XXXII

14 2 0
                                    

Hij was een duistere schaduw in de donkerste hoek van het illegale nachtfeest waar hij zich een weg naar binnen had gekocht om een leuke, écht wilde avond te kunnen beleven met Vision. De androïde was hem kwijtgeraakt in de flitsende lichten en de dansende massa dronken lichamen en Tony had zijn kans gegrepen voordat hij had kunnen bevatten welke mogelijkheid hem in de schoot was geworpen. Hij had lachend en grijnzend aangepapt met meer dan één meisje, met de vrouwen gedanst en gevraagd wat hen dreef in het leven. Hij had zich keer op keer weten in te houden, hun aanbod vriendelijk afgeslagen als ze hem mee naar huis vroegen. Hij wist dondersgoed in welk bloedbad zo'n voorstel zou uitmonden.

Maar nu was dit vrouw nummer vijf met wie hij een gesprek had aangeknoopt en hij had altijd een zwak gehad voor het getal vijf. Misschien waren het de Vijf Pilaren die meerdere geloven aanhielden, waardoor hij zich voelde aangetrokken tot het cijfer. Voor vrouw nummer vijf was hij gegaan, had zijn zelfbeheersing opgegeven, of verloren eigenlijk. Nog geen drie minuten geleden had hij bij de bar gestaan met haar, had die innerlijke strijd succesvol weten te winnen voor de zoveelste keer die avond.

Nu stond hij met haar in zijn armen weggedoken in de donkerste hoek van de ruimte en voelde hij haar aderen kloppen onder zijn lippen, voelde haar warme hals in zijn mond en haar hemelse bloed op zijn tong. Ze was nummer vijf en hij had zich niet meer weten te beheersen.

'Tony!' Vision duwde zich naar voren tussen de feestgangers. Stark liet verschrikt los. De androïde ving haar vallende lichaam, tilde de bewusteloze vrouw op als een bruidegom zijn bruid hun nieuwe leven binnen zou tillen. 'Wakker worden,' fluisterde hij tegen de dame, tikte daarbij zachtjes tegen haar wang.

Geen reactie.

'We moeten nu gaan,' zei de robot met de bewusteloze vrouw in zijn armen.

'Wat? Vis, nee!' Iron Man snelde achter zijn teamgenoot aan. 'We kunnen haar niet helpen!' siste hij gespannen, knikte bij het naar buiten gaan vriendelijk naar de bewakers bij de uitgang om geen aandacht te trekken.

'En waarom dan niet, Mr Stark?' De androïde liep naar hun auto, legde de vrouw voorzichtig op de achterbank. Een beetje bloed druppelde uit de bijtwondjes in haar nek. 'Ze heeft onze hulp overduidelijk nodig na wat u haar hebt aangedaan.'

Tony keek om zich heen, boog toen naar voren: 'Ze zal Bekeerd raken.'

'Pardon?'

'Bekeerd. Als ze dit overleeft, verandert ze in een vampier.' Hij twijfelde of hij het verder moest toelichten, bedacht dat het de beste aanpak zou zijn als hij meteen open kaart speelde. 'Bekeerde Vampiers wacht geen fijn bestaan. Dood komt ze er beter vanaf.'

De androïde keek verbijsterd: 'Hoe kunt u zoiets zeggen, Mr Stark?' Hij stapte in de auto. 'We gaan naar het ziekenhuis. Punt uit.'



De straatverlichting trok patronen in de auto. Er hing een beladen stilte. Tony kon horen dat de vrouw nog in leven was. Ze ademde en haar hart klopte, zwak weliswaar, maar het klopte. Vision reed flink door, negeerde rode lichten om de vrouw een kans te geven.

'Vision. . .'

'Nee, Mr Stark. Dit valt niet goed te praten.'

'Als ze dit overleeft, is ze de eerste Bekeerde Vampier sinds de Middeleeuwen,' Tony staarde nietsziende naar buiten, 'Kronso heeft ze allemaal afgeslacht. Laat d'r alsjeblieft doodgaan.'

'Uw woorden ontzetten me, Sir.'

'Vision, je hebt geen idee waar je je mee bemoeit. Zelfs God zou willen dat ze sterft!'

De androïde hield voet bij stuk, droeg haar nog geen tien minuten later de spoedeisende hulp van het ziekenhuis binnen. Ze werd meteen dieper het gebouw binnen gebracht. Vision mocht bij haar blijven, toelichting geven. Tony bleef alleen achter in de wachtkamer.

Hij staarde naar de kleine jongen die huilend zijn arm tegen zijn borst hield aangedrukt. Hij zat onder de schrammen, bloedde nog erger dan dat hij tranen liet. Het aantal mensen in nood was groot en het ziekenhuis was onderbezet; de jongen zat jammerend op een stoeltje tegen zijn moeder aangekropen en geen enkele verpleegster maakte een prioriteit van hem.

Stark rook de bloedgeur die van meer mensen dan het jongetje kwam. Hij beet zijn kiezen op elkaar, hield zichzelf voor dat het bloed van die vrouw alleen genoeg was om er weer even tegenaan te kunnen. Zijn dorst was niet gelest, maar zijn uitdroging was voor nu voorkomen.

Vanuit de wachtkamer van de spoedeisende hulp kon hij zo de gang zien waarvia de gevallen die per ambulance hierheen waren gebracht, binnen werden gereden. Soms liepen de ziekenbroeders rustig met een brancard naar binnen, andere keren zwermden verpleegsters uit alle hoeken en gaten naar de binnengebrachte patiënt toe. Een enkele keer draalde de dood achter de brancard aan, ging ze lachend met haar hand langs de muur.

Tony realiseerde zich dat hij de dood niet op zijn achterbank had gezien, dat ze niet naast de vrouw had zitten wachten om haar ziel te oogsten. Hij huiverde onwillig. De afwezigheid van de dood tijdens de autorit kon maar één ding betekenen; hij had net iemand Bekeerd.

Die vrouw van het feest zou vandaag of morgen wakker worden en niemand zou kunnen verklaren waarom haar lichaamstemperatuur maar bleef dalen zonder dat ze ergens last van had. Niemand zou haar kunnen vertellen waarom ze plots zo gevoelig was geworden voor zonlicht, waarom vijf minuutjes in het daglicht haar eerstegraadsbrandwonden opleverde. Niets zou haar honger stillen totdat ze in een woeste bui haar eerste slachtoffer maakte. Niemand zou haar kunnen vertellen wat er gaande was, totdat ze zelf de losse eindjes aan elkaar wist te knopen.

En als ze het wist, hoe lang zou het dan duren voordat ze een einde probeerde te maken aan haar eigen bestaan?

Hij zou haar moeten schrijven, anoniem moeten uitleggen wat hij haar had aangedaan. Als hij zijn identiteit aan haar bekend maakte, wie weet wat ze dan zou doen? Hij wilde zijn leven als Tony Stark nog niet opgegeven, zelfs niet nu zijn team hem voornamelijk links liet liggen.

De jongen snikte in lange halen door zijn overpeinzingen heen. De uitvinder keek op, zag dat het knulletje eindelijk werd meegenomen door een aardige verpleger. Niet veel later zat er een heer in net pak op de stoel van de knul.

Tony keek om zich heen, zocht voor de dood. Ze was er niet, had het gebouw verlaten. Vannacht zou iedereen in dit ziekenhuis overleven.

Hij had dus echt iemand Bekeerd.

Hij. was. Niet. langer. De. Enige. Vampier.

Vision kwam niet veel later door de klapdeuren naar buiten. Hij keek zelfvoldaan, was blij dat hij het leven van de vrouw had kunnen redden.

Leven. Ha! Na vandaag zou ze net zo dood zijn als hem, een hier-dood dat je deed verlangen naar een weg-dood, maar niet heftig genoeg om afgemaakt te willen worden door Kronso.

Tony volgde de androïde terug naar de auto, was verbaasd toen hij in de wagen een zak met rode inhoud kreeg aangereikt.

'Wa-'

'Bloed, Mr Stark, van het donatiebloed dat in het ziekenhuis ligt opgeslagen,' lichtte Vision toe, keek apetrots dat hij met dit idee was gekomen.

Stark staarde met grote ogen naar de zak, kneep in het plastic en zag hoe een luchtbel danste door de vloeistof. In heel zijn leven had hij hier nog nooit aan gedacht.

Waarom ook niet? Waarom zou dit niet werken? Het was mensenbloed, het was vers gehouden in een koeling. Er was niemand dood gegaan voor deze portie.

Hij zette zijn tanden in het plastic, dronk gulzig een paar slokken. Genietend sloot hij zijn ogen, voelde het koude bloed door zijn keel glijden.

Visions ogen boorden zich in hem.

Zoon van de wereld | Tony Stark en Sherlock Holmes fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu