VII

20 1 0
                                    

Rogers had het soms over dagen waarop zijn zintuigen zelfs nog superder waren dan normaal. Dan klaagde de soldaat over het daglicht dat op zoveel plekken in de Compound binnenviel, kranen die niet goed dichtgedraaid waren door personeel dat twee panden verderop aan het werk was, muren die hem zijn nachtrust niet gunden omdat ze zoveel pietluttige geluidjes doorlieten – ademhalingen, muizen die in de bossen rondom het gebouwencomplex rondscharrelden, de koelkast die zachtjes zoemde – en hartslagen. Als Steve zo'n dag had waarop ieder geluidje en ieder zonnestraaltje de druppel kon zijn die zijn emmer zou doen overlopen, had hij het vaak over de hartslagen van zijn teamgenoten.

Op zulke dagen zorgde Tony ervoor dat hij niet thuis was.

Soms begon het midden op de dag. Dan deelde de supersoldaat opeens mee dat Wanda's hartslag rustiger was geworden of dat Wilson er goed aan zou doen een paar keer diep in te ademen. Stark versteende opslag als zijn teamcaptain zonder waarschuwing begon over de hartslagen van de mensen om hem heen. Hij probeerde de kamer uit te zijn voordat Steve hem zou kunnen opmerken. Meestal lukte dat wel. Dan was hij ver van de captain verwijderd voordat Rogers erover na kon denken om naar Tony's hartslag te luisteren.

Meestal.

'Stark?'

Fuck.

'Yeah?' Hij probeerde kalm te blijven.

'Ik-ik hoor niks.' Captain America's ogen waren groot.

'Oh. . . eh. . .' hij dacht vlug na, 'Dat komt door de arc-reactor.'

'Hè?'

'Geen hartslag.' Hij wist dat de soldaat daarop had gedoeld. Wat had de soldaat anders willen horen? De stemmetjes in Tony's hoofd? 'De arc-reactor pompt mijn bloed rond.'

Liar!

'Nu niet,' siste hij.

'Wat?'

'De arc-reactor pompt mijn bloed rond,' herhaalde hij, 'Dat blauwe apparaat in mijn borst?'

Ik wil niet dat je eenzaam wordt.

Steve knikte, maar zijn ogen lieten zien dat hij hem niet geloofde, dat hij leek door te krijgen dat Tony een meester was in halve waarheden en een onbekende voor hele.

Je bent al zo lang eenzaam geweest.

'Is dat niet gevaarlijk?'

Tony schudde zijn hoofd, wilde de bezorgdheid niet, alleen afstand, privacy. 'Ik weet wat ik doe.'

Rogers liet het rusten, voorlopig althans. De soldaat was te veel een leek in tech om er dieper op in te durven gaan. De man zou geen been hebben gehad om op te staan terwijl de playboy hem het ene na het andere wijsmaakte als dat beter uitkwam dan de waarheid vertellen.

'Ik zou het fijn vinden als je Bruce er een keer naar liet kijken.' Steve was nog niet met het nieuws over de arc-reactor naar het team gestapt, maar hij had de strijd ook niet zomaar opgegeven.

De angst sloeg hem om zijn stille hart. 'Dat is niet nodig. Ik weet wat ik doe.'

'Maar ik niet!' In Rogers ogen brandde iets, een blik die al zo lang niet meer voor Tony weggelegd was geweest, 'Ik weet niet wat je doet!'

De uitvinder wilde dat hij de man kon geruststellen, maar geen enkele dokter, zelfs niet Bruce Banner, zou ooit een blik op hem mogen werpen. Te gevaarlijk. Te veel risico's. Te veel geheimen.

'Ik. Weet. Wat. Ik. Doe.' Soms was voet bij stuk houden – ik wil niet dat je eenzaam wordt – het enige wat hij kon doen. Hij staarde zijn teamleider strak aan. De tranen prikten in zijn ogen, want hoe Steve naar hem keek, was waar hij altijd, in ieder nieuw leven dat hij vond, naar op zoek was.

'Maar wij niet!' De soldaat keek wanhopig. 'Wat moeten we doen als het mis gaat? Hoe moeten we helpen als we niet weten wat er scheelt?'

'Er scheelt niks. De arc-reactor werkt. Ik weet wat ik doe,' Hij maakte zich groter, wilde kracht uitstralen, 'Het zal nooit zover komen dat ik jullie hulp nodig heb.'

Captain America zette een geschrokken stap terug.

Je bent al zo lang eenzaam geweest.

Tony haalde diep adem, 'Maak je niet druk om mij.'

Zoon van de wereld | Tony Stark en Sherlock Holmes fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu