"Waar had je het als laatste bij je?" vroeg Xandor aan Nyati tijdens het rennen.
Nyati haalde haar schouders op, te angstig om echt iets te zeggen. Ze wist dat ze het op de heenweg nog onder haar trui had zitten, in een buidel als een bij een kangoeroe. In haar keel was iets vast gaan zitten waardoor er geen geluid, nauwelijks lucht, meer doorheen kwam. Paniek nam langzaam bezit van haar toen ze na vijf minuten rennen nog steeds niks gevonden hadden.
Angstig bleef Nyati stilstaan, kokhalsde en spuwde een grote, slijmerige viezigheid uit. Tranen stroomden over haar gezicht toen ze zich door haar benen liet zakken. Ze liet haar hoofd tegen een boom rustten terwijl ze ongelukkig voor zich uit staarde.
"Ik heb gefaald," mompelde ze zachtjes, haast onhoorbaar. De woorden uitgesproken kwam er een rivier van tranen uit haar ogen en ze ging schokkerig op en neer van het snikken.
De jongens waren stil bleven staan. Zij keken elkaar vragend aan; wat moesten ze doen? Xyrax nam het initiatief. Hij liep naar Nyati neer, legde zijn hand op haar schouder terwijl hij haar kin omhoog tilde en haar dwong hem aan te kijken. "Je hebt niet gefaald," maakte hij haar duidelijk. Hij draaide zich om naar de twee jonge mannen.
"Pak jullie wapens," zei hij tegen hen. "Zoek het ei en kom niet terug zonder. Breng het terug naar het kasteel; ik zorg voor Nyati, ze heeft nu wel genoeg gedaan." Het laatste kwam er ietwat hard uit, wat niet zijn bedoeling geweest was.
Quinn en Xandor knikten en Xandor nam zijn boog, die hij nu tot zich had geëigend en altijd bij zich hield, in de hand met een pijl op de pees, klaar om te schieten mocht er gevaar dreigen. Quinn haalde zijn zwaard uit de schede, een lang, glanzend ding bezet met een prachtige steen aan de knop. Buiten de schoonheid was het vervaarlijk uitziend tevens kon het je zo aan de spit rijgen of door je huid snijden op venijnige plekken waardoor je het niet na zou kunnen vertellen.
Xandor draaide zich om, met zijn ogen zoekend naar gevaar, zijn hart krachtig bonzend in zijn keel. Quinn keek naar de kleine jongen en gaf een tik met zijn zwaard op diens schede.
"Wees gewapend, kleine vriend," bromde hij tegen Xyrax, die zijn zwaard direct tevoorschijn hield en naast zich neer legde.
Xyrax keek naar zijn twee grote voorbeelden. "Ga. Ik zie jullie vanavond, mag ik hopen," voegde hij er tamelijk onzeker aan toe.
De broers wisselden een korte blik waarna de twee oudsten van het gezelschap het woud in renden.
Het meisje veegde haar tranen af aan haar mouw toen het huilen verminderd was. Ze keek op naar Xyrax zijn gezicht, dat bitter en bezorgd, maar ook trouw was waardoor ze wist dat ze in de goede handen was bij het kleine ventje waarvan je niet verwachten zou dat hij het zo volwassen was. Want buiten al zijn kinderlijkheden was hij in tijden waarvan men hem nodig had volwassener dan menig ander man. Nyati ademde moeizaam in en uit, trillerig; onvast.
Na nog een geruime tijd in de koude, natte sneeuw gezeten te hebben stond Nyati op, zich vasthoudend aan de boom waar zij zich aan vast had geklemd. Xyrax ging op zijn benen staan, hield zijn zwaard in zijn rechterhand terwijl hij met de linker zijn pleegzus ondersteunde. Samen wankelden zij het bos uit, wat moeilijk ging doordat Xyrax kleiner was dan het meisje dat hij ondersteunen moest.
Laat middaglicht scheen door de bomen en al vlug waren ze buiten het bos, waar Nyati zelfstandig en diep ongelukkig zelf verder liep. Xyrax liep naast haar, ongeveer een meter van het kind verwijderd. Dolgraag wou hij een praatje maken, maar merkte dat dit niet het goede moment was zodoende hield hij zijn mond en keek hij naar zijn voeten, die een spoor achterlieten in de sneeuw.
Plotseling hapte hij naar adem. "De sneeuw!" riep hij uit.
Nyati keek vragend naar het knulletje. "Wat bedoel je?" vroeg ze niet-begrijpend.
"De sneeuw laat sporen achter! Als het ei meegenomen is kunnen ze het spoor volgen, maar ook kunnen Xandor en Quinn gevolgd worden. Het is dus dubbel, maar als we uitgaan van de eerste theorie dan vinden we het ei gemakkelijk!" Hij keek met grote, bruine ogen naar Nyati, dat er alleen maar ongelukkiger op leek te worden.
"Wat nou als de vinder kan vliegen?" vroeg ze, haar gezicht op onweer.
Xyrax keek door haar sikkeneurigheid heen, wat hij totaal kon begrijpen, en schudde zijn hoofd. "Positief denken, Nyati. Ik zou je graag wat positieve energie van mij over willen dragen aan jou, als ik zou kunnen." Er verscheen een minieme glimlach om het meisje haar lippen. Xyrax grijnsde. "Zie je! Het werkt al! Nu, kom aan, we gaan naar het kasteel waar je misschien in een bad kan of iets dergelijks; mama zegt altijd dat een bad nemen geruststellend is. Ik denk dus dat jij het nu wel gebruiken kan, je ziet namelijk een beetje pips." Hij tuitte bedenkelijk zijn lippen samen toen hij merkte dat zijn woorden geen positieve kracht meer op leverde.
Het bleef een hele tijd stil buiten het stappen van hun voeten in de sneeuw en het hier en daar voorbijkomende vogeltje dat een deuntje floot.
Uit het niets sloeg Nyati een diepe zucht en keek ze Xyrax met een glimlach aan. "Het is goed om jou om me heen te hebben. Beter dan dat ik je broer of Quinn bij me had."
Een glimlach verscheen op de jongen zijn gezicht. "Bedankt. Dat je dit zegt geeft me een goed gevoel." Hij keek even naar de verliggende stad en glimlachte.
Nyati knikte. "Een positieve energiebron."
"Ik ben gewoon een optimist," zei de jongen redelijk en hij trapte tegen een steentje dat ver vooruit vloog en vervolgend onzichtbaar in een hoopje sneeuw landde.
Nyati glimlachte na van zijn energie om zich heen terwijl ze doorstapte in de sneeuw. De stad was nu niet zo ver weg meer, nog maar een ruime tien minuten lopen en dan nog vijf minuten naar het kasteel, maar er klonken vreemde geluiden achter hen. Verward keken de twee op toen ze een stel tonen hoorden.
Twee kleine, zwarte stippen kwamen dichterbij zwaaiend met hun ledematen. Nyati vernauwde haar ogen om te herkennen wie het waren. Ze sperde haar ogen open, trok zonder iets te zeggen Xyrax aan zijn mouw mee en rende naar hen toe.
Geschrokken sloeg Xyrax een kreet, maar herstelde zich, wriemelde zich los van Nyati en volgde haar toen maar, niet wetend waarvoor precies. Al gauw kwam hij tot de ontdekking dat de twee stippen zijn broer en Quinn waren die iets glinsterend in hun handen hielden. "Ze hebben het!" riep Xyrax gelukkig uit, maar aan het gezicht van Nyati te zien was er meer aan de hand dan dat. Ze leek niet gelukkig met wat ze zag en haar ogen waren fiks wat beter dan de zijne.
"Rennen!" hoorde Xyrax uiteindelijk. "Rennen! Ze komen, rennen!" Zijn broer sloeg maaiend om zich heen met zijn armen, zijn boog in zijn rechterhand.
Vlug bleef Xyrax stil staan, haalde zijn zwaard weer uit de schede - voor het lopen had hij het zo lang even opgeborgen. Hij plantte zijn voeten in de sneeuw. "Blijf staan, Nyati. Pak je zwaard."
Nyati deed, tot Xyrax' verbazing, wat hij vroeg en ging naast hem staan. Al vlug hadden Quinn en Xandor hen ingehaald en gingen naast hen staan, Xandor iets naar achter om beter zicht te hebben op wat op hen af kwam.
Allen keken geschokt naar de aansnellende monsters. Het waren er zeven. Zij waren in de minderheid. De vijand zag er gevaarlijk uit. Zij waren slechts kinderen. Onervaren. Maar het zou ze nu moeten redden. Het kon. Het moest.
Xandor liet zijn pijl los dat richting hen scheerde.
Fighting is coming. Hell yeah ^^
JE LEEST
Griffioensgif - Dutch.
FantasyEen uitverkorenen Caelysi met een ei van goud, Zal strijden in het land der warmte waar zeldzaam sneeuw huishoudt. Als de held op vertrouwelingen stuit, Dan zullen onwetenden weten, wanneer het ei hitte uit. Een vijfling jongeren zullen zwerven...