-29- Zwijg.

190 7 7
                                    

Quinn had zich tegen de muur van het kasteel geworpen, een paar maal waardoor hij zich nu beurs en pijnlijk voelde, wat hem opluchtte van het beknellende gevoel. Hij wist echter dat hij er niets mee op zou lossen door zichzelf te pijnigen. Hij richtte zich naar de muur en liet zijn hoofd zacht op de stenen rustten terwijl hij zijn arm boven zijn hoofd legde. Zijn andere arm bungelde slapjes naast zijn lichaam terwijl hij dacht, zijn mond vertrokken tot een barre streep en zijn wenkbrauwen fronsend naar beneden.

 Willow raakte bijna in paniek toen ze hem niet kon vinden. Waar was die jongen heen gegaan? Ze schreeuwde zijn naam nog eens, maar zonder resultaat. Haar stem vervaagde langzaam tot vage echo's ver weg. Ze rende naar het kasteel toe, maar zag ook niks in het schijnsel van de felle, volle maan. Doch was een schaduw te onderscheiden bij de muur. Langzaam liep ze naar de schaduw toe en fluisterde langzaam Quinn zijn naam, maar hij reageerde niet. Toch zag ze snel dat hij het was en liep ze met enige zekerheid naar hem toe.

 "Hey," zei ze met een zachte stem toen ze bij hem aangekomen was. Hij gaf geen antwoord. Even twijfelde Willow, maar toen legde ze haar hand op zijn arm en leunde ze tegen hem aan met haar borst op zijn rug. Allerlei vreemde gevoelens kropen door haar heen, maar ze kon het niet thuisbrengen. Ze krulde langzaam haar armen om zijn borst heen en legde haar wang op zijn rug. Hij voelde warm aan ondanks de kou om hen heen.

 Haar lichaamswarmte op het zijne voelde voor Quinn prettig aan. Zijn hoofd werd een beetje lichtjes, hij wou niets liever dan haar omhelzing te beantwoorden, maar hij kon het niet. Hij wilde haar geen pijn doen, haar niet afwijzen er voor, maar ook wilde hij haar valse hoop geven. Dus zuchtte hij maar. Vermoeid en ongelukkig. Hij hoorde Willow een vragend geluid maken, maar hij schudde zijn hoofd alleen maar. Het liefst wou hij hier blijven staan, want zij was erbij, dat verlichtte de pijn.

 Langzaam werd Willow ongeduldig. Ze had een grote stap gemaakt om hem zo aan te raken, hem zo veilig te laten voelen, maar het leek alsof het hem niks kon schelen, alsof hij haar niet vond schelen. Hij gaf geen antwoord, deed alleen of ze nooit gekomen was.

 "Je kunt het me vertellen," mompelde Willow tenslotte langzaam tegen zijn rug, hopend dat ze niet een grens overschreden had.

 Deze woorden had Quinn al verwacht en hij kneep zijn ogen samen. Waarom maakte ze het hem zo moeilijk? Hij zuchtte nog eens en schudde zijn hoofd tegen de muur aan, waardoor hij een schaafwond op zijn voorhoofd creëerde, wat niet zijn bedoeling geweest. Hij slikte vermoeid en draaide zich langzaam om met zijn gezicht haar kant op, wat betekende dat ze hem los liet, weer iets wat niet zijn bedoeling geweest was. Met zijn ogen samengeknepen en zijn lippen in een streep keek hij haar somber aan, zijn arm achter zijn hoofd geslagen, de andere nog altijd bungelend naar beneden.

 Willow beet op haar lip toen hij de loslatende beweging maakte. Ze hield met haar hand haar bovenarm en keek hem in zijn ogen aan. Hij keek terug, maar met een pijn in zijn ogen die ze alleen had gezien toen ze hem voor het eerst leerde kennen. Ze had gehoopt, en gedacht, dat het weggevaagd was, maar het was er nog, zo vers als het in die tijd geweest was.

 Langzaam schudde Quinn zijn hoofd, maar daar nam Willow geen genoegen aan.

 "Je kunt het me zeggen, Quinn, je kan me vertrouwen. Wat is er?" ze vroeg het op fluistertoon, zacht en oprecht.

 Gepijnigd keek hij weg, nogmaals zijn hoofd schuddend. "Nee."

 Willow trok een wenkbrauw op. "Wat nee?"

 Quinn slikte moeilijk en hij legde zijn hand tegen haar arm. "Het lukt niet..."

 Nog snapte Willow er niks van. "Wat lukt niet?" Ze keek hem recht aan en schuifelde naar hem toe. Ze voelde zijn voeten tegen die van haar en ze merkte hoe dicht ze bij hem stond en hoe lang die vent wel niet was.

 Er verscheen een klein glimlachje op Quinn zijn lippen; hij had het ook door. "Wat ben je toch een ukkepukkie."

 Willow schonk hem een duivelse blik toe en legde haar hand tegen zijn borst. "Ik ben groot genoeg voor mijn eigen daden en het opnemen van andermans."

 "Dat heeft niks te maken met lengte," merkte Quinn op en zijn gezicht werd nog iets speelser. Zijn ogen twinkelden iets meer toen ze hem aanraakte, zijn glimlach werd tevens breder.

 Willow schudde haar hoofd. "Je praat me niet van het onderwerp af, Quinn, dat weet jij net zo goed als ik dat weet," de zin kwam er niet lekker uit vond ze, maar hij moest het maar begrijpen.

 Zijn glimlach verdween weer en de schaduw vervulde zijn gezicht. Langzaam schudde hij weer zijn hoofd.

 Nu werd Willow echt een beetje geërgerd. Ze ging op haar tenen staan, ze kwam nog steeds niet hoger dan zijn kin, en drukte haar handen aan weerzijden van zijn gezicht op de stenen. Haar borst drukte nu tegen de zijne aan, hart aan hart.

 Quinn werd nu gedwongen de jonge vrouw aan te kijken, wat hij met tegenzin deed. Het werd een staarwedstrijd, iets waar beiden erg goed in waren geworden sinds zij elkaar kenden. Vaak waren er van dit soort gesprekken zonder woorden tussen hen, het was nooit ongemakkelijk; ze leken altijd te weten wat de ander dacht, maar nu was het anders. Het ging nu om toegeving, waar beiden slecht in waren.

 Willow ademde diep in en uit waardoor haar adem in zijn luchtwegen terecht kwam. Haar adem had een vreemde uitwerking op hem. Hij opende zijn mond om meer van de geur op te vangen. Zijn buik werd er warm van, het voelde fijn, maar onwennig. Het was zoet, maar had ook de geur van bos, woud en bessen. Een heerlijke aroma.

 Nu kreeg ook Willow zijn adem binnen. Een glimlach inhouden werd moeilijk, maar waarom dat zo was begreep ze niet. Haar wangen werden er warmer van, tot aan haar hoofdhaar. Het was prettig, maar ook o zo frustrerend. Ze bleef hem aankijken in die vernauwde, bruine ogen terwijl hij in haar groene, wijde ogen even furieus terug keek. Beiden hielden ze hun gezichten strak.

 Het maanlicht gaf een mooie sfeer voor deze wedstrijd, maar Willow vond het na een minuut of zeven wel genoeg geweest. Ze opende haar mond. "Vertel het me," eiste ze op.

 Quinn, die nog altijd oogcontact hield, schudde wederom zijn hoofd, waar Willow nu gek van werd.

 "Ik ken je al zo lang," zei Willow. "Je weet dat je me alles kan vertellen. Waarom dit niet?"

 Quinn slikte moeizaam en knikte dit keer, wat Willow hoop gaf, maar deze was vals. "Ik kan het niet vertellen. Ik kan het niet zeggen, begrijp dat dan!" Hij keek haar grimmig aan terwijl hij de woorden uitspuwde in haar gezicht.

 Willow knikte ook en deed een paar stappen achteruit, haar armen over elkaar geslagen. "Prima, als je het niet vertellen wilt, weet ik niet waarom we überhaupt nog zouden moeten praten. Het was het toch allemaal niet waard geweest." Ze gaf hem nog een dodelijke blik voor ze zich omdraaide en heel hard weg beende.

Skiiiiinyyyy luuuuuve ^^ Hou ik gewoon van, ik hoop dat het een beetje goed tot woorden is gekomen (; Toch wel geupdate ^^

Griffioensgif - Dutch.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu