XII

15 1 0
                                    

'Mijn plan!' Hij kondigde het groots aan, de stoffige harnassen die dof glansden in wat er over was van de labverlichting.

'Werken ze überhaupt nog?' Barnes tikte tegen een van de donkere pantsers aan.

'Ja, natuurl-' Tony dook instinctief omlaag, net op tijd om de rondvliegende delen van de Mark 42 de ontwijken. 'Kijk.' Hij wees ernaar, naar de stukken Iron Man die het overduidelijk op hem hadden gemunt, weer onderdeel wilden uitmaken van hun scheppers wapenuitrusting. Beter was om het opstandige pantser als bewijs te gebruiken voor zijn claim dat de harnassen nog werkten, dan om de stukken pantser een voor een tegen de grond te meppen met wat hij voor handen had.

'Nee. Nee!' Zijn toon was ferm toen het masker als een razende op hem af kwam gedoken. Hij zette zijn woorden kracht bij met enkele scherpe gebaren. 'Laat dat!' Hij sloeg de helm weg met een ijzeren staaf, 'Laat. Dat!'

'Dus het werkt?' vroeg Wilson met een opgetrokken wenkbrauw. Zijn blik was sceptisch, net als de rest van het team trouwens.

'Ja,' Stark stapte snel op een laatste opstandig stuk harnas, hield het tegen de grond gedrukt met zijn voet, 'Alles werkt naar behoren.'

Het bleef stil. Een spotje knipperde zoemend en Tony voelde zich een sukkel, een mislukking, alsof hij een verkoper was die probeerde een zwartwittelevisie te slijten aan mensen die een kleuren-tv gewend waren.

Steve stapte naar voren. 'Kijk,' zei hij, richtte zich daarbij tot het team, 'alles is beter dan niets.' Hij keek Iron Man veelbetekenend aan, een blik in zijn ogen die de playboy zich kon herinneren van heel vroeger, van een periode uit zijn bestaan waarin hij voor het eerst in lange tijd weer oprecht had genoten van het leven. 'We moeten erop vertrouwen dat Stark weet waar hij mee bezig is.'

'Ik weet waar ik mee bezig ben,' merkte de billionaire op, ergens nijdig dat er wantrouwen en twijfel doorklonk in de formulering in plaats van blind vertrouwen in zijn creaties, in hem. Ze hadden toch niet zoveel samen doorstaan, alleen voor het team om, nu het op hem aankwam, aan zijn kunde te gaan twijfelen?

'Het komt goed,' voegde Natasha toe, 'Wanneer hebben we Stark ooit zien neerstorten?'

'Nou...'

'Barton!'

Stilte, toen: 'Sorry. . . Maar vergeet alsjeblieft niet die keer da-'

'Het komt goed,' onderbrak Romanoff de boogschutter, en ze had gelijk want het kwam goed. Tony wist de bug in de Mark 42 te fixen en hij had zeeën van tijd om wat andere achtergestelde modellen bij te werken en aan te passen aan zijn teamleden. Het was een rustige periode, vredelievend. Even was er niemand die zei dat hij nog een vergadering had staan op dinsdag – in Dubai, want stel je voor dat de vergadering in Amerika plaatsvond – of dat hij niet moest vergeten dat er op vrijdag een liefdadigheidsbal gepland stond. Hij werd hooguit een paar keer gestoord door teamgenoten, soms omdat ze een toevoeging hadden voor hun harnas, veelal om te vragen hoe ze het beste het dak konden repareren of waarmee de lampen moesten worden vervangen.

'Ik heb geen idee waar de glasbak staat, Sam.' Tony rolde op zijn krukje om de werktafel heen. Sinds kort had hij het lef gevonden voornamen te gebruiken. Voorheen had hij het niet aangedurfd, te bang dat hij zich zou gaan hechten, genegenheid zou voelen voor deze mensen. Na een lang innerlijk debat had hij vastgesteld dat het in meer of mindere maten liefhebben van zijn teamgenoten zijn prestaties in het veld zou verbeteren. Was dat niet juist waar het Avenger zijn om draaide: uitmuntend veldwerk? Het was maar goed dus dat hij zijn veldwerk nu kon opschroeven.

'We hebben te veel glas staan, Stark.'

Dat Tony over was gegaan op voornamen, betekende niet dat iedereen hetzelfde pad had gekozen.

'Je hebt hier toch gewoond, of niet soms?'

'Jawel,' De uitvinder rolde bij de werkbank vandaan zodat hij zijn volle aandacht kon geven aan de Falcon, 'Ik heb alsnog geen idee waar het glas heen moet.'

'De glasbak.'

'Ik weet niet waar de glasbak is!'

'Hoe lang heb je hier gewoond?'

De ijzeren Avenger keek op van de vraag. 'Weet ik het. Vijftien jaar?'

'En je weet niet waar de glasbak staat?'

'Ik heb mensen die mijn afval opruimen! Natuurlijk weet ik niet waar de glasbak staat!'

Wilson mopperde onverstaanbaar, 'Dan brengen we het glas naar Target.'

Tony zei niets.

'Het is elf mijl naar Target. Weet je echt niet waar de-'

'Nee!' de playboy smeet de labdeur achter de andere man dicht.

Stiekem waren het dat soort onschuldige conversaties die het onderduiken interessant hielden, het leuk maakten, maar het interessantst van het onderduiken was Steve. De soldaat kwam meerdere keren per dag naar beneden om te kijken hoe het werk vorderde en de held liet zich daarbij zo makkelijk voor de gek houden, dat Stark begon uit te kijken naar zijn dagelijkse plagerijtje met de man. Het was vermakelijk, simpel, onschuldig. Een nutteloos gesprek, een klein grapje, Steve die een kwartiertje meekeek met Tony; de eenvoud lokte Stark mee naar gewenning, hechting, regelmaat.

'Als je iemand vindt die voelt als thuis, blijf dan.'

Stark glimlachte naar de soldaat toen deze door de labdeur stapte in de avondschemering.

'Vertel de waarheid en blijf.'

Zoon van de wereld | Tony Stark en Sherlock Holmes fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu