver verleden. Mensen die aanwezig waren vanop afstand, net als Draco. Enkel stonden zij nu in levende lijve voor me en Draco niet.

Draco zou dat nooit meer zijn. Angstig gleed mijn blik over de gezichten die er één mistte. Gezichten die ik jaren vermeden had, om het gevoel dat ik nu kreeg te vermijden. Ik keek naar de grond bang en beschaamd. 

“Joanne?” klonk Ginny’s stem, haar stem schuurde door de stilte en deed me naar haar kijken, met bange grote ogen. Bang, maar waarom? Ik had mijn blik meteen weer afgewend. Ik wou weg, ik voelde me hier rotslecht.

Mijn ogen flitsten nu door de kamer en ze bleven hangen op Fred. Hij had zijn blik pijnlijk afgewend. Ik zag het wel, maar besefte het niet toen George zijn elleboog tegen die van Fred aanduwde. Fred keek zijn broer aan, die mijn richting uitkeek. Fred keek nu op en een golf van emotie overspoelde me. Ik kon mijn ogen niet afwenden, maar de angst en pijn waren er vast in te lezen.

Het was Fred die zijn blik afwendde, ik bleef hem aanstaren. Toen er iemand op de deur klopte verstijfde mijn spieren mogelijk nog meer. Severus kwam binnen en staarde me aan. Ik slikte.
“Kom”, zei hij “Laten we naar huis gaan” 

Ik knikte afwezig en fluisterde bijna onverstaanbaar “naar Draco” terwijl ik naar hem toe liep. We liepen naar buiten en hij verschijselde met me mee naar mijn huisje.
“Heb je hun gezichten gezien, Draco?” huilde ik. Severus legde zijn hand op mijn schouder.
"Waarom vandaag?" Vroeg hij en ik schudde mijn hoofd.
“Hij wou het zo."

Severus keek me bezorgd aan.
"Ik wist niet dat iedereen er zou zijn", fluisterde ik dan en Severus knikte begripvol.
"Elk jaar komen we samen", zei hij en ik speurde de tafel voor me af, op zoek naar antwoorden waarom draco me vandaag gestuurd had.

"Om te vieren of te rouwen?" vroeg ik ondertussen en Severus leek daar even over na te denken.
"Overal wordt deze dag gevierd. In het Nest wordt er ook gerouwd. Om Draco en om het deeltje van jou dat samen met hem stierf", besloot hij uiteindelijk. Een traan gleed geruisloos over mijn wang.
"Ik kon het niet, Severus."

"Ik denk dat je...dat Draco het wat onderschat heeft. Laten we het later nog eens proberen op een minder emotionele dag." Ik knikte.

"Hij kon me niet eens aankijken." Nu scheen Severus me niet meteen te begrijpen. "Fred", verklaarde ik. Ik keek in zijn donkere ogen, waar het medeleven al te duidelijk was.

"Ik denk dat hij niet weet hoe hij met je moet omgaan. Ik had hem die herinnering aan de radio nooit mogen tonen", gaf hij plots toe. Hij nam mijn hand was. "Ik was egoïstisch, vergeef me." 

"Dat is al lang gebeurd, Severus."
Hij gaf me een zwak glimlachje.
"Gaat het al wat beter?" Ik haalde mijn schouders op.

"Wordt het gemis ooit minder?" vroeg ik hem. Hij keek me met dezelfde medelevende blik aan terwijl hij zijn patronus tevoorschijn toverde. De zilveren hinde stapte door mijn kleine living en ik staarde ernaar voor ik mijn blik naar mijn eigenlijke vader liet glijden.

Een traan glinsterde onder zijn oog. "Lily's patronus was ook een hinde. Mijn patronus zal nooit meer terug veranderen omdat mijn liefde voor haar nooit zal doven", verklaarde hij en de patronus lostte in dunne slierten op. Ik liet mijn hoofd zakken bij de gedachte aan een leven lang met deze pijn. "Maar het wordt makkelijker", zei hij dan. "Je leert je kracht te vinden bij andere mensen, die net zo veel voor je gaan betekenen."

"Wie was dat voor jou?" Hoewel een klein stemmetje in mijn hoofd zei dat het mijn moeder was vroeg ik het toch en Severus' lippen krulden op. "Ik heb lang moeten wachten. Ik heb mezelf overeind gehouden aan mijn doel, tot die ene persoon dan toch in mijn leven wandelde...jij, Joanne." Ik keek even verschrikt op.
"Toen mijn doel verwezenlijkt was en jij verdween besefte ik pas hoeveel je voor mij bent gaan betekenen", bekende hij. Ik sloeg zonder aarzelen mijn armen om zijn hals. Ik besefte dat hij het afgelopen jaar ook al veel steun voor mij geweest was.

Toen ik zijn omhelzing los liet zei ik: "Nu zou ik graag nog even alleen zijn." Hij knikte en duwde een lok haar uit mijn gezicht.
"Met Draco?" Ik knikte, opgelucht dat hij niet langer zuchtte als ik Draco vermeldde. "Ik ga weer naar het Nest. Kijken hoe ze het daar doen." Ik lachte en voelde de tranen over mijn wangen glijden.

"Severus Sneep, steun en toeverlaat voor een ieder", plaagde ik hem en hij grinnikte.

"Vandaag wil ik die last wel op mijn schouders nemen", zei hij en met die woorden stapte hij buiten.




De volgende dag kwam Severus terug langs.
“Je hebt iedereen goed doen schrikken”, zei hij meteen. Ik knikte.
"Dat had ik wel gedacht."

 “Wil je graag weten wat ze zeiden?” vroeg hij en hij haalde een kleine tas van onder zijn mantel. Ik keek argwanend naar het tasje en slikte. Hij zag me kijken en opende de tas: "Accio hersenpan." Hij keek me nu aan en ik wreef nerveus mijn handen over elkaar.

De bronzen schaal schitterde en ik keek toe Severus met zijn toverstaf een zilveren slinger uit zijn slaap haalde. Hij liet de herinnering in de hersenpan drijven en stak zijn hand naar me uit. Nerveus keek ik rond me, alsof ik een boodschap van Draco verwachtte. Ik zuchtte gespannen en nam de uitgestoken hand aan. Severus trok me mee de herspenpan in, mee de herinnering in.

******************************************

Sneep deed de deur dicht en draaide zich om. Iedereen was stil, geschrokken en staarde naar de grond. Hij liet zijk blik over de geschrokken gezichten glijden. Fred zag ik niet en er stonden talrijke glaasjes en een paar flessen Oude Klare's jonge borrel op tafel.

"Kom er in, Severus", zei Molly. Ze schenkte zonder iets te vragen ook voor hem een glaasje in.
"Hoe is het met haar?" vroeg Arthur, terwijl in de achtergrond George de trap op sprintte. Severus dronk van zijn glas en keek naar Fred, die nu beneden verschijnseld was.
"Met haar gaat het redelijk", zei hij en Harry antwoordde meteen.

“Ze was net een bang dier, Severus.”

“In de val gelokt door jager”, vervolgde George knikkend.

“En die jager dat waren wij”, vervolledigde Ron.

“Ze schreef me dat ze slechts nog kleine stukjes was van wat ze geweest is, maar ..dit is erger dan dat. Ze is haar eigen tegenpool geworden. Ik kon haar niet eens aankijken, na al die tijd. Haar bange ogen maakte mezelf verschrikkelijk bang”, dacht Fred luidop.

“Op mij had het het tegenovergestelde effect, ik kon haar alleen maar aanstaren”, zei Ginny, voor zich uit starend.

“Je moet haar wel nageven dat ze een vreemde dag uitgekozen heeft”, mompelde Hermelien.

"Ja, ze zegt dat Draco het zo wou", zei Severus. Iedereen keek hem nu aan, waarop een afschuwelijke stilte volgde.

Iets later werd die aan diggelen geslaan door Ginny’s stem.
“Die mantel die ze droeg, is dat die van hem?” Severus  knikte.

“Ze klampte zich er aan vast alsof haar leven ervan af hing”, stelde Harry vast. Severus knikte nogmaals: “dat doet ze wel vaker.”

“Heel de tijd, al zo lang heb ik haar gewoon willen vasthouden, haar troosten en knuffelen. Maar nu, ik ben bang dat ze wegrent als ik haar naam uitspreek”, zei Fred weer tegen zichzelf.

**************************************

Ik wist dat er meer was dat ik niet mocht zien, maar dat was nu niet belangrijk. Ik zuchtte en Severus keek me doordringend aan.

"Ik heb hen verteld dat je het eigenlijk heel goed doet, maar dat het een slechte dag was. Ik zei dat je overweldigd was dat iedereen er was, dat de omstandigheden er voor gezorgd hebben dat je even terugviel in fase van je vereenzaamde verdriet. Dat het een tijdelijke terugslag was en je er gisteren al weer wat bovenop was", zei hij.

Ik knikte traag.
"Is vandaag iedereen weg daar?" Hij keek me belangstellend aan en knikte. Ik zuchtte en stond op. "Ok, dan doen we een iets beter berekende poging."

Voorbestemd! En toch gedoemd!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu