Er werd geroosterd brood rondgedeeld in de groep. Kleine stukken deeg, van gemalen granen en melk, rondgedeeld die zij op stokken moesten prikken en boven het rokerige vuur moesten houden om te garen.
Xyrax likte zijn lippen af terwijl hij naar het brood keek dat langzaam een bruin korstje kreeg. Zijn brood was donkerder dan dat van de anderen, want dat je het moest draaien en boven het vuur moest houden in plaats van in het vuur, kwam bij de jongen later aan dan bij de anderen. Xyrax trok de houten tak binnen en trok het broodje er af, maar direct liet hij het met een kleine gil vallen.
"Ah! Heet! Heet! Heet!" riep hij terwijl hij zijn verbrandde vingers in zijn mond stopte om het te verkoelen. Nadat zijn vingers in veiligheid gebracht waren keek hij beteuterd naar het eten op de grond.
Quinn zuchtte quasi geërgerd en pakte het brood op. Hij veegde het af aan zijn mouw, legde het op zijn schoot. Hij bekeek zijn brood fronsend voor hij het binnenhaalde, er omheen blies en het gekoelde, reeds warme, broodje door gaf aan het jongetje. Hij bromde een 'alsjeblieft' toen hij begon te kauwen op Xyrax' broodje.
Dankbaar nam de jongen het broodje aan. "Bedankt," zei hij overtuigd, en hij begon er op te peuzelen.
Het bleef stil om het kampvuurtje heen. Na het gevecht met de weerwolven waren zij gezamenlijk terug gekomen naar de stad om alles uit te leggen aan de wachten opdat zij het vuile werk op zouden ruimen. Helaas voor de vrienden vond Curtis, de koning van het land en bovendien vader van Willow, het niet gepast om de wachters dit werk te laten doen en beval de herrieschoppers die dit bloedverlies hadden laten gebeuren het karwei op te laten ruimen. Lang hadden ze niet nodig, want teruggekeerd als mens waren de schepsels lang niet zo zwaar en groot geweest dan als wolf. Niettemin zagen ze er bruut uit doch, leken ze de dood niet verdient te hebben. Bitter werden de lijken opeen gestapeld zodat zij een grote heuvel vormden. De sneeuw was gesmolten door oude warmte en druipend bloed; het overgebleven gras kleefde er van want de aarde kon deze vocht niet opnemen. Nyati had een paar stukken hout, vuursteen en stro verzamelt, ze begon de stukken hout op de vuursteen, omringd met stro, heen en weer te draaien. Langzaam ontstonden er vonkjes die oversprongen naar het stro waardoor er een klein vlammetje ontstond. Met wat blazen zorgde ze ervoor dat het kleine vlammetje een vuurtje werd en langzaam groot genoeg was om een stuk hout in te houden dat vlam zou vatten om een fakkel te ontsteken. Ze gooide het vlammende houtblok tussen de lijken die sneller dan verwacht het vuur overnamen en de vlammen begonnen te likken aan de huid.
Willow ging naast Nyati staan en legde haar hand op haar schouder. "Goed gedaan," mompelde ze.
Nyati knikte naar haar en glimlachte moeizaam. Ze vonden elkaars ogen, glimlachten nog eens en sloegen de armen om elkaar heen tot een spontane omhelzing. De drie jongens keken er vragend naar, maar begrepen er niets van. Niet dat er een uitleg nodig was, want voor de meisjes was het een veiligheidskwestie, wetend dat ze elkaar hadden om op te vertrouwen, er waren geen woorden voor nodig. De jongens zouden zich dat ooit misschien realiseren, maar dat zou nog lang duren, wisten ook zij.
Nadat ze de vlammen hadden zien zakken en tot slot zien doven keerden zij terug naar de stad, waar zij aan werden gekeken door de bewoners. De blikken waren verschillend, van verbijsterd tot vereerd en van jaloers tot minachtend. Intussen wist de gehele stad van hun opdracht, ze wisten er natuurlijk het fijne niet van, maar dat zij zouden vertrekken en met een dergelijke queeste bezig waren, dat was wat zij wisten.
In het kasteel konden ze zich wassen, de jongens in een eigen badkamer en de meisjes hadden een eigen.
Nyati stond gebogen over de wastafel heen en bekeek zichzelf in de spiegel nadat ze een plens water in haar gezicht had gespoeld. Het water droop over haar wangen naar beneden, maar het gedroogde bloed en vuil ging niet gemakkelijk weg. Ze pakte een doek en doordrengde het met water. De doek schrobde ze over haar wangen, voorhoofd, kin en neus heen tot de doek zwart geworden was. Ze wrong het uit boven de wastafel en liet deze vollopen met warm water. De doek verdween in het water, nam langzaam haar eigen kleur weer aan.
Willow bekeek haar gefronste gezicht in de spiegel. Haar vlecht was verdwenen en de haren stonden alle kanten uit, geplakt aan elkaar met zweet, vuil en bloed. Ze vond dat ze er uit zag als een wilde, een onbeschaafde. Een kras waar donkerrood bloed uit droop was over haar wang te zien. Ze veegde met haar duim een bloedstreep weg en bekeek fronsend naar het bloed op haar wang.
"Ik ben een moordenaar, Nyati," fluisterde ze, een trilling in haar stem. Ze keek langzaam van haar vinger naar Nyati, die haar met medelijden aan keek.
Ze knikte met een barsheid in haar gezicht. "We zijn allen moordenaars, maar we hebben geen onschuldigen gedood."
Willow keek met dichtgeknepen ogen terug. "Weet je dat zeker?" Ze opende haar ogen weer en schudde haar hoofd. "Buiten het feit dat zij weerwolven waren, het kon toch makkelijk dat ze... menselijk waren? Als de maan niet vol is?"
Nyati leek het te overwegen, maar was zeker van haar zaak. "Nee, het waren barbaren."
Het water in het bad was warm en vol met schuin en sop. Xyrax trok zijn kleding uit, pleurde het neer in een hoek en stapte met één been in het bad. Hij keek glunderend op naar zijn broer. "Het is groot." Hij grijnsde en stapte het bad in. Toen hij in het water zat keek hij om zich heen, maar kreeg nog een nog formidabeler idee. Met een ondeugende blik keek Xyrax op naar Xandor, die de bui al zag hangen bij het zien van zijn broers gezicht.
"Quinn, naar achter," waarschuwde Xandor.
Quinn keek vragend op naar Xandor. "Wat?"
"Naar achter."
Met vragend opgetrokken wenkbrauwen liep Quinn een paar stappen naar achter, wat precies goed was want Xyrax stond op en sprong met een enorme klap het water weer in. Al vlug raakte hij de bodem, maar de hoeveelheid water die omhoog spatte was het waard. Proestend kwam de jongen weer boven, priemde zijn vinger in Quinn zijn richting en lachte hem uit.
De jongeman keek met gespreide ogen naar de knul die de hele badkamer met water had gekliederd. Langzaam verscheen er een grijns om zijn lippen en schudde hij zijn mond.
"Jongen, jongen, jongen, toch," verzuchtte hij. "Hoe kan jij zo opgewekt zijn na een gebeurtenis als deze?"
Xyrax begon heen en weer te zwemmen in het bad tot hij tenslotte ging zitten om Quinn aan te kijken. Er was geen greintje spot meer op zijn gezicht te lezen. "Waarschijnlijk denk ik er aan, als ik in bed lig en kan piekeren over dingen. Dan zal alles waarschijnlijk weer helder voor mijn ogen te zien zijn." De flikkering in zijn ogen vertelde al dat hij het nu voor zich kon halen om alles te herhalen.
Xandor liep naar het bad toe en vergezelde zijn broer in het water. "Maar weet je, Xyrax, ik ben er, en Nyati is er. We zullen je beschermen; er zal je niets meer overkomen. Ik zal beter opletten dan vanmiddag voortaan."
Toen allen naar buiten kwamen, schoon en gewassen, was de nacht gevallen en de ronde maan aan de hemel te zien. Xyrax pakte Xandor en Nyati hun handen vast toen ze naar buiten stapten. Het was voor veiligheid en Nyati greep die van Willow vast. Ze keken elkaar met een glimlach aan. Quinn, die voor hen uit liep, zag het kleine gebaar en voelde zich opgelaten; vlug pakte hij een stel gerijen om een vuurtje te laten ontstaan, maar voor dat gebeurde voelde hij vingers om zijn hand heen. Hij keek op en keek in Willow haar groene ogen. Ze glimlachte naar hem en pakte zijn hele hand vast.
"Het is oké om stil te staan bij wat er gebeurd is, Quinn. Kijk naar de maan, kijk wat we hebben overwonnen." Ze glimlachte naar hem terwijl ze hem naar zich toe trok.
Gezamenlijk stonden ze buiten, in de enorme tuin was het donker en de sterren helder als fonkelende lichtjes te zien in het donker. Quinn was de eerste die los liet, hij voelde zich weer opgelaten, draaide zich om en begon met het maken van het vuur. Willow had deeg gepakt uit de keuken en Nyati voor iedereen stokken gepakt terwijl de broeders Quinn hielpen met het vuur.
Uiteindelijk zaten ze om het vuur heen, in het donker, het begin van een avontuur dat nog niet begonnen was.
Het komt nog wel, verder ^^ Lang hoofdstuk?
JE LEEST
Griffioensgif - Dutch.
FantasyEen uitverkorenen Caelysi met een ei van goud, Zal strijden in het land der warmte waar zeldzaam sneeuw huishoudt. Als de held op vertrouwelingen stuit, Dan zullen onwetenden weten, wanneer het ei hitte uit. Een vijfling jongeren zullen zwerven...