XXXVI

9 1 0
                                    

The Avengers waren koppig van aard, maar zodra het erop leek dat ze het dak boven hun hoofd kwijt gingen raken, waren ze opeens bereid hun morele overtuigingen te laten varen. Bij het ontbijt zat de keukentafel vol en moest Tony zich ertussen wringen om ook op de bank erbij te kunnen. Hij zette zijn bakje cornflakes met een klap neer. Met zijn lepel gebaarde hij naar zijn teamgenoten. 'Dus dit is hoe het zit? Jullie hebben me nodig voor mijn spullen?'

'Nee, Stark. Dat is het niet,' begon Barton.

'Wat doen jullie hier dan nog?'

'We zaten... eh... fout. We waren bang en vergaten... ehm... vergaten...'

De filantroop schoot uit zijn stoel omhoog. Voor het team met zijn ogen had kunnen knipperen, stond hij op de tafel voor Clints bord. Zijn lepel rinkelde nog tegen het tafelblad.

Vijf wapens waren getrokken en werden op hem gericht gehouden. De billionaire verroerde zich niet, wist precies waar de kogels uit de handguns terecht gingen komen als hij nog een stap verzette. 'Nou?' brieste hij.

Hij torende hoog boven de rest van zijn team uit, stond daar maar roerloos op de ontbijttafel. Hij hield zijn ogen strak op Hawkeye gericht, glimlachte toen Clinton een keer vluchtig weg keek, nerveus van de intense blik van de vampier.

'Stark. Achteruit.'

Tony bracht langzaam zijn handen omhoog, zette een rustige stap terug. Hij tikte Barnes' melk om. Wanda sprong gealarmeerd op, smeet Stark in een reflex met haar krachten van de tafel.

De uitvinder reageerde razendsnel, was in een vleermuis veranderd en had zichzelf met zijn vleugels opgevangen voordat hij het aanrecht kon raken. Hij schudde geërgerd zijn kop, transformeerde gauw terug om te benadrukken dat Maximoff hem niets had gedaan; hij was ongedeerd.

Als het team weigerde te kalmeren, ondanks al zijn pogingen zijn eigen identiteit en de betekenis daarvan af te zwakken, dan mochten ze best weten tot wat hij allemaal in staat was. Als ze weigerden hem te accepteren met zijn vele pogingen ze gerust te stellen, dan moesten ze maar inzien hoe machtig hij werkelijk was.

'Dat was niet erg aardig,' stelde hij.

Het team keek hem met groeiende verbazing aan.

'Luister,' Tony liep naar de koelkast, 'ik ben hier niet om vijanden te maken,' hij bestudeerde de melkpakken, 'Ik moet toegeven dat ik zo mijn redenen had om een Avenger te worden,' Hij draaide zich vliegensvlug om, 'maar die redenen zijn niet waarvoor ik ben gebleven. Jullie zijn de enige reden dat ik hier nog ben, niet omdat jullie weten dat ik Satans zoon ben, maar omdat jullie het blijven waard zijn,' Hij zei het terloops, alsof hij hier niet zijn hart en ziel stond uit te storten in onverholen ellende, 'Ik heb een risico genomen door te blijven, een te groot risico blijkbaar. Jullie realiseren je niet wat ik voor jullie heb geriskeerd.'

'Je hebt gelogen!' riep Wanda.

'En wat dan nog? We hebben allemaal wel eens gelogen,' Stark haalde zijn schouders op. Hij had niet eens echt gelogen. Hij had simpelweg informatie achtergehouden. Zijn team had aangenomen dat hij menselijk was omdat hij nooit had gezegd dat hij niet menselijk was.

'Je bent een gevaar voor mensen!'

'Dus?' De vampier dronk zijn melkglas leeg. Hij veegde de melksnor van zijn lippen, keek onaangedaan naar zijn team, 'Ik heb jullie nooit iets aangedaan. Hoe gevaarlijk ben ik werkelijk?'

'Je bent een moordenaar,' fluisterde Rhodey met hangend hoofd, 'Dat kunnen we niet door de vingers zien. Zelfs al heb je ons met rust gelaten, dan nog heb je anderen vermoord.'

'Ik doe ook maar mijn best!' Tony zuchtte. Hij had geen idee hoe hij ze ooit kon laten inzien welke dilemma's hem dag in dag uit werden voorgeschoteld. Als ze in zijn schoenen hadden gestaan hadden ze begrepen hoe onmogelijk zijn positie was. Er was geen goed alternatief voor het doden. Hij had mensenbloed nodig. Hij verloor alle zelfbeheersing als hij te lang niks nuttigde.

'Goed gesprek,' besloot hij, zag in dat hij zijn beweegredenen nooit duidelijk zou kunnen maken aan deze groep uitzonderlijke individuen. Ze werden gedreven door moralen, hadden bepaalde overtuigingen en een vaste definitie van goed en kwaad. Stark paste niet in hun hokje van "held". Hij kon beter stoppen met dit gedoe, zich terugtrekken en ervandoor gaan. De identiteit van Tony Stark was toch versleten. De dekmantel piepte en kraakte aan alle kanten.

'Tony!' riep Steve hem na.

Hij luisterde niet, hield de pas erin. Waar moest hij heen? Wie wilde hem nog binnenlaten? Hij was een monster, een weerzinwekkend duivelswezen dat ook op aarde rondzwierf. Wie wilde hem nu in zijn huis hebben?

*

'Neem niet steeds de benen als het moeilijk wordt!' riep John Watson in een drukke Londense straat op een mistige zondagochtend. Hij hobbelde achter zijn kameraad aan, zijn vriend door dik en dun. 'Je bent een fikser, Holmes! Stop met rennen als je het antwoord even niet voor handen hebt!'

Onrustig bleef een magere man in zijn wijde detectivejas op de stoep staan. Hij wierp een blik over zijn schouder naar de dokter, kneep zijn ogen samen om door de dichte mist heen te kunnen zien.

'Holmes,' Watson greep de mouw van zijn flatgenoot. Hij haalde diep adem, 'Het is niet erg dat je deze zaak niet hebt weten op te lossen.'

'Ik doe dit werk reeds tien jaar,' antwoordde de gevierde detective gefrustreerd, 'Het antwoord moet lachwekkend simpel zijn. Je zult zien, Watson, dat zelfs jij het had kunnen oplossen.' Hij sloeg boos met zijn palmen tegen zijn voorhoofd, strafte zichzelf af omdat hij nog geen dader had kunnen aanwijzen na vijf dagen met de zaak bezig te zijn geweest.

'Je hebt meer moordzaken op weten te lossen dan heel Scotland Yard bij elkaar.' John stak zijn wandelstok onder zijn arm, 'Het plaats delict was bevuild. Zelfs met jouw arendsogen en oeverloze kennis was het een onmogelijke zaak geweest.'

'Maar John,' Holmes' ogen glinsterden berouwvol, 'Ze was vijf! De dader verdient het niet hiermee weg te komen.'

'Ren dan niet weg,' antwoordde de dokter rustig, 'Laten we alle aanwijzingen nog eens langs gaan. Het antwoord is vast binnen handbereik. Stop met rennen.'

'John,' de detective, anders zo onbewogen en rationeel, veegde met de rug van zijn hand de tranen van zijn wangen. Voor een moment schemerde zijn ware, gebroken ik door. Voor een moment stond de verdwaalde Antonius Satanzoon op de Londense stoep met bange ogen naar zijn flatgenoot te kijken. 'John, ik weet alleen nog hoe ik moet rennen.'

Zoon van de wereld | Tony Stark en Sherlock Holmes fanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu